
 
		en  de  Paus  antwoordde  op  vriendelijke  wijze,  en  liet.den  vre de  door  schiido-  
 rijen  en  gedenksteeneri  verheerlijken.  De  eerste,  die  volgens  de  nieuwe  wijze  
 de  beleening  met  den  schepter  ontving,  was  de  Abt  Ulrich  van  Fulda. 
 Zoo was  de vijftigjarige  strijd  vbl  verbittering,  dank  zij  der  wijsheid ¡van de  
 Duitsche  Vorsten,;op  eene  voor  beide  partijen  billijke  wijze  geeindigd.  De  
 Keizer  behield het  leenregt  over  de wereldlijke  goederen  der kerk  entevenseen’  
 niet  onbeduidenden  invloed  op  de geestelijke  keuzen; daarentegen was  de  onaf-  
 hankelijkheid  der Kerk  van  de wereldlijke magt in  zoo verre erkend, dat de keus  
 der Bisschoppen  en  Abteh  van  de  geestelijkheid  zelve  uitging;  en  volgens  dit  
 grondbeginsel  moet,  van  dezen  tijd  af aan,  ook  het  patriciaat  des Keizers,  volgens  
 hetwebk  de  Paus  zijne  bevestiging  behoefde,  als  vernietigd  beschouwd  
 worden. 
 Keizer  Hendrik  heeft  het  sluiten  van  den Wormser  vrede  sleehts  drie  jaren  
 overleefd.  Maar ook  deze  drie  jaren  waren  eigenlijk  niet  rüstig  en  vreedzaam  
 voor  hem, want  vele  twisten  over  de  erfopvolging  in  enkele  landen,  waarin  hij  
 zieh  mengde,. deden  de onrust  voortduren-,¡'en  daarenboven  koü  na  zulke  ake-  
 lige  tijden  de  gewoonte  aan  veeten  en  opstanden  niet  zoo  eensklaps  ophouden.  
 Over  het  algemeen  heeft  Hendrik V,  even  min  als  zijn  vader,  in  zijn  44jarig  
 leven  en  zijne sleehts  20jarige  regering,  weinig  den  vrede  gekend,  niet ;in  zijn  
 binnenste,  ten  gevolge  van  zijne  hevige  driften  en  het  onrustige  streven  zijner  
 heerschzucKt,-  weinig  of in  het  geheel  niet  in  zijne  regering,  gelijk  dezer  ge-  
 scbiedenis  reeds voldoende  a'angetoond  heeft.  Het onophoudelijke pogen om zijne  
 magt  te-'vermeerderen  hield  hem  tot  aan  zijn  leveuseinde <bezig, !en met name  
 ging  hij  van  het  denkbeeid  zwanger  om  voor  het  verlies  der  vele  Bijksbezittin-  
 gen,  welke  hij  aan  zieh  getrokken  had  en weder  teruggeven moest ,'op het voor-  
 beeld  van  zijnen  sehoonvader  Hendrik  I  van  Engeland-,  eene Rijksbelasting  in  
 te  voeren,  toen  hem  nog  in  de  kracht  zijher  jaren  eene  kwaal ,  die  hij  lang  
 verzwegen  had,  wegrukte.  Te  Utrecht  gevoelde  hij  in  de  lente van  1125  de  
 nadering  des  doods;  hij  ontbood  zijne  gemalin Machteid  of Mathilde bij  zieh,  
 beval  haar in  de  bescherming  van  zijn  erfgenaam , Hertog Prederik van Zwaben,  
 gaf dezen  en  den  anderen Vorsten  raad  over  het  bestuur  des  Rijks,  beval  dat  
 de  Rijkskleinodien  naar  het  Sterke  kasteel Hammerstein  zoüden gebragt worden, 
 totdat  de  Porsten; eene  nieuwe keuze  zouden  gedaan hebben, genoot het Heilige  
 Avondmaal  en  sfcierf,  door  weinigen  betreurd,  op  den  23  Mei  1125,  in  het  
 44e jaar  zijns  o u d e r d om s .  i;Hij  werd  van  Utrecht  vervoerd  en  te  Spiers,  aan  de  
 zijde  van  zijn  vader j  grootvader  en overgrootvader, bijgezet.  Zijne gemalin begaf  
 zieh,  gelijk  wij  reeds  vermeld  hebben,  naar  hären  vader  in  Engeland  terug. 
 Wij  hebben,  aan ¡de  hand  van  den  verdienstelijken kohlkausch ,  de geschie-  
 denis der  beide  eerste groote  Keizers  uit  het.Salische  Huis,  dat  101  jaren  op  _  
 den Duitscheü  troon  gezeten  heeft,  met  vreugde  ¡en  vergenoeging  kunnen  ver-  
 halen;.de  70  ja»en  van  den  vierden  en  vijfdenrHendrik  door  te  loopen, was  
 geene aangename  taak.  Maar  de  geschiedenis. kan  zieh  toch  de  pligt  niet  ont-  
 zeggen,  om  getrouw  te  schilderen,  wat  de  geflachten  van  vroegere  en  latere  
 eeuwen  gedaan,  gepoogd,  verzujmd  en  bedorven  en  wat  zij  geleden  hebben,  
 opdat wij  zouden  ieeisen maat  te  houden ,  het  regt  te eeren,  onregt te sohuwen,  
 eh  .boven  alles  opicde  hoogere  wijsheid  der  Voorzienigheid  te  vertrouwen,  die  
 ook  door  de  tijden  van  groote  verwarring,  ja ondersteboyen  keering,  steed's  de  
 kiemen  van  een  beteren  toestand  te  voorschijn  doet  komen.  Ook kunnen wij  
 niet  aannemen,  dat  die  strijden  sleehts qngeluk  te weeg  gebragt  hebben,  en  al-  
 leen  eene  streojming  voor  den  menschelijken  geest  geweest  zouden  zijn.  De  
 gesehipdenis  heeft,  helaas,  veel  van  krijg  en  strijd  te  verhalen,  nademaal  door  
 het woelen  der  driften  snelle  en  sterk in  de  oogen  springende  veranderingen  te  
 voorschijn  gebragt  worden,  terwijl  de  vreedzame  toestand  van  duizende  huisge-  
 zinnen  Stil  en  onbemerkt  in  de  dagelijksche  gewoonheid voortgaat  en geen  on-  
 dhrwerp  der  geschiedenis  worden  kan. 
 En  ten  tweede,  wat den voortgang  van  den  menschelijken  geest betreff, deze  
 wordt  dikwerf  juist  door’  strijd  en  kamp  bevorderd,  zoodxa  zij  niet  alleen  om  
 uitwendig  bezit,  maar  ook  om  de  heerschappij  van  bepaalde  denkbeeiden  en  
 grondstellingen  gevoerd  wordt ,  hetgeen  het  geval  was i.in  de  door  ons  behan'-  
 delde  tijdvakkeh.  Het>was  te  doen  om  bepalingen  over  den, pmvang  van  de  
 geOstelijke  en  wereldlijke■ magt,  over  de  Tegten,  die  de  eene  of de-andere  toe-  
 kwamen.  De  geesten werden  opgewekt  om  na  te  denken,  zieh  te  bepalen;,  en  
 haar  streven moest,  volgens  den  aard van ons menschelijkverstand, noodwendig  
 lichtvonken  te voorschijn  roepen;  Dat  deuSalische tijden  niet  zonder  invloed  op 
 39*