ters haar hebben in stand gehouden. ’t Waren inderdaad H a s s e l
a a r s , die het huis bouwden en vergrootten, H u i j d e c o p e r s
va n Ma a r s e v e e n , die het na hen bewoonden, leden der
familien F a b r i c i u s en H e e m s t r a , die het sinds bezaten: ’t
is een der baronnen T a e t s v an A m e r o n g e n , wien het thans
behoort. Daar zijn dus goed klinkende namen aan de eerwaardige
plaats verbonden, en elk der achtereenvolgende eigenaars heeft
het zijne to t onderhoud en versiering van het schoone goed gedaan.
He wandeling in het uitgestrekte bosch staat ieder vrij, behon-
dens het terrein in de onmiddellijke nabijheid van het huis. Het
hoofdsieraad van den aanleg is de groote waterpartij, längs wier
bogtige zoomen breede wandelpaden , lange lanen en grootsche
grasperken elkander afwisselen. Heerlijk hout groeit hier in rijke
verscheidenheid van vorm en k le u r; zware beuken, forsche eiken,
hoogopschietende kastanjes, linden met hare wijd uitgespreide
takk-en, slanke mastboomen met hun regte stammen, prijken er
in digte groepen of lange rijen. Nu en dan komt de achtergevel
van het huis over den helderen vijver in ’t gezigt; een eilandje
spiegelt zieh met zijn donker groen en zijne bruine beuk in de
blinkende waterkom, en aan ’t einde van het bosch geeft een
bergje, waar voor jaren de wijnbouw mislukte, maar de eiken
welig tie ren , een ruim uitzigt over de bouwlanden achter de
plaats en een’ blik over het grootsche. waterwerk voor ons. De
overzijde van den vijver is meer woest en minder onderhouden,
maar daarom niet minder indrukwekkend en aan eigenaardige
schoonheden rijlc. Het slingerend pad brengt ons ten laatste in een
breede laan van eiken, aan de grens van het bosch, die zieh straks
ombuigt en in de groote laan voor het huis uitkomt tegenover het
punt, waar wij onze genotvolle wandeling door de prächtige dreven
van Groeneveld begonnen.
Gelijk zieh laat verwachten in een landstreek als deze, is er
keus tusschen meer dan eenen weg, om naar Baarn terugtekee-
ren. Wie den tijd heeft om desnoods wat te dwalen en wie niet
opziet tegen zandpaden en heidevelden, kan de terugtogt aan-
nemen voorbij de in Zwitserschen stijl gebouwde boerderij Wi l d
e n b u r g en voorts, door de uitgestrekte bosschen onder Groeneveld
behoorende, in de rigting van den straatweg tusschen
Baarn en Hilversum. Hij vindt er lanen en open ruimten, hoog-
ten en waterkommen, liefelijke partijen en fraaije vergezigten.
Ook treft hij er een goede rustplaats in de uitspanning d e R o s k
am, aan de H o o g e V u u r s c h e . Yandaar kan hij het O v e r b
o s c h ingaahi7 wanneer de lu s t en de kracht tot omzwervingen
hem niet ontbreken. De schat der Baarnsche wandelingen is niet
spoedig uitgeput.
Is onze tijd niet onbeperkt, dan is het veiliger den Amster-
damschen straatweg te volgen. Wij kunnen dien houden totdat
wij de brug over de diep in de heuvelen ingesneden spoor-
baan bereiken. Hij voert ons längs nieuw aangelegde buitenver-
blijven, längs digte akkermaalsbosschen, van schelppaden door-
sneden, längs beuken en dennen, längs zijsporen en schapendriften
en het Eemnesser bergje voorbij, en bij de viaduct vinden
wij den grintweg naar ’t station. Beneden ons ratelt de trein en
haar witte stoomwolken mengen zieh met het glinsterend groen
van het läge berkenhout, dat de hellingen bedekt. De eerste villa’s
van ’t A m a l i a p a r k beginnen zieh te vertoonen, als de lange,
regte W i t t e l a a n onzen weg heeft gekruist, en hetvriendelijke
stationsgebouw van Baarn ontvangt ons op zijn terras, om er te
rüsten, of op zijn perron, om door den trein onmeedoogend te
worden weggevoerd.