
I
i i s
mers, laadprauwen en voor den afvoer van hout en rotan 00k
met vlotten; een 5tal kleine stoombarkassen verricht boven-
dien sleepdiensten tusschen Pontijanak en Sintang en van daar
naar Boenoet en Nangah Pinoh.
Met de thans in de vaart zijnde stoomschepen, zeilvaartui-
gen en bandoeng’s wordt zeker voldoende in de behoefte van
het transport voorzien.
De sedert de laatste jaren vermeerderde stoomvaart zoowel
op de Kapoewas als tusschen Pontijanak en Singapoera is on-
tegenzeggelijk op den handel in het Kapoewasgebied van
dunstigen invloed geweest. 0 0 o . MöCgJ’e dit al den Chineezen zeer
ten goede zijn gekomen, dat de welvaart van het gros der be-
volking van dat gebied door de toenemende handelsbeweging
merkbaar is vooruitgegaan, valt alleszins te betwijfelen.
HISTORISCHE AANTEEKENINGEN BETREFFENDE
KOEBOE.
Het landschap Koeboe, het zuidelijkste rijkje van het Kapoewasgebied,
heeft zijn ontstaan te danken aan Said Aidroes
Alaidroes, een zwager van Sjarif Abdoel Rachman Alkadri,
grondvester van Pontijanak1), die zieh körten tijd na. de stich-
ting van dat rijk, dus omstreeks het jaar 1780, met eenige
Arabische, Boegineesche en Maleische volgelingen op körten
afstand van de afscheiding van de S. Törbntang van de Kapoewas
längs eerstgenoemde rivier vestigde. Om de nieuwe
nederzetting tegen zeeroovers te beschermen liet Said Aidroes
bovendien een weinig stroomopwaarts van de monding der
Töröntang in de Olak Olakrivier (de Kleine Koeboerivier)
1) Volgens de nota van toelichting op het contract van 1870 was Said Aidroes
een van Mgmpawah naar Broenai uitgeweken neef van Sjarif Abdoer rachman, die
zieh eerst te Pontijanak vestigde en later, wegens geschillen met den stichter van
Pontijanak, de wijk nam naar de S. Tärgntang.