
DE AFDEELINGEN PONTIJANAK EN OMME-
LANDEN EN SOENGAI KAKAP .
Met een kaart.
TOPOGRAPHISCH OVERZICHT.
Nabij het rechter zijtakje Rangkang, circa 25 k.m. stroom-
afwaarts van Tajan, waar degrens tusschen de landschappen
Pontijanak en Tajan de Kapoewas snijdt, splitst die rivierzich
in 2 armen, die zieh herhaaldelijk hereenigende, achtereen-
volgend de eilanden Sgparoh, Djamboe en Limboeng om-
sluiten.
Aan den zuidoostelijken hoek van het eiland Djamboe
scheidt zieh de vroeger genoemde Mgndawak van de Kapoewas
en begint de eerste deltavertakking van den mächtigen
stroom; dit punt vormt dus het toppunt der delta, waartoe al
het kustland tusschen Pontijanak en Soekadana kan gerekend
worden. Längs die kust vindt men overal een modderigen of
slijkachtigen zeebodem, die zieh ver in zee, tot zelfs voorbij
de Karimata-eilanden uitstrekt.
De voornaamste geul, die tot aan het op 108.2 k.m. stroom-
afwaarts van Tajan gelegen Soeka Lanting den naam van
KapoewasJ) behoudt, heeft eene algemeen westelijke richting;
1) Ter onderscheiding van de „Kleine Kapoewas” wordt de hoofdstroom tusschen
Tajan en Soeka Lanting gemeenlijk onder den naam van „Groote Kapoewas” aan-
geduid.