
 
		in  1071  overleed.  Volgens  een  meer  dan  honderdjarig gebrnik  in  bet  Huis  der  
 Billungen  zoude Magnus  in  de Hertogelijke  waardigheid  hebben  moeten  opvol-  
 gen ;  volgens  het  gestrenge  Rijksregt  kon  hij  het  niet  eischen;  de  Saksers  er-  
 kenden  hem  als  zoodanig,  doch  de  Koning  wilde  de  günstige gelegenheid  om  
 het Billungsche Huis  te. verzwakken  niet  ongebruikt  latent hij  hieid Magnus  op  
 den  Harzburg gevangen.  Zelfs  toen  bij  met  Koning  Swen. van  Denemarken  te  
 Bardewick  eene  bijeenkomst, hield  en  het  oog  sloeg  op  de  sterke  veste  der  Bil-  
 lnngen  te Luneburg,  kwam  de  begeertQ  bij  hem  op  om  zieh  van  deze  meester  
 te  maken,  en  ook  in  deze  noordelijke  streken. ,v.än  Sakspn  eene bevestigde. plaats  
 te  bezitten.  Hij  zond  70  zijner meest  beproefde  Ridders af,  liethet kasteelover-  
 rompelen  en  de  gansche  streek  aan  zieh  onderwerpen.  Welken  indrnk  deze  ge-  
 beurtenissen  in  geheel  Saksen maakten, hoe de haat en argwaan tegen den Koning  
 moesten  aangroeijen,  is  ligtelijk  te begrijpen.  Te  vergeefs  bood  Graaf Herman,  
 oom  van. Magnus,  een  groot  losgeld  voor  dieps,  bevrijding,  te  vergeefs  wilde  
 Otto  van  Nordheim  in  zijne  plaats  -naar  de  gevangenis  terugkeeren;  Hendrik  
 bleef  onverbiddejijk. 
 In  1072  was  ook  de. stichter  van  veel  onheil ,  de  Aartsbisschop  Adalbert ,  
 overladen.  «O  had  ik  toeh,»  zegt  zijn  Geschiedschrijver Adamus  Bremensis,  
 // van  een’ ¡zoo  grooten man  meer  goeds  hebben  kunnen  schrijven;  want  ook mij  
 had  hij  lief.«  Hendrik,  die niet  gaarne  vele zaken behandelde, riep hierop weder  
 den Aartsbisschop Hanno  tot  zijne  hulp,  en  deze,  zulks moet tot zijn  lof gezegd  
 worden,  heeft  den  körten  tijd  van  zijn  laatst  bestuur  met  loffelijke  inspanning  
 en  strengheid  besteed,  om  de  ingeslppene  wanorde  zoo  veel mogelijk  te  keer  te  
 gaan.  Hij  bestrafte  de  verdrukkers,  verwoeste , de  roofkasteelen,  :en  'lief;  zelfs  
 voorname misdadigers  in  ketenen  slaan.  Ook  Egino ,  Hertog  Otto’s  aanklager,  
 die  wegens  rooverijen  in  regten  was  aangesproken,  liet  hij,  om  aan  het  volk  
 genoegdoening  te  verschaffen,  in  ketenen  rondvoeren.  Wel  kwam. hij  later weder  
 op  vrije  voeten,  doch  werd  bij  eenen  uieuwen  roof door  het volk gegrepen  
 en van het gezigt  beroofd,  terwijl hij  als  bedelaar zijn  brood aan de deuren moest  
 ophalen.  Lang  echter  konden  zulke  ongelijksoortige  menschen  als Hanno  en  de  
 Koning. niet  te  zamen  werken.  Nog  in  het  zelfde  jaar  1072  vroeg Han no zijn  
 ontslag;  drie  jaren  later  is  hij  te  Keulen  gestorven.  De  kerk  heeft  hem 
 wegens  zijnen  vroomen  ijver  en  de  strengheid  zijner _zeden  heilig  verklaard. 
 De  verdrnkkingen: en  de  euvelmoed  der bezettingep in de Koninklijke kasteelen  
 van het land der Saksers bragten het volk eindelijk tot woede, en hunne aanvoerders  
 waagden  eenen  grooten  stap tegen den Koning.  Aan het hoof4 der beweging ston-  
 den  Otto  van  Nordheim  ep  Graaf Herman,  over  het  lot  van  Prins Magnus  verbitterdjj  
 en  als  derde  Bissebop  Bdrohárd  of Buceo  van Halberstadt,  Otto’s n'eef,  
 die  in zijps ppms  grondbeginselen  tegen  de  overmagt van het Koningsgeweld was  
 opgevoed ..idopbiOpk  wezenlijk  in  geéatdrift was  ontbrand  voor  de  vrijheid en het  
 regt  van  het  land  der  Saksers.  Ook  de Aartsbissphpp Werner van  Maagdenburg,  
 Hanno’s  broeder,  de  Bissphoppen  van  Merseburg,  Meissen,  Minden,  Hildes-  
 beim,  Paderborn  en Munster  (onder  het  gebied  van  deze  laatsten  stonden  ook  
 eenigej'Strpken  van  het  tpgen.wooydige,; oostelijke;gpdeelte  van  Oyerijssel  en  Geb  
 derlaüd),  geiijk  opi£ de, naeesfe werpldlijke  Vorsten,  namen  deel;  alleen drie Bis-  
 sQbpppen¡[Benno  van  Osnabrug,  de  yroome  Liemar  van  Bremen,‘dien  Hendrik  
 kort  te  voren  tot  opvolger  van Adalbert  benoemd  had,  en  Eppo van Zeitz, wei-  
 gerden  hunne  toetreding  en  moesten  weldra  hunnen  zetel  verlaten;  zij  bleven  
 gedurendp  den  geheelen:Oorlpg  bij  den  Koning.  De naaste aanleiding  tot  het  
 uitbreken;.vpn  den  opstand  was  een  bevel  des  Konings  tot  een  togt  tegen  de  
 Polen,  die'een  inyal  in  Boheme  gedaan  hadden;,het  gerucht werd  uitgéstrooid,  
 dat  dit  slechts  een yoprwendsel was  en  dat  de  Koning  met  een  leger  in  Saksen  
 wilde  vallen.  De.  zaamgezwprenen  verzamelden  zieh  nu  met  een  groot  aantal  
 mannejn  in Aulij  Ii073  ferlíaldenslebén,  en  van  eenen  heuveltop  hield  Otto  van  
 Nprdheim  eepe ¡aanspraak  vol  leven  en  vuur  tot  de  menigte;  vervojgens  ver-  
 meldden.vele aanzienlijken; een  aantal  van  den  Koning  ondergane  smaadheden;  
 ten  laatste  zwoeren  allen ,  zieh  trouw  aan  elkander  yerbonden  te  zullen  houden  
 en  de  vrijheid  van  hun  Saksenland  te  zullen  redden.  Graaf Herman  brak het  
 eerst ,op  en  dwong  de  verraste  bezetting ;van  Luneburg  zieh  aan  .hem  pvqrr tp  
 geven.  Weldra  was  er  een  leger  yan  60,000  mannen  yerzameld  en  trok men  
 tegen  Goslar  op.  - 
 ln den  beginne  van  Augustus  verseheen  er  een gezantsehap bij  den versehrik-  
 ten  Koning ;en  verlangde  -de  volgende  punten:  //Hij  zoude hun den togt tegen  
 de'Holen  schenken,  daar. zij  reeds  tegen  de  Luitizers  dag  en  .nacht  moesten