IN HET G0 0 1;
Tusschen Eem en Vecht ligt een tamelijk hooge strook lands
wier bodem uit zand en grint bestaat. Lage veengronden begrenzen
haar in het westen ; ten oosten heeft zij de vruchtbare
weiden längs de Eem; ten noorden de Zuiderzee; ook ten zui-
den is zij ten deele door veen omringd, ten deele sluit zij zieh
aan bij den zandrug, die tot den Rijn doorloopt 'en in de heu-
vels tusschen den D a r t h u i z e r - en den H e i m e n b e r g ein-
digt. Zij behoort tot die gedeelten van ons vaderland, die tusschen
10 en 25 meter boven A. P. liggen en dus tot de hoog-
sten van de provincie Noord-Holland, waarvan zij de oostelijke
uithoek en tevens voor een deel de grens is. Deze eigenaardig-
heid geeft zoowel aan haar natuur als haar geschiedenis een
bijzonder karakter. Men treft er uitgestrekte heidevelden aan ,
wier ligtroode en paarsche bloemen in den zomer als een on-
metelijk tapijt de hoogten en laagten tooijen, en in de nabijheid
der dorpen. vooral bedekken de bouwakkers met blinkend witte
boekweit, door het geele koren afgewisseld, de hellingen en de
toppen der heuvels. Groote boschpartijen volgen de golvin^en
iIvV. ^ 0 u 6