het parle kunnen komen, maar zieh daartoe hebben aaa te melden
bij den tuinman, wiens woning, buiten het rasterwerk, niet
ver van het logement ligt. Wij gaan dus het hek van het voor-
plein weêr uit en volgen de eikenlaan, längs den voorgevel
der zijgebouwen. In ’t voorbijgaan zien wij de groote timmer-
loods, den rijtuigstal, de manège, de kleine oranjerie en der-
gelijke nieuwe, ruime inrigtingen, tegenover de stallen gelegen,
en als wij ons onder de véranda of onder de eiken voor d e Ke i -
z e r s k r o o n hebben verkwikt en versterkt, dan slaan wij den
weg naar het tuinmanshuis in. Aan dien weg lag in den tijd
der valkenjagten het eenvoudige valkenhuis. Nog vinden wij er
het uitgestrekte waschhuis en weldra de woning, waar ons een
der tweeëndertig tuiuknechts, wier taak het is de bezoekers te
geleiden, wordt meêgegeven.
Voor de ingezetenen van Apeldoorn, wien door ’s konings
goedgunstige beschikking vrije toegang tot het park is verleend,
moet het een genot zijn, daar rond te dwalen en zieh naar har-
telust op de bekoorlijkste plekken van dezen lusthof te kunnen
ophouden. Niet zoo benijdenswaardig is ’t , achter de rondleid-
machine te draven en het heerlijke bosch door te rennen in den
tijd, dien de gids daartoe voldoende acht. Hij moet trouwens
in het drukke seizoen den toer vaak verscheidene malen op een’
dag doen, en ’t is vergefelijk wanneer hij ’t zieh niet noodeloos
moeijelijk maakt. Gelukt het u , zijn’ tong wat los te maken en
zijn’ stap wat te matigen, dan schikt gij u in de noodzakelijk-
heid van zijn geleide met de gedachte:, dat anders tot dwalen
in het 700 bunder igroote park alle kans zou bestaan en de schoon-
ste partijen hgt zouden worden gemist. Een fraaije laan van ac-
casia’s leidt naar het eerste rustpunt: de b o e r d e r i j va n p r in-
ses Ma r i a n n e , een lief huisje met klimop en convolvulus be-
groeid en door een prächtige berk overschaduwd. ’t Inwendige
is in denzelfden toestand gebleven als in de dagen, toen de jonge
vorstm hier de boter voor ’t ontbijt van haar’ koninklijken
vader en landheer bereidde. .Digt bij het huisje ligt de schoone
„ r o z e n b e r g ” en aan de andere zijde de b l o em t u i n , met