(hoe geheel anders dan later!) op hunne munten. Karel beschouwde zieh als den »
Opperheer van Rome, noemde in zijne verordeningen de Romeinen zijne onder-
danen, en telde in zijnen uitersten wil Rome onder de hoofdsteden van zijn
Rijk. Hoe Karel over het Keizerschap daeht, leeren ons zijne eigene woorden
in vele omstandigheden en in een merkwaardig schrijven aan Paus Leo zelven :
»De Keizer is de Beschermheer van regt en orde in de Christenheid, in zoo
verre de wereldlijke magt de wetten moet handhaven, derzelver overtreders moet
straffen, en geroepen is om vrede en eendragt onder de menschen te onderhou-
den. Al het wereldlijke is den Keizer onderdanig. Ook de Kerk heeft behoefte
aan zijnen beschermenden arm. Doch de eenigheid des geloofs, de regte kennis
der Goddelijke wet, en den zin der mensohen voor het hoogere en onzigtbarete
onderhouden, is de taak der kerk en van haar opperhoofd, den Heiligen Vader,
wiens woord ook de Keizer in geloofszaken eert.v Dit was het denkbeeid, waar-
mede Karel zijne nieuwe waardigheid beschouwde, en volgens deze grondslagen
handelde hij. Zijne wetten en zijn ijver voor de vestiging van kerken, bisdom-
men en abdijen, voor het stichten van scholen was cmbegrensd.
Karel telde 58 jaren, toen hij'de Keizerskroon ontving; nog stond hij daar in
de volle kracht des mannelijken leeftijds. Nog tien jaren hield deze kracht hem
even zoo staande, hoewel hoofdhaar en baard verbleekten en hij, volgens het'
getuigenis van Eginhard, eerwaardig was om te aanschouwen en als grijsaard
het beeid eens geboren heersehers vertoonde, aan wiens overwegende grootheid
zieh de geheele wereld moest onderwerpen. Franken, Friezen, Saksers, Beije-
ren, Allemannen, Thüringers, Bourgondiersg Longobarden, de gemengde Volkeren
der Galliers en der Spanjaarden, het in zijne nakomelingen nog trotsche volk der
Romeinen, dat eenmaal de wereld beheerscht had, ook Avaren, Slaven en Wenden
in de grenslanden, huldigden hem als hun Heer.
Doch dit zijn Rijk beperkte de grenzen zijner bedrijvigheid niet. Waar nog
ergens Christelijk-Germaansche mannen woonden, vereerde men hem bijna als
Opperhoofd. De Angel-Saksische Köningen in Engeland noemden hem hunnen
Heer en lieten zieh door hem tot eendragt en dapperen wederstand tegen de
Deenen vermanen; met een hunner, Koning Offa van Mercie, heeft Karel vriend-
schapsbetrekkingen 'onderhouden en brieven gewisseid. De Thane of Clans in
de Schotsche Hooglanden bogen zieh voor zijn roem; ja, zijn naam drong tot
in andere werejddeelen .door; Haroen al Raschid, d. i. de regtvaardige, Kalif
van Bagdad, die in de schriften dier dagen gewoonlijk Koning der Perzen genoemd
wordt,.vereerde hem heerlijke geschenken, waaronder twee groote metalen
kandejaars, en, een wonder in die dagen, bragten ’sVorsten gezanten uit die
verre streken,, na langen en gevaarlijken togt, een kunstig uurwerk voor Karel’s
troon, dat door water gedreven werd. De ruwe Franken stonden echter nog
meer verbaasd over den reusachtigen olifant, dien Haroen door den Jood Isaak
over de Middellandsche zee naar Aken liet brengen. Onder de geschenken, die
Karel terugzond, en die meest uit voortbrengselen van den landbouw en veeteelt
bestonden, aangezien de nijverheid in het wpsten nog weinige vorderingen ge-
maakt had; merken, wij vporal-.Friesche wollen .mantels van verschillende schit-
terende kleuren.op, als witi, graauw, grpen en gestreept. i
Karel’s vriendschap met den magtigen Kalif werkte voordeelig voor de veilig-
heid der Christenen in het;-Oosten, voornamelijk te Jeruzalem.
De veertien laatste jaren der regering van Karel, na zijne krooning tot Keizer,
gingen rüstiger voorbij dan de drie en dertig eerste. -Enkele oorlogen met de
Slavische volksstammen aan de grenzelr, vooral met de Sorben, liet hij door zijn’
oudsten zoon, Karel, van wien hij groote verwachtingen koesterde, en twisten
over de grenzen met de Grieken van ’t Byzantijnsche Rijk in Dalmatie door
zijnen twepden. zoon Pepijn ¡ten einde brengen.
In deze rüstige jaren heeft de door lange levensondervindmg gerijpte Keizer zeer
veel voor de .inrigting van zijn groot Rijk door.heerlijke wetten gedaan, .hoewel
hij ook vroeger, gedurende de talrijke.oorlogen, dit gedeelte van zijnen regen-
tenpligt met de grootste naauwgezetheid nitgeoefend heeft. Het is verwonderlijk,
ja men moet zieh verbazen, \yanncor men het getal en den;rijken inhoud der
wetten overziet, die. Karel in zijn Rijk heeffi-laten-.uitvaardigen.
Telken jare hadden er' twee Rijksvergaderingen plaats, eene groote in Mei,
en van daar Meiveld genoemd {Champ de Mai), waar de wereldlijke en geestelijke
Grooten bijeenkwamen, doch waar echter ook ieder gemeene vrije man zijn stem
uitbragt. Karel hield deze vergaderingen ter plaatse .waar hij alsdan zijn hofleger
had. Daar moesten alle weerbare mannen veiiSchijuen; het was alzoo te gelijkertijd