mureu de gewijde hostie werd gered, die in het bange jaar 1587
op het huis te Helmond was geborgen, — waar in vorige eeuwen
groote scharen van bedevaartgangers heenstroomden ter vereering
van het h e i l i g S a c r am e n t v an m i r a k e l , — waarop in een
ander jaar van angst en verderf, in 151.2, de bevolking veilig-
heid zocht voor de stroopende Gelderschen, die de kerk in brand
staken, gelijk zij het dorp in kolen hadden gelegd.
Ginds ligt A a r l e , met het daaronder behoorende R i x t e l ,
waarheen alleen de teregt vermaarde, sints 1801 bestaande ldok-
kengieterij ons zou können lokken, tenzij wij nader kennis zou-
den willen makeu met de uitgebreide fokkerij van ganzen en
hoenders, die hier gedreven wordt. In hoever de gronden, eer-
tijds behoorende tot het oud-adellijk en zeer aanzienlijk Gul d e n -
h u i s , nog hun’ roem hebben gehandhaafd, van het beste en meeste
h°oi der gansche Meijerij te leveren, en of men nog altijd ner-
gens meer en beter olie slaat dan in de molens van dat goed,
durven wij niet beslissen, maar het G u l d e n h u i s zelf bestaat
niet meer, evenmin als een der andere heerenhuizen, waardoor
Aarle-Rixtel in der tijd eenige vermaardheid had en waaraan ’t ,
volgens sommige uitvinders van naamverklaringen, den naam
Ad e l r e e ontleende. De volkssage verhaalde, dat de Euvele,
toen hij met een’ zak vol kasteelen door Brabant ging en in
Jeder dorp en gehucht een kasteel neerzette, hier, door een scheur
in den zak , er zeven liet vallen. In elk geval kan deze vertel-
ling misschien bewijzen, dat de plattelandsbevolking in al die
Brabantsche kasteelen juist geen’ zegen van een’ goeden geest
zag. De Ma l t h e z e r h o e v e bewaart nog de herinnering aan
eene voormahge bezitting dier krijgshaftige orde en de Tempe-
lieren moeten er een klooster hebben gehad, waarvan de grond
dan ook wel, als elders, aan de ridders van St. Jan zal zijn
gekomen. Een vuursteenen bijtel en vele Romeinsche munten,
hier gevonden, schijnen van eene vroegtijdige bewoning van den
omtrek te getuigen. Brabant’s hertogen begunstigden de inwo-
ners, om tro.uwe diensten, met het regt van vrije jag t; en tal-
rijke hertenhorens, bij het graven van de Zuid-Willemsvaart opgedolven,
en een schedel met horens van buitengewone g ro o tte ,
voor een tiental jaren onder Croy uit de Aa te voorschijn gekomen,
toonen, dat het van ouds hier aan wild niet ontbrak.
Gewenschte bezoeken ontving Aarle vele jaren lang door zijn
beide vermaarde paardenmarkten en door de bedevaarten naar
O. L. V. v a n A a r l e i n ’t z a n d , wier wonderdoend beeid in
de oude kapel werd bewaard. Ongewenschte gasten kreeg het
herhaaldelijk Spanjaarden in 1598 en ’99, jjjjgFranschen in
1672 en 1702, — vereenigde Hanoveraansche troepen en emi -
g r e s in 1794, — Daendels met een Pransche brigade in dat
zelfde jaar. Met uitzondering vanp*de Haiioveranen, die onder
voortreffelijke tucht stonden, lieten al deze zonen van Mars
min aangename herinneringen achter van plundering en brand.
Maar van al deze rampen is het dorp sinds lang hersteld. Het
bezit twee nieuwe k e rken, voor de R. Catholieken en voor de
Hervormden, en verheugt zieh in een’ bescheiden voorspoed.
Voor ons is er niet veel meer te zien, en wij laten het dus ter
regterzijde van onzen weg, om zonder af te wijken voort te
gaan naar ons doel, dat reeds van verre zieh begint te vertoo-
nen aan den zoom van een uitgestrekt boschrijk terrein. Een
paar jaar geleden zouden wij daar nog vrij wat meer bosch hebben
gezien, maar ’t kasteel zelf was voor ons verborgen geble-
ven achter de zware b euken, die het ömringden en die het sie-
raad van het goed uitmaakteri. In de nabijheid van het slot
wordt de grond wat hooger en drooger. Het land vertoont de
bewijzen van beter bebouwing en de fraaije boerderijen aan
weerszijde van den weg worden onder de besten van de Meijerij
gerekend. Zij behooren niet onder het kasteel, maar onmiddellijk
in hun nabijheid begon de statige beukenlaan, die naar de voor-
poort leidde. Thans moeten wij ons vergenoegen met de aan-
wijzing waar de schoonste boomen stonden, en de verbeelding
moet ons te hulp komen, om de kale, zandige vlakte en den
naakten weg längs de buitengracht weer te tooijen met de forsche
stammen en de indrukwekkende loofgewelven, waarom Croy nog
kort geleden vermaard was. Toch heeft de omtrek van het kas