
ten dragen. Voor uitroeiing van dit belangrijk product behoeft
gelukkig geen vrees te bestaan, daar men zieh slechts tot‘de
inzameling der vruchten bepaalt, die meestal, tegelijkertijd.
rijp, binnen weinige dagen van de boomen vallen. Het win-
nen van het vet geschiedt door de vruchten tot op zekere
hoogte te weeken en daarna met water op te kooken; na
eenigen tijd komt dan de vetstof boven, die nog door nadere
kookingof ogezuiverd wordt.
In goede jaren bedraagt de uitvoer van thngkawang tot 2
ä 3 millioen k.g. De prijs der vruchten is circa f 4 per pikol,
die van het vet f 19 ä / 20 per pikol.
Ook uit de stammen van andere boomen als de köpajang,
die mede wordt aangeplant, de madjau, de toegar, en de teu-
nah worden zeer bruikbare olien voor het braden gewonnen.
Die van de sindoer- en kferoewin-boomen, zijn met hars ge-
smolten uitmuntend geschikt tot het breeuwen van vaartuigen.
Onvermengd worden ze ook wel gebezigd tot het aanmaken
van verf.
Onder de voortbrengselen uit het woud kunnenverder worden
genoemd, bijenwas en honig. De uitvoer van die artikelen
is echter betrekkelijk gering; de marktwaarde is ongeveer
/ 5 0 per pikol was en f 8,50 voor 1 pikol honig. Ook aren-
suiker levert een uitvoerartikel op; de prijs is circa/” 12,50
per pikol.
De uitvoer van de vorengenoemde boschproducten heeft
bijna uitsluitend naar Singapore plaats. De inzameling geschiedt
hoofdzakelijk door de Dajaks, terwijl Chineezen en
Maleiers opkoopers, en de Chineezen vooral de exporteurs
dier handelsartikelen zijn.
Onder de voortbrengselen uit het woud waarvan door de
bevolking uitsluitend voor-den huizenbouw wordt partij getrok-
ken,kunnen nog genoemd worden: nipah en koelit-kajoe.Nipah
komt alleen aan de kusten en aan den benedenloop der groote
rivieren voor. Van de nipahbladeren maakt men de zoogenaamde
kädjangmatten, die hier en daar als wandbedekking worden
gebezigd. Naar gelang van de afmetingen zijn deze matten
op de kustplaatsen verkrijgbaar tegen 10 ä 35 cts. per stuk.
Ook de voor wand- maar vooral voor dakbedekking gebezigde
zoogenaamde atap’s worden zoo mogelijk van nipah-bladeren
vervaardigd, al naarmate de bladeren aan de gespleten blad-
stelen geregen zijn, dan wel aan een latje van den stam, va-
rieert de handelsprijs van f 1.10 tot f 1 per 100 stuks. Waar
geen nipah gevonden wordt, vervaardigt men de atap van de
bladeren van den aren-palm.
Koelit-kajoe (boomschors) wordt door de inheemsche bevolking
hoofdzakelijk voor dak- en wandbedekking gebezigd.
Voor het eerste is het wel is waar een weinig kostbaar, maar
daarentegen een zeer siecht materiaal, daar het aan weer en
wind blootgesteld, zeer spoedig berst en dan het regenwater
doorlaat. Eene niet lekkende met koelit-kajoe gedekte woning,
kan dan ook zeker eene Borneo’sche zeldzaamheid worden
genoemd. De marktprijs van koelit-kajoe is ongeveer 10 cts.
per □ m.
Onder de vezelstoffen, waarvan de inheemsche bevolking
voor eigen gebruik veel partij trekt, zijn de voornaamste : de
kapoewa, zijnde de bast van een boom, waarvan de Dajaks
hunne badjoe’s (buizen) en tjawat’s (schaamtegordels) maken
en de lemboh, welke voor de vervaardiging van kölamboe’s
(gordijnen) wordt gebezigd.
Volledigheidshalve zullen wij hier nog de voortbrengselen
van den inlandschen landbouw opsommen, zoomede de ver-
schillende cultures, die op Borneos Westkust toepassing vin-
den. Op enkele dier cultures zal later zoo noodig nog meer uit-
voerig worden teruggekomen.
Evenals elders bekleedt ook de rijstcultuur een voorname
plaats. Zoowel bij Maleiers als Dajaks geschiedt die cultuur