berusten. Maar heden is het marktdag. Ziet eens, wat levendig
tafereel! Daar staan de groote karren met hun witte huiven en
de zware paarden met hun tuig vol blinkend koperwerk. Daar
wemelen de boeren en voerlieden — blaauwgekielden rneest —
en de dochteren des lands in kleurige kleederdragt, met de zwarte
kaper op het hoofd of den witten doek op de hären , met roode,
paarsche, groene keurslijfjes, rokken en voorschooten. Daar vormen
de koopvrouwen lange rijen; in het eerste gelid de manden met
boter, eijeren, vruchten, groenten, in het tweede gelid zij zelven ,
en in optogt bewegen zieh de kijkers en koopers er längs. Daar
Ijggon de producten des lands, met manufacturen, sieraden,
huiselijke benoodigdheden en „oud roest” afgewisseld; ginds
knjten de biggetjes, die uit hun manden worden opgevischt;
elders zijn het hoenders en eenden en ganzen, die de kooplus-
tigen rondom zieh vergaderen. Dwars door de menigte baant zieh
een logge kermiswagen een’ weg. En aan de eene zijde van het
plein trekt de begrafenisstoet naar de hoofdkerk. De koorknapen
met het witte overkleed -en het groote kruis voorop. Dan de
deken, in het zwart, met een zilveren kruis op den rü g , en
twee kapelaans. Dan de kist met de dragers. Dan een lange
stoet van volgers. In de kerk zal de lijkdienst worden gevierd,
en als die is afgeloopen, dan gäan de geestelijken en de vrienden
naar huis. Dan brengt de gesloten wagen, dien wij ook reeds
hebben zien istaan, met zilveren doodshoofden op Schilden op
de hoeken en een groot kruis op het midden, den doode zon-
der verder geleide door de lindenlaan naar het kerkhof bij de ka-
pel van 0 . L. V. in ’t Zand.
Roermond bezit, behalve de Maria-Munster en de vriiwatjon-
gere hoofdkerk, die uit de eerste jaren der 15*<> eeuw dagteekent,
en behalve den ouden waltoren aan de Roer, weinig g°ebouwen
van een antiek voorkomen. Een hoogst merkwaardig geveltje
schuin over het hotel L i o n d ’or , trekt onze aandacht door