Ginds zitten de werklieden, grijsaards, vrouwen, kinderen, die
ze uitzoeken. Iets verder worden zij tot pap gestampt en vermalen.
Dat doet het beekje, door het zware rad buiten den
molen te drijven. Bit groote kuipen, gevuld met de p a p , waar-
onder wat kleefstoi gemengd i s , schept de ervaren vormer de
noodige hoeveelheid in een vierkant, getralied raam. Jongens
keeren de aldus gevormde veilen om op den stapel, en leggen
op ieder vel een’ lap vilt. Als de stapel groot genoeg is, wordt
hij onder de pers gebragt, waardoor het overtollige vocht wordt
uitgedreven. Voorts wordt het papier gedroogd en ’t is ter ver-
zending gereed. Wat wij hier zien vervaardigen, is graauw
pakpapier, rnaar allerlei soorten worden op de Veluwe gemaakt,
waar deze industrie door het vele loopende water veelvuldig
wordt uitgeoefend. Een der oudste molens, zoo niet de oudste,
werd in 1613 door Ma r t e n Or g e s in de buurschap U c h e l e n
bij Apeldoorn opgerigt.
Na ’t bezoek in de sombere fabriek is de frisschefiwrolijke
natuur ons dubbel welkom. Boven de akkermaalsboschjes zien wij
weldra de torenspits, die ons den weg wijst, en verliezen wij die
soms in dennenlanen of tusschen hooge wallen weer uit het oog,
wij gaan nu regt op ons doel aan. Achter het huis van Schoon-
derbeek komen wij uit en nu zijn wij weer op bekend te rre in ,
totdat wij het kerkje onder de linden en daarmede het middel-
punt van het dorp hebben bereikt.
En nu naar het P u t t e r b os c h. Aan "t eind van het dorp,
aan den straatweg van Harderwijk, ligt een herberg, waar een
H e r t uithangt. Daar naast is de zandweg, dien wij noodig hebben.
Eigenaardig zijn op de Yeluwe de in gemeenschap bezeten
bosschen. In grooten getale komen zij in oude stukken voor en
’t schijnt wel, alsof het landschap voor eeuwen met wouden be-
dekt was. Wij hebben ons die evenwel niet voor te stellen, als
uitsluitend uit hoog en statig opgegroeid hout bestaande. Een
goed deel was //laag” bosch, — akkermaalshout — en dit werd als
„de heeghe” , waar ’t ' op plaatsbepaling aankwam, van „den bosch”
onderscheiden. Ook werden onder „den bosch” vaak de gemeen-
schappelijke heidevelden meegerekend, waar de geregtigden plag-
gen staken en schapen dreven. Door siechte behandeling, later
door ontginning, zijn vele bosschen verdwenen, maar wanneer
voor eenige jaren het B e e k b e r g e r b o s c h op 5000 bunders
geschat werd', terwijl toch het eigenlijke woud niet meer dan
20 bunders besloeg, en al het overige heide was, dan ligt de
waarschijnlijkheid voor de hand, dat het zoo ook elders min of
meer het geval was, al is zeker het houtgewas op de Yeluwe
aanmerkelijk verminderd. Soms schijnt de naam „bosch” voor ’t
meer algemeene woord „mark” te zijn gebruikt en dat vermindert
d e .verwarring niet, die toch reeds in niet geringe mate in
de vaak zoo ingewikkelde en duistere markinrigting heerscht.
Het Putter bosch, dat wij zijn ingetreden, is werkelijk wat
zijn naam aanduidt. Maar hoog en zwaar hout merken wij voor-
eerst nog niet op. Het zandspoor leidt ons meest door jonge eiken
en akkermaalshout, waardoor enkele smalle voetpaden loopen.
Allengs evenwel beginnen eiken, beuken, berken met kloeker
stammen en breeder vlugt zieh te vertoonen; ook forsche dennen
worden overvloediger, hoewel nergens ’t geboomte zieh boven
het middelmatige verheft. ’t Is er stil en eenzaam, en overal is
het uitzigt door het boomgewas beperkt. Slechts enkele dwarswe-
gen kruisen onzen weg en dan kunnen wij soms een strook
woeste heide zien, aan alle kanten door bosschen ingesloten. Ook
dan zoeken wij vruchteloos naar een enkel menschelijk w ez en,
naar hut of schaapskooi zelfs.
Een deel van het bosch vertoont de blijken van zorgvuldige
behandeling. Wij vinden er groote plekken gerooid, den grond
omgezet, eiken teigen gepoot, breede paden aangelegd. Hand-
wijzers geven ons de namen dier paden te lezen. Een dier zwijgende
gidsen wijst ons op den L e u v e n um s c h e n w e g . Dien hebben
wij te houden. Anderen spreken van Z e nw e g , J o h a n n a - en
J o h a n n i s l a a n , K r a k e l i n g , Dame s l a a n , Flor i s laan. Min of