
 
		en  op  de  kz.  alleen 
 R2Ï. 
 De  munt,  die  1,1  w.  weegt,  bevindt  zieh  in  onze  Verzameling. 
 N°  6 wijkt weder  eenigzins  van  de  N°  4  en  5- af.  Van  het  omschrift  op  de  
 vz.  ziet  men  alleen 
 CORA  II 
 en  op  de  kz. : 
 AVSNTR. 
 Deze munt  troffen  wij  aan  in  vier Verzamelingen:  een  beschadigd  exemplaar,  
 dat  0,95  w. woog,  in  het  Kabinet  van  wijlen'den Kolonel d e  r o u e  v a n  w ic h e n   
 te Nijmegen ;  een  beter  exemplaar  in  het Kabinet  van  Professor  j .  b a a b t   b e   l a   
 p a i l l e   te  Groningen  1,25  w.;  dat  in  het  Koninklijk Kabinet  weegt 0,95 w.;  
 eindelijk dat  in  het Munt-  en  Penningkabinet  der  Leidsche Hoogeschool  1,1  w. 
 N°  7  heéft  op  de  vz.  een  Keizerlijk  borstbeeld  met  de  diadeem,  vlak  van  
 voren  te  zien,  gedeeltelijk  binnen  een  parelcirkel.  Omschrift : 
 CVONRD  REX. 
 Op  de  kz.  staat  als  op  den  buitenkant  van  eene  Christelijke  kerk : 
 T 
 RA  
 I  E  C  ■ 
 TV 
 Het  kerkje  is  door  een  cirkelrond  omgeven.  Buiten  dien  cirkel  staat  het  ons  
 reeds  uit  den  tijd  van  Lodewijk  denVrôoméfi  bekende  omschrift: 
   STIAIA  RELC. 
 ( Christiana  religio.) 
 Wij  vonden  deze  munt  in  de  Berné  de  la  Numismatique  Belge  van  1851,  
 Pl.  XVH,  N°  1. 
 N°  8  heeft  op  de  vz.  een Vorstelijk  borstbeeld  en  profil  regts  gekeerd.  Het  
 verwarde  omschrift  luidt: 
 DVDN^ICV. 
 Op  de  kz.  ziet men  een Karolingisch kruis binnen  een  parelcirkel.  Omschrift :  
 >*.  TR2SECTV. 
 Is  door ons mede ontleend .aan  de  zoo  even  vermelde  JRevue, PI. XVII, N° 2. 
 De  type  van  de N°  9—18 Wijkt  zeer  af  van  de  tot  dus  verre door ons  be-  
 schrevene, munten. 
 Zij  hebben  op  de  vz.  een  los met  diadeem  voorzien  Keizershoofd,  slechts  tot  
 aan.den  hals  afgebeeld,  binnen  een  parelcirkel.  Omschrift: 
 CONRADVS  (de  laaiste letter  in  verkeerde  rigting). 
 Op  de  kz,  bevindt  zieh  een  Karolingisch  kruis,  dobr  vier  bölletjes  gecanton-  
 neerd,  mede  binnen  een  parelcirkel.  Het  omschrift  luidt: 
 o T ° I o'E o A o E ° 
 De  oude  naamspelling  der  stad  Tiel,  welke  plaats,  aan  de Waal gelegen,  na  
 de. geheele  verwoesting  van  Wijk  bij  Duurstede  door  de  Noormannen,  de  voor-  
 malige  handel  .dezer  belangrijke  plaats  tot  zieh  getrokken  schijnt  te  hebben. 
 Tiel,  oudtijds  Theole  genoemd,  en  eastrum  geheeten,  d.  i.  burg,  kasteel,  is  
 eene  zeer  oude  plaats.  Mr.  l .  p h .  c .  v a n   d e n   b e e q h   bérigt  ons  in  zijn  
 Handboek  ‘ der  Middelnederlandsche  Geographie,  dat  zij  de  hoofdplaats  was  
 van  het Graafschap  Teisterband,  oudtijds  (in  een  stuk  van  709)  pagus  Teste-  
 ve.nti  geheeten,  waarvoor  men  wel  Testreventi  zal  moeten  lezen,  gelijk  men  
 dan  ook  in  772  pagus  Testrebenti  vindt  en  in  815  pagus  Testarbanto.  Volgens  
 Sigebert  van  Gembloux  of Sigebertus  Gemblacensis was  deze plaats  reeds in  het  
 midden  der  5e  eeuw  eene  haven  (portus)  van  Gallie;  in  889  kómt  zij onder  den  
 naam! van  Theole  voor;  in  896  verkreeg  (een  bewijs dat er toen handel gedreven  
 werd)  de  Utrechtsche  kerk  er  vrijdom  vail  tol.  Door  eenen  dichter  der  9«  eeuw  
 wordt  Tilum  onder  de  Ripheische  (d.  i.  oever-)  steden  genoemd,  aan het  einde  
 des  Duitschen  Rijks  gelegen  en  waar  steeds  met  de  barbaren  gestreden  werd: 
 Ripheas  habitant  urbes  Tilum  Neumagumque, 
 Extremos  reghi  fines,  ubi  bella  moventur  
 '  Semper  et  hostili  crudescit  sanguine  terra. 
 In  950 :gaf  de  Duitsche  Koning  Otto  I   aan  den  Utrechtschen  Bisschop  een  
 klooster met de  van  steen  gebouwde  stad  aldaar.  Dit  bouwen  van  steen  duidt  
 in  die  dagen  eene  groote welvaart  aan,  daar  bijna  alle  huizen  anders  van  hout  
 opgetrokken  werden,  van  welk  bouwmateriaal  het  land  toen  nog  overvloedig