
rena. Deze houtsoort wordt aangetroffen in het Boven-Ka-
poewasgebied en in de merenstreek, doch ook in de bene-
denlanden der Kapoewas en hare affluenten komt het nog
vrij veelvuldig voor, hoewel de boomen er veel minder in-
drukwekkende afmetingen hebben dan in het Boven-Kapoe-
wasgebied. Ook in de wouden van Sambas komt tömbb-
soe voor, doch betrekkelijk weinig. Het hout dat op Borneo
als het fijnste timmerhout bekend Staat en verkrijgbaar is
tegen f 60 a f 70 per m3, heeft een donkerbruine kleur en
is zeer hard, doch laat zieh veel gemakkelijker bewerken
dan het ijzerhout; hetsoortelijk gewicht van beide is onge-
veer gelijk.
Märbau komt alom verspreid voor. Het is licht bruin van
kleur, zeer buigzaam, taai, duurzaam en uitmuntend bestand
tegen klimaatsinvloeden, in welk opzicht het djatihout over-
treft. Men bezigt het vooral bij den scheepsbouw ; wegens zijn
buigfzaamheid laat het zieh bovendien o zeer ogfoed als meubelhout
gebruiken. De prijs is ongeveer f 60 per m3; het soorte-
lijk gewicht is iets grooter dan dat van water.
Mädang-sämat wordt bij huizenbouw hoofdzakelijk gebezigd
voor kapwerk en stijlen, verder voor masten van schepen. Het
is eene zeer duurzame houtsoort, die ook erg veerkrachtig is,
en kenbaar aan een Sterken aromatischen geur. Het komt
hoofdzakelijk in de vlakke streken der Kapoewasdelta voor,
ook in het Sintangsche, zoomede in de vlakte van Singkawang.
De prijs is/40 a / 50 per m3.
Täkam, onderscheiden in ajdr en boekit, wordt vooral aan-
getroffen in de Kapoewasdelta, in het Sintangsche, in het
merengebied, in de Pinohlanden en in Sambas. Het komt in
deugdzaamheid met djatihout overeen, doch heeft minder ge-
breken. Het täkam-boekit bereikt dikwijls de hardheid van
ijzerhout. Men bezigt het vooral voor huizenbouw (kapwerken,
dakroosterwerk, stijlen, die niet met den bodem in aanraking
komen, vloer- en omwandingsplanken), zoomede voor meu-
bels. De prijs is/40 ä /50 per ms.
De hiervorengenoemde houtsoorten worden gerangschikt
onder den algemeenen naam van kajoe kdras = hard hout,
waartoe nog mede gerekend worden te behooren : het rood-
bruine kampas, dat overal in de Kapoewasdelta vooikomt
(prijs f 40); het prächtig gevlamde kajoe-garoe, dat hier en
daar in het Pontijanaksche aangetroffen wordt en evenals de
laatstgenoemde soort voor meubels gebezigd wordt (prijs/60
ä /70) ; het joni, het djärnang, het matjil, het alai, die alle
in het Sintangsche voorkomen en vooral voor de vervaardi-
ging van meubels worden gebezigd (prijzen wisselen af van
/4 0 tot / 50); het pänjan, dat alleen schaars in het Pontijanaksche
voorkomt, dezelfde eigenschappen heeft als het täkam
en ook tot dezelfde doeleinden wordt aangewend (prijs/40)
eri eindelijk het kajoe-arang of ebbenhout, dat alom verspreid
is, maar zeldzaam aangetroffen wordt. Het is eene zeer broze
houtsoort, die veel grover van vezel en ook minder intens
zwart is dan het West-Indisch ebbenhout.
De navolgende houtsoorten hebben een soortelijk gewicht
kleiner dan water en drijven daarin ; zij staan onder den algemeenen
naam van kajoe lompong bekend, eene benaming,
die döor de meesten, zeer ten onrechte, alleen voor hout van
zeer inferieure kwaliteit wordt gebezigd.
Kabadja, een rood-gevlamde houtsoort; kbrandji, zeer fraai
en geel gevlamd ; het veel op kampas gelijkend mfenggbris;
het roode tapang, dat na geveld te zijn op den duur zwart
wordt. Op de tapanboomen vaak met stammen van 50 m.
hoogte maken bij voorkeur de bijen hunne nesten. Rbsak,
kosieo en tjämpedak ajär komen in kwaliteit het t&kam nabij
en worden ook1 voor dezelfde doeleinden gebruikt. De prijs
dezer houtsoorten varieert van / 40 tot f 50.
Teladan, toebos-röboet en säranglang worden alom in het