woeste k e rk , even als de meeste kerken in het Gooi voor de
Hervorming gewijd aan St. V i t u s , den patroon van het stift te
E lten , was niet lang na 1416 gesticht. Tot dusver was Hilversum
met Laren een. De overoude St. Janskerk, waar de buren der
beide plaatsen ter Misse gingen, lag tusschen beiden in , op een
hoog stuk land bij den toi, aan den tegenwoordigen kunstweg
van Hilversum naar Laren. In 1423 kreeg Hilversum het reg t, zijn
eigene schepenen te kiezen en in denzelfden tijd bekwam het
ook zijn kerkelijke zelfstandigheid, voorbereid door de schenking
van eenigen bouwgrond tot onderhoud van den pastoor, die 16
Rijnsche guldens opbragt. Alleen het muurwerk der kerk kan dus
eenige eeuwen teilen. Van de overige bedehuizen is er niet een,
dat een eeuw oud is. Het kerkje der Doopsgezinden is zelfs nog
geen jaar oud. Het werd in Junij 1878 ingewijd, als ver-
eenigingspunt der Doopsgezinden in het Gooi, wier eertijds
bloeijende gemeente te H u i z e n sinds lang een kwijnend leven
had geleid.
Hoe oud Hilversum dan ook möge zijn, het is niettemin, wat
zijn uitwendig voorkomen betreft, een grootendeels nieuwe plaats.
Door zijn ligging, deels in een dal, deels tegen langzaam rij-
zende heuvelen opkl immendheef t het aan de natuur velerlei
voordeelen te danken | maar daar staan ook nadeelen tegenover,
die alleen door kunstmiddelen zijn te overwinnen. Het afstroomend
regenwater, bij hevige stortbuijen door de goten en riolen on-
mogelijk te verzweigen, stört zieh over de laagst gelegen gedeelten
van het dorp en maakt daar vooral de woningen vochtig en on-
gezond, terwijl bovendien het met verwstoffen en onreinheid
gemengde water uit de fabrieken slechts een’ gebrekkigen afvoer
vindt en, nevens den inhoud der mestvaalten en privaten, den grond
aanhoudend bederft. Hilversum is dan ook geenszins een zoo
gezonde plaats, als de bezoeker, die alleen zijn’ lichtkant opmerkt,
wel zou vermoeden, en als hij tijd en moed had, de treurige ver-
blijven binnen te treden, waar honderden van fabriekarbeiders
hun droevig bestaan voortslepen, dan zou hij er een lichamelijke
en zedelijke eilende zien, dubbel stuitend bij de weelde en den
vrolijken levenslust om hem h e e n , en den wensch zou hij niet kun-
nen weerhouden, dat in dit paradijs voor den rijke en voor den
middelstand, ook door die misdeelden der bevolking wat meer
van het goede des levens mögt worden genoten.
Hilversum bezit eene belangrijke Industrie, die aldaar wel
later gevestigd w e rd , dan in Huizen en Blaricum, door gebrek
aan middelen van gemeenschap, maar na het graven van de vaart
en het verbeteren van den weg tusschen Amsterdam en Weesp
spoedig een vrij hooge vlugt nam. Men vervaardigt er vloer-
kleeden en paardendekken, baai en molton en zoogenaamd Hil-
versummer streep. Sedert eenige jaren is er eene stoomspinnerij
en weverij, terwijl ook twee tapijtfabrieken met stoom werken.
Het aantal fabriekarbeiders bedroeg in 1875 nagenoeg 3000, op
een bevolking van 6600 zielen, dus iets minder dan de helft.
De ten deele ongezonde arbeid bij het bewerken, zuiveren en
verwen van koehaar en wol in siechte woningen of gebrekkige
fabrieken; de geestdoodende invloed van een aantal eentoonige
bezigheden; het veel te vroege gebruik van de kinderen en de
mogelijkheid voor meisjes en vrouwen, om er den ganschen dag
bezig te zijn, tot schade van huisgezin en huiselijkheid; de eigen-
aardige nadeelen van zorgeloosheid lg onmatigheid, snoeplust en
pronkzucht, aan het leven bij den dag verbonden, plaatsten den
Hilversumschen fabriekarbeider in een’ hoogst ongunstigen toe-
s ta n d , nog verergerd door den dwang, om zieh in de winkels
der patroons van hunne benoodigdheden te voorzien tegen b o n s ,
waarmede een deel van het loon werd betaald. Maar onbillijk
zou het zijn, te vergeten dat zulke nadeelen aan de meeste fa-
briekplaatsen eigen zijn. ’t Ontbreekt geenszins aan zeer goede
en wel varende werklieden; veel werd verbeterd en als allen
zamenwerken, fabrikanten en arbeiders, gemeente- en armbe-
sturen en particulieren van invloed en goeden w il, dan kan de
tijd geboren worden, dat een donkere vlek, die het lachend
Hilversum ontsiert, is uitgewischt, dat het oog des vreemdelings
met welgevallen de n e tte , gezonde woningen, de kloeke, krach-
tige gestalten der fabriekarbeiders ziet, en zonder pijnlijk voor