
 
		zoon  naar Aquitanie  teruggaan;  zij  omhelsden  elkander  onder  vele  tränen;  zij  
 zagen  elkander  niet  weder. 
 Volgens  de  bijgeloovige meening  dier  tijden  kondigden  vele  voorteekenen  aan  
 den  hemel en  pp  aarde  groote  gebeurtenissen  aan.  Toen  Karel in  811  nog  een-  
 maal een krijgstogt  tegen Gotrik,  Koning  der Deenen,  ondernam, had hij daarbij  
 het  ongeluk  van  zijn  paard  te  störten,  waarbij  zijn  zwaard  brak. 
 In  Januarij  814  keerde  de  koorts,  die  hem  van  tijd  tot  tijd  kwelde,  met  
 grootere  hevigheid  terug,  Geene middelen  baatten,  en  na  zeven  dagen  overleed  
 ■de groote Keizer  op  den  28  Januarij  daaraanvolgende  in  zijn  tweeenzeventigste  
 jaar,  na  eene  rpgering  van  zesenveertig  jaren.  Zijn  ligchaam werd gebalsemd  en  
 in  zittende  houding,  pp  eengn  marmeren  zetel,  met  een  aantal  reliquien  en  in-  
 signién,  in  den  grpfkelder geplaatst,  die  tweehonderd jaren daarna, op hevel van  
 Keizer  Otto  I II ,  en  later,  in  1166,  nogmaals  door Keizer  Frederik  I  geopend  
 is  geworden;  deze  laatste  keer  toen  Karel  door  Paus  Baschalis  III  onder  het  
 getal  der  heiligen  was  opgenoroen.  De  Keizerlijke  insignién  van  den  grooten  
 Vorst,  later  door  verschillende  Keizers  gedragen,  berusten  thans  te Weenen. 
 Karel  heeft  vele  gedenkteekenen  van  zijne  grootsche  regering  nagelaten.  Tot  
 deze  neigde  vogral  zijn  groot§ geest,  Hij  verschafte  door  deze  aan  duizenden  
 nuttigen  arbeid  en  wekte  den  zin  des  volks  op  tot  het  verhevene  en  sohoone.  
 Over  de  betrekkelijke  schoonheid  zjjner  raunten,  nadat  hij  Italie  had  leeren  
 kennen,  spreken  wij  weldra.  Ook  zijne  bouwwerken,  volgens  de  Romeinsche  
 voorbeelden,  die  hij  voornamelijk  in Noord-Italie  en  zuidelijk Prankrijk aantrof,  
 getuigen  van  zijnen  groptschen  aanleg  en  voor  zijnen  tijd  goeden  smaak.  Be-  
 halve  de  zoo  aanstonds  door  pns  te  vermelden  paleizen,  grondvestte  hij  onder-  
 scheidene  steden,  die  nog  bestaun,  b,  v.  Halle  aan  de  Saale,  Itzehoe  in  Holstein  
 ,  Hochbuchi  aan  de Elbe,  het  tegenwoprdige  Hamburg;  in Westphalen aan  
 de  Lippe  eepe  stad,  naar  hem  Karlstadt  geheeten,  waarschijnlijk  waar  thans  
 Lipstadt  ligt.  Bij  Boulogne  houwde  hij  eenen  vuurtoren  ten  beboeve der  zee-  
 lieden ,  die  bij  nacht  längs  de gevaarlijke  kust  voeren; bij Mentz eene sohipbrug,  
 later,  helase!  door  brand  vernietigd.  Hij  begon  ook  eene grootsche onderneming  
 tijdens  zijnen  ooriog  tegen  de Avaren,  toen  hij  door  een  deel  van  zijn  leger een  
 kanaal  liet  graven,  dat  den  Donau  met  den  Rijn,  en  alzoo de Zwarte- met  de 
 Noordzee  in "verbinding moest  brengen.  Ten  gevolge  van  de  onervarenheid  der  
 toenmalige ■waterbouwkundigen ;  althans  van- die  zieh  in  s Vorsten  dienst bevon-  
 den,  stortten  de  wanden«  van  het  kanaal  in  en  werd  het  onbruikbaar.  Het  
 grootsche«  van Kared  werd  in  onze  dagen  door Koning Lodewijk I  van 
 Beijeren  weder  opgevat  en gelukkig voltooid,  zoodat  het-kanaal,  dät  de Donau  
 met  den  Rijn  verbind!,,  teregt  ’»Vorsten  naam  draagt.  Ben! vaartuig  kan  nu  
 regelregf  van  Weenen  naaè  Amsterdam  komen. 
 Onder  de  groote  bouwveerkeni van Karel  behooren  in  de  eerste  plaatis  vermeld  
 te worden  het paleis- te- Nijmegen ¿ waarin  de groote'Vdrst drkwerf vertoefdo; Van  
 zijn  verblijf in- hooger gelegene  plaatsen  van  Nederland vermeldt  de geshhiedenis  
 niet,, doch waarschijnlijk. zal  hij- ook Tiel,  en  de merkwaardigehandelstadDunr-  
 stede- (Dorestadus)  eh ook de- tegenwoordige' Friesche strekeü wel bezöcht hebben.  
 Het Keizerlijké paleis  téi Nijmegen  is  op  het  einde  der  18e  eeuw  door  de  révolutionnaire  
 barbaren- voor  afbraak  verkocht  geworden,  en  slechtw  geringe over-  
 blijfselen  zijn  daarvan nog. te  vinden.  Het droeg toeh den naam van het Valkhof ;  
 missehien  omdat-  de  groote  Vorstelijke  jagtpsrtijen  vroeger  van  daár  üitgingen.  
 Veirder  stichtte  Karel h-eti  paleis  Ingelheim ,  dat  100  zuilen  bevatte.  Döch  van  
 al  de  160  paleizen,  die  hij  bij  het  doorreizen  der  verschillende gewesten van zijn  
 gtöot Rijk  vari  tijd,  tot  tijd  bewoonde,  was  hem  het  geliefdste-  dat  van  Aken,  
 waar  of!  in- welks  naibijheid-  hij  waarschijnlijk  geboren  was,  te  midden-  der  
 Austrasiscbe  Franken,  op  echt Duitscherr gnond,  Dit  paleis  was  van buiterige-  
 wone-práeht  én  van  voor  die  dagen  uitstekende  schoonheid.  De  heerlijkheid- van  
 Italie,, van  ZnideFrankrijk  en  van  de  Levant was  er  aan  cijnsbaar  gemaakt.  In  
 dat  paleis,  vóór  hetwelk  het  ruiterStandbeeld  van  Theodorik,  den  Koning  der  
 Oost-Gothäen,  prijkte-,  uit Ravenna  derwaarts  overgebrrigt, waS de gtoote gerigts-  
 zaal,, waarin Karel  zestien malen  den  Rijksdag  verzainelde,  Wäarrin  hij- jaarlijks  
 de hulde  van  dei afgevaardigden  uit  de  versehillendn  deelen  vari'zijn  gfoöt  Rijk  
 ontving-,  en« waar gezanten  van  den Paus,  van  den  Gnekschen-Keizer, vari  den  
 Patriarch  van  Jeruzalem ,-van  den  Kan  der Avaren, -vrin deri Köriing der Deeüen,  
 van  den; Koning  der  Pèrzen  en  deri -Kalif  van  Bagdad ,  gelijk-  de  verdrevene  
 Köningen - der Mooren  iri  Spanje  voor-  hem-  verScherien,  meestàl  met  rijke  ge-  
 schenken  beladen, 
 15*