ontzag hij ; door geheel Italie, Frankrijk, Duitschland, tot aan de grenzen der
Slaven en Iiongaren, deed hij herhaalde malen reizen; vier keeren hield hij te
Rome, twee malen te Mentz, verder in Augsburg, Bamberg en Reims groote
kerkvergaderingen, oefende regtspraak over de Bisschoppen, die wegens Simonie
of andere misdaden aangeklaagd waren, zette er verscheidene af, vermaande alle
met den meesten aandrang tot een hunner hooge betrekking waardig leven, en
maakte verordeningen tot afschaffing van ingeslopene misbrulken. In alles werd
hij door den Keizer op de bereidwilligste wijze ondersteund. Deze zag het, in
zijnen ijver voor de godsdienst, gaarne, dat de Paus in de meening der menschen,
tot den hoogsten Regter in de Christenheid verheven werd, en in het
gevoel zijner eigene kracht en hoogheid, alsmede van zijn, naar Gods wil gere-
geld, streven vreesde hij niets voor zieh en zag er voor de Keizerlijke waardigheid
ook geen gevaar in (zijn zoon en opvolger zoude het, helaas! anders on-
dervinden) ; wäre hem de leeftijd te beurt gevallen, dien de gewone mensch beleiht,
geen Gregorius VII zoude Duitschland als van een hebben gescheurd.
Paus Leo IX had nog tegen het einde zijris levens de Noormannen in Bene-
den-Italië in betrekking tot den Boomschen stoel gebragt, iets wat van gewigtige
gevolgen zoowel voor Italie als voor Duitschland geworden is. Het is bekend
dat een klein getal Noormannen, uit het Fransche landschap Normandie, eerst als
gelukzoekers naar Beneden-Italië gekomen was en zieh daar had gevestigd. Zij
werden door de Duitsche Keizers ook in de oorlogen tegen de Grieken gebezigd.
Weldra echter veroorloofden zij zieh barde verdrukkingen der inboorlingen ;
o-rootere en grootere scharen trokken steeds uit Prankrijk Heb nä, en er kwamen
bittere klagten bij Paus Leo, vooral omdat zij hunne rooverijen ook tot de goe-
deren der Roomsche kerk in Apulië en Calabrié uitstrekten. Zij luisterden niet
naar ’s Pausen vermaningen en verachtten zelfs zijnen ban. Hieróp vatte Leo
het plan op om ze met geweld van wapenen te tüchtigen ;. hij bekwam eonige
hulp van Duitschland, alsmede van den Grieksohen Keizer, en rnktè tegén de
Noormannen op. Bij Civitella kwam het ten jare 1053 tot eenen veldslag ; maar
de Noormannen, hoewel gering in getal, versloegen onder hunne dappere aan-
voerders Humfred en Robert Guiscard, zonen van Graaf Tancred vah Haute-
ville __ dit hetdengeslacht had zieh daar gevestigd —1 de Pauselijke benden en
ñamen deli Paus zelven gevangen. Echter werkte zijn eerbiedwaardig uiterlijk
zoo sterk op hunne ruwe gemoederen, dat zij zieh voor hem nederwierpen en
om zijnen zegen smeekten. Hij sloot vrede met hen, en zij gaven alle hunne
bezittingen in Apulië, Calabrie; ,en Sicilie, ook die welke zij nog zouden verkrij-
gen, tcJt een leen aan de Romeinsche kerk. Zoo werden de Noormannen Vasallen
van den Pauselijken stoel en hebben dien menigerlei belangrijke hulp verleend.
Kurt daarna stierf Paus Leo, en Hildebrand, wien het nog geen tijd scheen
om zelf Paus te worden, doch die,echter gaarne degoedegezindheid des Keizers
vpor de Pauselijke magt behouden wilde, ging zelf naar Duitschland, om daar
eenen Duitsehen Paus te zoeken, en werkelijk verhief Hendrik den zeer degelij-
ken en ondervindingrijken Bisschop Gebhard van Eichstädt, een zijner vertrou-
welingen,itot de hooge waardigheid, hoewel hij hem zeer ongaamealsraadgever
in,zijne eigene zaken verloor. Gebhard ging naar Rome, waar hij in 1055 tot
Paus gewijd werd en den naam van Victor II aannam. Hij zette het werk zijns
yoorgangers voort; de Pauselijke magt werd steeds hoe langer zoo grooter; ja
Viotor kon reeds, zonder zelf rond te reizen, zijne Legaten zenden, om de Kei-
zerlijke wetten overal te handhaven. Als zoodanig zond hij b. v. reeds in het
zelfde jaar Hildebrand naar Bourgondië, die op eene kerkvergadering te Lyon
zes Bisschoppen, die | wegens verschillende misdaden aangeklaagd waren, afzette.
Welk, eene vlugt moet het Pausdom dan niet in minder dan een tiental jaren
door deze ernstige Duitsche mannen genomen hebben, die hunne kracht tot het
regte doel aanwendden, de verbetering der wereld meer voor oogen hadden dan
hun, eigen eer, en daarbij in overeenstemming met de hoogste wereldlijke magt
handelden,! .En hoe groot moet de behoefte des tijds en het verlangen der men-
sijhen naar eene strengere tucht in de kerk niet geweest zijn, dat de openbare
meenipg, de ipoedige pogingen der Pansen zoo gewiUig onderstennde en iederen
vv.ederstand krachteloos maakte !
- AVanneer. wij Keizer Hendrik bij deze gewigtige handelingen, tot welke hij
zoo krachtig medewerkte., als eenen vroomen, Christelijken man hebben leeren
kennen , moet men echter daarom niet gelooven, dat zijn geest in deze rigting
eenzijdig en vooringenomen te .werk is gegaan. Hij was veel meer even eens
een vriend der wetensehappen en der beschaving. Geleerde, kennisrijke mannen