
 
		Kardinalen,  benevens  vele  Bisschoppén  en  Geestelijken;,  de  Koning  klom  de  
 trappen  op,  boog  eene  knie  voor  den Baus  en  kuste  hem  in  den  naam  der  heilige  
 Brieéenheid  op  mond,  voorhoofd  en  oogen.  Een  luid gej'ubel  der menigte  
 —deed  zieh hooren,  toen  de Koning  de  regterhand  des  Pausen  vatte  en  hem  naar  
 de  zilveren  deur  der  kerk  leidde.  Hier  deed de Koning  den  gebruikelijken  eed,  
 • dat  hij  een  besohermer  der Kerk  zoude  zijn,  en werd hij  nu  door  den  Paus  tot  
 Keizer  aangewezen  en  gekust,  In  de kerk  namen  Paus  eniKönjng hunnen  zetel  
 in,  en met  gespannen  verwachting  sloeg  de  groote  vergadering  de  oogen  op  de  
 beide  hoofden  der  Christenheid ,  hoe  zij  in  de  hoog  gewigtige  aangelegenheid,  
 die  reeds  zoo  lang  de  gemoederen  in  beweging  had  gebragt,  tot  een  vergelijk  
 zouden komen.  Maar  de  uitkomst was  anders,  als  de  ineesten  konden  verwachten. 
   Naauwelijks was  de  Pauselijke  oorkonde gelezen ,  volgens welke  alle  Rijks-  
 regten  en goederen, welke  sedert Karel  den Grooten aan  de Kerk mogtett gege-  
 ven  zijn, weder  afgestaan  werden,  en  dat  het  aan  alle  Bisschoppen  én Abten  
 verboden  zijn  zoude,  zieh  ooit  weder  deze  Rijksregten  aan  te  matigen,  of  er  
 verhief zieh  de heftigste  tegenkanting  van  de, Geestelijken  en Vorsten tegen zulk  
 een  verdrag,  zoodat  de Paus  niet  in  Staat Was  zijne  voordragt  td  eiridigen,  De  
 Koning begaf zieh met  verscheidene  Bisschoppen  en  Vorsten  in ,een  ander  deel  
 der kerk,  om  hen  te  raadplegen;  hierop  verklaarde  hij  dat,  aangezien  het  verdrag  
 door  den  Paus,  gelijk  hij  zag,  niet  ten  uitvoer  gébragf  kon  worden,  zoo  
 wilde hij  als Keizer  gekroond worden-zonder  terugzigt Op dat  verdrag.  De Paus  
 verontschuldigde  zieh  omdat-de  dag  reeds zoo  vernverloopem was;  er  werd  over  
 en weder  gestreden,  totdat  eindelijk  een Ridder  uit  het  gevolg  des  Keizers  den  
 Paus  toeriep:  »Wat  bezigt  gij  vele  woorden 1  Gij  zult  weten  dat  ouze  Heer,  
 even  als Karel,  Pepijn  en  Lodewijk', gekroond wil  zijn.»  En  als de  Paus  daarin  
 volhardde,  dat Hendrik  eerst  afstand  van  het  regt  der  Investituur  moest  doen,  
 liet deze,  op  raad  van  zijnen Kanselier Adalbert  en  van  Bisschop  Burchard  van  
 Munster,  den  Paus  en  de Kardinalen omsingelen; en niettegenstaande de Aarts-  
 bisschop  Koenraad  van  Salzburg  er  zieh tusschen  in wierp  en  zijn eigen  hoofd  
 aanbood, werd  de  Paus  gegrepen  en met  de Kardinalen  bij het invallen van  den  
 nacht gevankelijk weggevoerd.  Alleen  de  Bisschoppen  van  Ostia  en  TUsculum  
 ontkwamen  verkleed  en  riepen  het  Romeinsche  volk  tot  des  Pausen  bevrijding 
 op.  Nog  in  dien  nacht werden  vele Duitschers  op de  straten  vermoord  en  met  
 het  aanbreken  van  den  dag  grepen  de  Romeinen  het  Duitsche  leger  voor  de  
 Pieterskerk met woede  aan,  Hendrik wierp  zieh half gewapend op zijn strijdros,  
 sprong  in wilde  drift  van  over  de  marmferen trappen  der Pieterskerk, dóorboorde  
 vijf  Romeinen  met  zijne  speer,  maar  stortte  zelf  gewond  van  zijn  paard.  De  
 Milanesche  Graaf Otto  snelde  toe , - steeg  af en  gaf den  Keizer  zijn  paard;  deze  
 redde  zieh ; maar  Otto  werd  door  de  vertoornde  Romeinen  gevangen  genomen  
 en  in  stukken  gehouwen.  »Ziet  gij  niet,  mijne  Ridders,»  riep  de Keizer over-  
 luid,  »dat de  Romeinen mij  vermoorden,  en  gij hélpt niet?»  Hierop slotenzich  
 de Duitschers  weder  digt  om  hem  en  de  verbitterde,  bloedige  strijd  werd ge-  
 durende den  geheelen  dag  voortgezet.  Des. avonds ,  toen  de  Romeinen  de  ge-  
 sneuvelden  plunderden,  en  met  buit  beladen  over  de  Tiberbrug wilden  terug-  
 keeren,  liét  Hendrik  nog  een  hevigen  aanVal  op  hen  doen,  en  eene  menigte  
 hunner  kwam  door  het  zwaard  of de  gölven  der rivier  om.  Maar  den  Engelenburg  
 konden  de  Duitschers  toeh  niet  veroveren,  en  verliefen  nu,  om  hunne  
 gevangenen  in  veiligheid  te  brengen,  na  drie  dagen,  de  stad,  bragten den Paus  
 naar  den bürg Trobico  en  verwoestten  de  omstreken  van  Rome  te  vuuf  en  te  
 zwaard.  Deze  toestand  duurde  twee  maanden;  geene  bedreiging was in  staat om  
 den  Paus  te¡ doen  toegeven ;  eindelijk  echter  verbrak  de  neod  der Romeinen  en  
 de toespraak  van  alle  de  zijnen  zijn  tegenstreven; züchtende  zeide  hij:  » Ik ben  
 gedwongen voor de  bevrijding  der Kerk  en  voor  den  vrede toe  te  geven, wat  ik  
 voor  mijn  eigen  leven  nimmer  zoude  gedaan  hebben.» 
 Er werd  een  vergelijk  getroffen,  volgens  hetwelk  de  Paus  de  Investituur  der  
 Bisschoppen  en  Abten  aan  den  Koning  ©verlief  en  tevens  beloofde ,  het  hem  
 aangedane onregt  niet  te  zullen  wreken,  den  Koning  niet  in  den  ban  der  kerk  
 te  zullen  doen,  hem  veeleer  als Keizer  te  zullen  kroonen,  en in alle aangelegen-  
 heden  te  willen  ondersteunen.  Hendrik  beloofde  daarentegen,  den  Paus  benevens  
 alle  gevangenen  in  vrijheid  te  züllen stellen,  alle  aan  de  Roomsche Kerk  
 ontnomene: goederen  te  zullen  teruggeven  en  den  Paus,  onder  voorbehoud van  
 de waardigheid  des Rijfes,  gehoorzaam  te  zullen  zijn,  Veertien  Kardinalen  be-  
 zwoeren  dit  verdrag  voor  den  Paus  en-  even  zoo  vele  wereldlijke Vorsten  voor  
 den  Keizer,  dat  daarenboven,  wat  het  overlaten  der Investituur aan den Koning