behangselpapier en behoort dus tot de Roermondsche eigenaar-
digheden, terwijl zij ruimschoots het haré bijdraagt tot versiering
van onze woningen en daardoor tot veraangenaming van het leven.
Een bezoek in de huizen, zelfs een enkele blikl, o n d e r’t voorbij-
gaan daarin geworpen, toont ons, dat men in de stad haar pro-
ducten wel wat al te veel schijnt te waardeeren. Imme rs, tal
van gangen, vestibules en portalen zien wij met meerendeels vrij
donkere papieren behängen. Het helder witte of met zeer zachte
kleuren beschilderd stucadoorwerk zou ons in den regel daar ter
plaatse meer aantrekken. ’t Maakt de intrede van het huis vro-
lijker en vriendelijker, en het al te ruim gebruik van behangsel
draagt er toe bij om aan de Roermondsche huizen iets sombers
en zwaarmoedigs te geven en er een’ uitheemschen Stempel op
te drukken.
Waar de stadswal zieh aansluit aan den grooten weg naar
Maastricht, zien wij een zijde der s ta d , die in een tijdperk van
overgang verheert. Hier moet een nieuwe wijk worden gebouwd ,
en wij willen vermoeden, dat die eenmaal een sieraad der grijze
veste zal zijn. Voor ’t oogenblik is het nog een onbehagelijke
zandwoestijn, waarin een paar moderne huizen eenzaam en zon-
nig oprijzen, en waar een oude kruittoren, die niets aantrekke-
lijks heeft, het gevoel van verlatenheid nog vermeerdert. Maar
wij leven snel en wij bouwen sne l, en ’t zal wel niet lang meer
d u re n , eer het deel der voormalige wallen, waaraan die vierkante
steenklomp herinnert, met reeksen van heerenhuizen bezet. zal
wezen. Roermond gaat vooruit. De stad bloeit door belangrijke
fabrieken, vooral van meel en papier, van ijzerwerken en gewe-
ven stoffen. In het jaar 1876 werden 25 millioen Kgr. tarwe ten
behoeve der meelfabrikatie ingevoerd en 22 millioen Kgr. steen-
kolen, térwijl ook de handel in koloniale waren en in manufacturen
voor velen een milde bron van welvaart doet »loeijen.
En nu treden wij de fraaije, breede lindenlaan in , der Roer-
monders geliefkoosde wandeling, die ook inderdaad de aan haar
geschonken voorkeur ruimschoots verdient. Ter regterzijde stroomt
een tak van de Roer in een aanmerkelijke diepte, tusschen vruchtbare
uiterwaarden en welige weiden, met een kudde schapen op
een eilandje op den voorgrond, van houtgewas doorsneden en
door bosschen begrensd, strekken zieh uit aan de overzijde der
lustige, kle ine, slingerende rivier. Ter linkerhand opent zieh een
ruim uitzigt over velden en heiden op de blaauwe, golvende heu-
vels in t verschiet. Daar zien wij in //het land van Pruissen” ,
dat wel niet aan den ouden Gijsbrecht als
»het vette land van Pruissen”
zou zijn aangeduid, maar dat zieh van hier toch voor den wan-
delaar schilderachtig en aanlokkend voordoet. En wij zouden ook
nog binnen de grenzen van ons vaderland in die rigting woeste
boschpartijen en wilde heidelandschappen aantrefien, voor den
kloeken voetganger of voor den goed bereden ruiter vol romantisch
schoon en rijk aan natuurgenot. Längs de laan zijn huizen
geschaard, door tuinen en akkers afgewisseld: uitspanningen en
burgerwoningen, vriendelijke villa’s , rijke en deftige buitenver-
blijven. Daar ligt ook de groote fabriek van kerksieraden, met
haar fraaijen, smaakvollen gevel, en de spoorwegbrug over de
Roer, ’t Is een vrolijk, liefelijk landschap, door equipages en
groepjes wandelaars verlevendigd, en zoo harmonisch klinkt het
klokje aan den hals van het sterke paard, dat met langzamen
tred de zware kar onder de statige groene gewelven voorttrekt.
Maar t is niet enkel om ’t genot eener aangename wandeling,
dat zoovelen dag aan dag de lindenlaan betreden. Zij leidt naar
eene rijk versierde kapel, waar vele kreupelen en gebrekkigen
in bedevaart heentrekken en waar tal van geloovigen hun gebe-
den komen uitstorten. Naar verhaald wordt, vondinde I4 d« eeuw
een herder een’ Mariabeeldje in den p u t, dien wij nog op het
door oude linden overschaduwde pleintje kunnen aanschouwen.
Hij plaatste het beeldje tegen een’ boom en weldra was er eene
beschutting omheen gegroeid. De mare van dit wonder verspreidde
zieh spoedig, en het gerucht ging uit van vele mirakelen, door
het beeldje gewrocht. De piek werd een veelbezochte bedevaart-
plaats. Er verrees een kapel, die in 1418 door een nieuwe werd
7