De beeldtenis, vlak van voren te zien, is, naar het schijnt, gedekt met een
diadeem, en beeft, waarschijnlijk tôt sieraad, eenigé bolletjes symmetrisch ge-
plaatst, ter zijde. Het omschrift is:
>J< ECBERTVS.
Op de kz. van N° 1, en ook Van de volgende munten (denariussen, deniers
of zilveren penningen), ziet men, even als op de munten van Goslar, zoodat
ook deze deniers hunnen half-Saksischen oorsprong verraden, de Heiligen Simon
en Judas, met een boven hen geplaatst kruisje, binnen een parelcirkel, Het
omschrift is:
*£ DOC . . . NCVN
voor Doccungun. Vroeger, d. i. tijdens de regering van Hendrik III, kwam ons
deze plaats met den naam Doccunga voor. Deze zware penning (alzoo genoemd
in tegenstelling van de vroegere ligtere) weegt 0,8 w. Wij namen dien over uit
onze Muñten van Friesland, Groningen en Drenthe, Pl. III, N° 3. Het stuk
bevindt zieh thans in bet Kabinet der Leidsche Hoogeschool.
Op N° 2 ziet men de bolletjes alleen aan de regterzijde van het hoofd, en
heeft de diadeem eenen anderen vorm.
De kz. verschilt niet: De omschriften zijn de zelfde. Weegt ook als de vorige.
Overgenomen uit onze Munten van Friesland, Groningen en Drenthe, Pl. III, N° 4.
Op N° 3, even als N° 4 en 5 het produkt van eene andere muntplaats,
komt bet hoofd op de vz. in grooteren vorm voor , en zijn de sieraden ter zijde
eenigzins verschillend. Het omschrift der vz. is :
i # VECBERTV(S).
De eerste letter waarschijnlijk de aanvangsletter zijnde van bet woord Venerabilis,
ongetwijfeld des leenmans eeretitel. Rondom de beeldtenissen der Heiligen
Simon en Judas op de kz. Ieest men het omschrift:
►ï< STA(V)®RO(N)
d. i. Staveren, de bekende oude Friesche stach
Deze munt, die 0,8 w. weegt, bevindt zieh in de Verzameling der Leidsche
Hoogeschool.
Op N° 4 , waar bet borstbeeld weder op de zelfde grootte als van N° 1 en 2
voorkomt, luidt het omschrift:
l JKUijEKTViS 1.
Het is ons niet gebleken wat de beide, letters I , Voor en achter FSobertus,
zouden kunnen beteekenen.
Op de kz. ontbreekt het kruisje boven de beeldtenis der beide Heiligen en
luidt het omschrift:.
% ISTAVSltON.
Weegt als de vorige en werd door ons övergenomen uit onze Munten van
Friesland, Groningen en Drenthe, PI. I II , N° 8.
Op N'’ 5 leest men rondom de beeldtenis op de vz. het zonderlinge omschrift:
<%• HENERTVS.
Rondom de Heiligen op de kz. staat het mede zonderlinge:
►I< SVENRONV.
Weegt als de vorige, en ' is overgenomen uit onze Munten van Friesland,
Groningen en Drenthe, PL III; N° 12.
N° 6 heeft weder rondom -het borstbeeld op de vz. bet omschrift:
: % VECBERTVS
en rondom den parelcirkel, die op de kz. de Heiligen omringt:
* (B) ODLINVVE (R) T.’
Zijnde de oude naam van Solsioard.
Z. Weegt 0,8 w. en is overgenomen uit onze Munten van Friesland, enz
PI. III, N° i3. y
N° 7 is volgens de type, zoöwel van voor- als van keerzijde, eene munt, die
in navolging der geldstukken van Bruno I geslagen is geworden. Op de vz.
ziet men een Vorstelijk hoofd met driepuntig hoofdtooisel en daarvoor geplaatsten,
kruisschepter, regts gekeerd, binnen eenen.cirkel. Het omschrift luidt:
»i< ECBERTVS.
Op de kz. ziet men, even als op de Bruno-munten, het woord:
. . BRVN;
tusschen twee mt parels zaamgestelde lijnen met grootere bolletjes aan de einden.
Het omschrift is:
* SELNRON.
Waarschijnlijk het Groningsche Selwerd.