
 
		paarlen  of  bolletjes.  Dit  vierkant  is  weder  door  een  dito  Vierkant' omgeven,  
 buiten  hetwelk  zieh  in  den  rand  een  klein  kruisje  en  sporen  van  letters  (?) 
 vertoonen.  '  _  , 
 Z  Werd  te  Domburg gevonden ;  bevindt ziob in het Kabinet van het Zeeuwsch 
 Genootschap  en  is  afgebeeld  door wijlen  rethaan  macaró  in  zijne  Eerste Verhandeling, 
   Pl.  I l l ,   N°  55. 
 N°  48,  waaraan  een  gedeelte  door  afbreking  ontbreekt,  heeft  op  de  vz.  de  
 ruwe  afbéelding  (het  ligchaam  is  als  een  vierkant  van  lijnen;  arm,  hand  en  
 vingers  zijn  slechts  lijnen)  van  een  mensch  ter  halver  lijve,  met  een  kruisschep-  
 ter  in de  hand.  Het  hoofd  is  op  dit  exemplaar  bijkans  geheel  weggesleten. 
 Op  de  kz.  schijnen  zieh  vier  cirkelrondjes  met  een  punt  in  ’t  midden  bevon-  
 den  te  hebben.  Slechts  twee  dier  cirkels  zijn  nog  zigtbaar. 
 Z  Werd  in  1776  op  het  strand  te  Domburg  gevonden;  weegt  m  den  afge-  
 broken toestand  0,45  w.  eñ bevindt  zieh in het Kabinet der  Leidsche Hoogeschool. 
 N°  49  nadert  weder,  wat  de  vz.  betreft,  tot  de  type  der  munten,  die wij  
 onder  N°  42—44  beschreven  hebben.  Op  de  vz.  ziet  men  namelijk  een  ruw  
 borstbeeld met  schild ;  terwijl  zieh  vóór  en  achter dat  borstbeeld Angel-Saksiscbe  
 letters  vertoonen. 
 Op  de  kz.  ziet  men,  naar  het  schijnt,  een  borstbeeld  van  den  ruwst  moge-  
 lijken  vorm.  Dat  het  afgebeelde  een  borstbeeld  moet  voorstellen  meenen  wij  te  
 mo^en  opmaken  uit  het  oog,  den  neus  en  de  kin ,  benevens  eene soort van hals-  
 kraag  (?),  die  veel  gelijkt  op  de  afbeeldingen  op  de  vroegere N°°  1—17,  enz.  
 voorkomende,  welker  juiste  beteekenis  voor  ons  onverklaarbaar  bleef. 
 Ook  aan  deze  zijde  vertoonen  zieh  vóór  het  borstbeeld  eenige  sporen  van 
 letters■ 
 Z  De  te  Domburg  gevondene  munt  bevindt  zieh  in  de  Verzameling  van  het  
 Zéeuwsch  Genootschap.  Zij  werd  reeds  afgebeeld  door macaró  in  zijne  Eerste 
 Verhandeling,  Pl.  I I ,  N°  40. 
 N°  50  heeft  op  de  v(?)z.  een  in  bolletjes  eindigend  kruis,  met  vier  punten 
 tusschen  deszelfs  beenen  en  omringd  door  een  voor  ons  onleesbaar  omschrift. 
 Op  de  kz.  herhaalt  zieh  het  ons  reeds  dikwerf  voorgekomen  vierkant,  uit 
 paréis  zaamgesteld,  met  een  kruis'  aan  het  boveneind  voorzien;  in  It midden 
 hebbende  een  cirkelrond,  • omringd  door  vier  onregelmatige  figuren.  Ook  dit  
 vierkant  wordt  door  een  onleesbaar  omschrift  omgeven. 
 Z.  Gevonden  te  Homburg  en  berust  in  de  Verzameling  van  het  Zeeuwsch  
 Genootschap  te Middelburg.  Afgebeeld  door  r e t h a a n   macaró  in  zijne  Eerste  
 Verhandeling,  Pl.  I I ,  N°  23. 
 N°  51  heeft  op  de  vz.  weder  een  ruw  borstbeeld  met  schild,  regts  gekeerd,  
 en  een  drietal  Angel-Saksische  letters  vóór  het  borstbeeld. 
 Op  de  kz.  ziet  men  andermaal  een  parelvierkant met kruisje aan de bovenzijde ,  
 onregelmatige  figuren  in  het  vierkant  en  een  omschrift  aan  de  buitenzijde. 
 Z.  Weegt  1,15  w. ;  werd  in  1842  te  Wijk bij Duurstede gevonden en bevindt 
 zieh  in  onze  Verzameling. 
 N°  52 - vertoont  op  de  vz.  een  ruw  hoofd,  met  eene  kroon  voorzien,  regts  
 gekeerd,  met  een  schild  en  letters  aan  de  voor-  en  achterzijde  des  hoofds. 
 Op  de  kz.  een  uit  paarlen  zaamgesteld  vierkant,  hebbende  in  het midden  een  
 cirkelrond ;  boven  hetzelve  twee  T’s  en  onder  als  twee  I ’s ;  aan  de  benedenzijde  
 onder  het  vierkant  als  twee  gespannen  koorden,  waartusseben  drie  regelmatig  
 geplaatste  bolletjes.  Verder  in  den  rand  sporen  van  letters. 
 Z.  Weegt  1,1  w.;  bevindt  zieh  in  het  Kabinet  det  Leidsche  Hoogeschool  en  
 is  van  onzekererherkomst.  i  i 
 N°  53  heeft  weder  op  de  vz.  een regts gekeerd, met kroon  en  schild voorzien,  
 hoofd.  Tusschen  de  kroon  vertoonen  zieh  bolletjes.  De  letters,  die  het  borstbeeld  
 omringen,  schijnen  het  woord  VTIC  uit  te  maken. 
 Op  de  kz.  weder  een. parelvierkant,  met  kruis  aan  de  bovenzijde  en  een  cirkelrond, 
   benevens  onregelmatige  figuren  in  het  midden.  In  den  rand  sporen  
 van  een  omschrift. 
 Z.  Te Dombnrg  gevonden.  Bevindt  zieh  in  het  Kabinet  van  hef  Zeeuwsch  
 Genootschap  en  is  afgebeeld  in  r e t h a a n   maca ró ’s  Tweede Verhandeling,  Pl.  I ,  
 N°  27.  Drie  dergelijke  munten  zijn  uitgegeven  door  r u d in g   in  zijne  Annals  
 of  the  Coinage  o f  Great' B rittain,  PI.  2,  N°  22—25.  Vergelijk  h aw k in s   
 Silver  Coins  o f  England,  N°  37. 
 N°  64  heeft  op  de  vz.  weder  een  regts  gekeerd,  gekroond  borstbeeld,  met  
 schild  en  het  woord  VTIC;  op  de  kz.  een  parelvierkant,  waarvan  de  bovenste