
 
		en Abten  mét  de  hun  ondérgeschikte Geestelijken,  en waar ,  zoo! als  dikwerf  in  
 Italié,  de'groöten  óf gemefeñten- het  regt  der keuze  bezatenyhad de  handel me-  
 nigmaal  öp  sehaaintelooze wijze  plaat8.  Ja  in  Rome  zelf kwamén deze  verkeérd-  
 hedén  op,gróoten  maatstaf voor,  waar  de  partijén  der  magtige  grooten  om  het  
 voorregt  streden  de  Pauselijke  stoel  te  bezetten;  gelijk  omstreeks  dezen  tijd bij-  
 zonder  de Graven  van  Tuscilium  dit' regt  uitbéflerideni  Kn  hoe  koh öhder  zulke  
 omhtándigheden  er  eérbied  voor  den  Pauselijken  stoel  eni'de Uitoefenifig  van  het  
 ambt  des  geestelijketf öppersteii  regters ,  dat  zij ,  welke  de  göede ofde in de kerk  
 verlangdén’, ’den  Paus  zoo  gaanie  zouden  toekénnen,  bestáan? 
 Het  kwaad  was  in  Rome  tot  zijn  toppunt  gestegen,  toen  drie  Pansen  
 te  géüjker  tijd  om  den  Stoel  van  Petrus  streden*.1  Graaf Alberik  van  Tusculüm  
 had het in  1083  dbör'oibkoöping Wan  invloédrijké  mahnen,  gehjk;‘öok  door  iiiC  
 deeling  vän  geld  onder  het Romeinsche  volk,  zoo  verre gebragt ,  dat  zijn  zoon  
 Theöphylactus, -die nog  een  kind  en  zelfs  nog  niet  gewijd  was,  tot’ Paus  verko-  
 zen werd.  Hij  nam  den  naam  van Benedictus  IX  aan,  doch maakte zieh weldra  
 door  een  zedéloos  leven  Veracht en  gehaat;  1 Tegenöver  hem  verhief het ’Romein-  
 sehe  volk;  door  groote  geschenkeii  omgekocht,  in  1044  den Aartspriester  Johannes  
 tot Paus,  onder  den naam  van Gregorius VI,  en tegeh beiden wist Graäf  
 Gérard  de  Saxo  inet  zijne  partij  Bisschop  Johannes  van  Sabina  als Sylvester III  
 op  den  Pauselijken  stoel  te  verhelfen: 
 Zulke  bnbetamelijke  handelingen  kori  Konibg’ Hendrik1,'  dief .bene  grdndige  
 herstelling  voor  dé  kerk'dleohts  uit1 Rdme  verwachtte;  niet'  langer  rüstig  aan-  
 ziwi,  en  toen  de  stemmen  van  vele  vroome  Biaschdppen  eil Geestelijken’hem  
 om  hulp. baden ,’  talmde  hij  niet  en  trok  in  1046  naar Tfalie.  ■> 
 Te  Sutri  hield  hij  eene  groote  Kerkvergadering ’ om  het  bederf  in:  hét  ker-  
 kelijk  bestuur  te  doen  eindigen.  Paus  Gregopius  VI  verseheen  zelf;  de  beidé  
 andere  Pausen  niet.  Het  eerst Werd- ovdr  Sylvester  III  gerigb gehouden ;  de  
 Synode’ sprák  dver  hem,  als  den'  doöb pärtijgezield  óñrégtmatig  ingédrongében-,  
 hét  vonnis  der  afzetting  en-oßsluiting-iA  een  kldostw  uit.  Benédictué  IX had  
 reeds  zelf,  bij  de  zwakte  van  zijn  k a ra k te ren  het  bewustzijn  Van  rieh'Biét  
 te  kunnen  staande  houden”,  ‘Vtoeger1'zijn  anfbt;  ten - gnasté  van1  Grégorius  VI  
 nedergelegd  en  zieh  näar tilíjn  laridgdéil  tero^effriíkéh.  '-Me.t déh'tegénWodrdig 
 zijnden Gregorius VI  bewandelde men  den weg,  dat hij  zelf. de  onregtmatigheid  
 zijner  verheffing  door  omkooping  des  volks  inzien  en  zijne waardigbeid  neder-  
 leggen  zoude.  De  redelijke man  deed  daarop  afständ  van de Pauselijke waardig-  
 heid  en  begaf  zieh  op  ’s Keizers  bevel,  om  onrust  voor  te komen, naar Duitsch-  
 land.  Met  hem  trok  een  persoon,  die weldra  in  de  geschiedenis  een. der  eerste  
 plaatsen  innemen  en  de  gewigtigste  veranderingen  zoude  daarstellén,  de Bene-  
 dietijner  monnik  Hildebrand,  een  leerling  en  vriend van  Gregorius,  de  latere  
 Paus  Gregorius  VII ,  van  wlen  de  geschiedenis  van  Duitschland  en  Nederland  
 zoo  veel  te  verbalen  heeft. 
 De Keizer  begaf zieh  naar Rome  voor  de  keuze  van  eenen  nieuwen Paus.  In  
 eene  groote  vergadering  van  Bisschoppen,  van  aanzipnlijken,  des  Adels  en  des  
 volks,  kondigde  hij  hetiopenstaan van den Pauselijken stoel aan, en verklaarde hun  
 dat  zij  de  vrije keuze  van eenen nieuwen,Paus hadden.  « Hoewel gij, Romeinen //  
 zeide  hij,  //tot  heden  dwaas  en  met  ligtzinnige  willekeur  gehandeld  hebt,  zal  
 echter,  volgens  oud  gebruik,  de  keus  in  uwe  hand  zijn.//  Doch allen  antwoord-  
 den:  // In  tegenwoordigheid  des.  Keizers  hebben  wij  geen  regt, om  te  kiezen,  
 en wanneer  deze  niet  tegenwoordig  is,  kpint  toch  zijn  Patrieius  in  zijne,plaats.  
 Wij  hebben  gedwaald,  en  daar  onze  keus  op  onwaardigen  gevallen  is ,  is  het  
 tbans  uwe  zaak,  om  de  kerk  der Apostelen  weder  daar te stellen.//  Hierop werd  
 door  de Geestelijken,  Senatoren  en  het  volk  beslaten,  aan  Koning  Hendrik  en  
 zijne  opvolgers  de  Patricier-waardigbeid  op  te  dragen,  gelijk  eenmaal met Karel  
 den Grooten  geschied  was.  Hendrik werd met  een  groen  kleed ombangen, hem  
 werd  de  ring  van  Patriciér  aan  den, vinger  gestoken  en  alle  de. overige  plegtig-  
 heden  werden  verrigt.:;  Hierop  baden  allen,  dat  hij  volgens  de  hem  verleende  
 wijsheid zoodanigen  Paus mögt  kiezen,  door welke, de  krankheid  der  kerk  zoude  
 kunnen  genezen  worden,  en  zwoeren  zij  hem .//-nimmer  zonder  zijn  veriof.de  
 keus  van  eenen  Paus  te .zullen  ondernemen.//, 
 De Koning  zag  dan  naar  eenen man  uit, die waardig was om de hoogste waar-  
 digheid  in  de Christenheid  te  bekleeden,  en  nademaal  er  in  Rome  geen  deugd-  
 zame Geestelijke  te  vinden was,  die of niet gehuwd was of zieh niet. door Simonie  
 bevlekt  had,  koos  hij  eenen Duitscber,  den  Bisschop  Suidger van Bamherg,  die  
 ook,  hoewel  niet  zonder  veel  tegenstreven,  onder  den  naam  van ClemensII,  de 
 27