
 
		Karel  de westelijke ;  voor Lodewijk  bleef enkel Beijeren  over.  De  begunstiging  
 van  Lotharius  had  daarin  aHeen  harén  grond,  dat  de  Keizerin  in  hem  een  be-  
 schermer  voor  harén Karel hoopte  te  winnen,  en  Lotharius  beloofde  ook  plegtig  
 hem  te  beschermen,  jegens wien  hij  ook, ais  doopgevader,  de pligten van eenen  
 geestelijken  vader  moest  vervullen. 
 Verbitterd  over  het  hem  gedane  onregt,  vatte  Lodewijk  de  wapenem  tegen  
 zijnen  vader  op,  die  zulks  insgelijks  deed.  Doch  het  kwam  vooreerst  tot  geen  
 treffen  tusschen  beide  legers,  aangezien Lodewijk zieh  in Aquitanie bezig moest  
 houden  met  een  daar,  ten  voordeele  der  onterfde  zonen  van  Pepijn,  uitgebro-  
 ken  opsiand;  doch  daama  deed  Lodewijk  zijnen  door  ziekte  uitgeputten  vader  
 eenen  ernstigen  oorlog  aan,  die  in  den  winter  van  839  op  40  gedurende eenen  
 krijgstogt  naar  Thüringen,  op  een  klein  eiland  in  den  Rijn,  bij  Ingelheim,  
 overleed  (20  Junij  840,  in  het  65s  jaar  zijns  ouderdoms)J,  na  zeer  verschrikt  
 te  zijn  geworden  door  eene  zonsverduistering,  aan  welke  zelfs  Vorsten  in  die  
 dagen  eenen  bovennatuurlijken  invloed  op  den  mensch  toeschreven. 
 De  geschiedenis  der  verwarringen  gedurende  het  leven  van  Lodewijk  den  
 Vroomen  leveren  een  getrouw  beeid  van  den  tijd,  die  op  Karel  den  Grooten  
 volgde,  en  daaruit  wordt het  duidelijk,  hoe  de  scheppingen  van  dit  groot genie  
 zoo  snel  weder  te  niet  konden  gaan.  Aangezien  de  krachten,  die  te  voren  op  
 één  doel  gerigt  waren  en  door  con  wii  werden  aangedreven,  verlamd  werden  
 en  niet  op  elkander werkten, wijl  het  middelpunt  ontbrak;  aangezien  de  voor-  
 treffelijkste mannen,  dewijl  de  zwakke Vorst  het  overwigt  van hunnen  geest niet  
 verdragen  kon,  teruggestooten  en  middelmatige  mensehen van  beperkte  V e rm ö gens  
 tot  de  leiding  der  zaken  geroepen  werden,  moest reeds  daardoor het  alge-  
 meen  welzijn  nadeel lijden.  En  terwijl  nn vader  en  zonen  en  broeders  het  onder  
 elkander  oneens  werden,  ja  tot  vijandschap  oversloegen  en  met  de wapens  
 in  de  hand  elkander  bestreden,  en  terwijl  alle  sledite  roerselen des mensehen :  
 eigenbaat,  hebzucht,  eergierigheid,  wraakzucht,  door de  partijhoofden  in  bewe-  
 ging  gebragt  werden,  om  hun  aanhang  zoo  groot  mogelijk  te maken,  zoo  
 moesten  wel  godsdienst  en  zedelijkheid  steeds  meer  achteruitgaan,  de  trouw  
 jegens  de  voorvaderlijke  beheerschers  verzwakt  worden,  de  wetten  hare  kracht  
 verliezen;  het  voordeel  beheerschte  van  nu  af  de  handelingen  der  mensehen. 
 Het  zal  niemand  verwonderen,  dat  de  leenmannen  in  het  Fränkische  Rijk  
 steeds  overmoediger werden,  hunne  magt  ten  koste  der Koninklijke waardigheid  
 zoowel  als  van  de  algemeene  vrijheid  vergrootten,  en  dat  reeds nu de grond voor  
 die  heerschappij  van  velen  gelegd  werd,  die  zieh  in  de latere  geschiedenis  van  
 Nederland,  Duitschland,  Italie  en  Frankrijk  vertoond  heeft.  Keizer  Lodewijk  
 zond  wel  nog,  op  het  voorbeeld  zijns  vaders,  Zendgraven  door  zijn  Rijk,  om  
 het  opzigt  over  het  bestuur  der  Grooten  te  houden,  doch  zij  genoten  weinig  
 aanzien,  dewijl  de  Keizer  het  zelf niet  had.  Ook  liet Lodewijk  den  stelregel  
 zijns  vaders,  om  niet meer  dan  één  ambt  aan  één  persoon,  het  zij  géestelijk  of  
 wereldlijk,  toe  te  vertrouwen ,  varen.  Daar  zijne  zonen  zijn  voorbeeld  volgden,  
 nam  dit  kwaad  hand  over  hand  toe,  tot  verderf  der  éénheid  des  Rijks. 
 Lodewijk  deed  veel  tot  verbetering  van  het  onderwijs  der geestelijkheid.  Zijn  
 uitvoerig  bevelschrift  daaromtrent,  ten  jare  814  te Aken  gegeven,  getuigt  ook  
 van  zijnen  regt  vroomen  zin.  Doch  het  onderwijs  der  leeken,  door  den  grooten  
 Karel  zoo  zeer  behartigd,  verwaarloosde  hij  tot  oneindige  schade  der  toekomst.  
 Steeds  der  geestelijkheid  te  veel genegen,  schaffe  hij het beroep van Bisschoppen  
 en  Synoden  op  den Keizer  af.  Zeer  op  al  wat  heidensch  was  gebeten,  is  hij  
 voornamelijk  de  oorzaak  geweest  dat  de  voorvaderlijke  liederen,  door Karel ver-  
 zameld,  voor  de  nakomelingsohap  verloren  zijn  gegaan. 
 Groote  Verdiensten  had  Lodewijk  omtrent  de  uitbreiding  des  Christendoms  
 door  het  stichten  van  de  Abdij  van  Corvey  en  de  oprigting  van  het  Aartsbis-  
 dom Hamburg,  waardoor  de  kerstening  van  Scandinavie werd  voorbereid  De  
 beroemde Ansgar  was  de  eerste  die  den  Hamburgschen  zetel  beklom.  Hij  was  
 harer  waardig,  en  zoo  oefende  Duitschland  van  dien  tijd  af aan  eene kerkeliike  
 heerschappij  over  het  Noorden. 
 Gaan wij  thans  over  tot  het  beschouwen  der munten  van  dezen Vorst. 
 Is  er  van  Karel  den  Grooten,  naar  het  schijnt,  slechts  eene  enkele-gouden  
 munt  overgebleven;  van  zijnen  zoon  en  opVolger  komen er vele voor,  doohalleen  
 zeer ruwe solidi of sols d’or; sommigenmeenen dat zij geenemmt zouden geweëst zijn. 
 Wij beeiden er vier verschiffende exemplaren van af op  Pl. XIII  onder N5 1—4.  
 Zij  hebben  alle  op  de  vz.  de  ruwe  voorstelling  van  een  naar  de  regterziide  
 gekeerd,  met  eenen  band  of  diadeem  omgeven,  borstbeeld,  waarom  een