zoo frisch en ongeschonden, alsof zij gisteren pas aan de wanden
waren opgehangen. t Zijn meestal goed uitgevoerde tooneelen
uit het volksleven, — boerenkermissen en dergelijken — die er
op voorgesteld zijn, in levendig gekleurde randen gevat. In deze
prächtige wandtapijten bezit de K a n n e n b u r g een’ schat van
groote waarde.
Behalve de eenvoudig gemeubelde biljartkamer en de uit
den aard der zaak nog eenvoudiger mangelkamer, bevat de bovenverdieping
nog twee in hunne soortniet onbelangrijke vertrekken,__
de bibliotheek, wier kästen längs de muren eenige honderden boek-
deelen bergen, waaronder een fraai exernplaar van den Atlas van
B l a e u en een bijbel van B o b e r t u s S t e f a n u s , in 1528 uit-
gegeven, en de slotkapel met altaar en bidstoelen eu met den
stamboom der familie d I s e n d o o m , vol gekleurde wapens.
Tegenwoordig is t alleen een huiskapel ten behoeve der bewo-
n e rs, die evenals alle I s e n d o o r n s de R. C. godsdienst belijden ,
maar tot omstreeks het midden der vorige eeuw werd hier voor
de Catholieken uit den omtrek dienst gedaan. Later werd het huis
O o s t e r h u i z e n ( o fOos t e rho f f ) daartoe ingerigt, totdat in 1830
eene kerk voor de Roomschgezinden werd gebouwd.
Na een blik in het torenkamertje boven den vroegeren ingang,
waarin w ij, benevens een’ antieken schoorsteenmantel, nog een’
geharnast mansportret en dat van eene dame met een kind aan-
treffen, dalen wij den trap weer af en de zaaldeur opent zieh,
om ons uit te laten.
Van ons bezoek op den Kannenburg nemen wij een’ aange-
namen indruk mede, maar wij kunnen de vrees niet van ons
zetten, dat ook de dagen van dit edel huis zijn geteld. De we-
duwe van den laatsten Heer heeft het vruchtgebruik van het
kasteel en het aangrenzende park met db omliggende landerijen,
maar de nalatenschap zelve verviel aan verre bloedverwanten in
den vreemde, die alles, waarover zij beschikken konden, hebben
verkocht. Vandaar, dat de uitgestrekte bosschen zijn gerooid ;
dat het zware hout op de singels is gevallen en ook de merk-
waardig hooge boomen bij de brug van het voorplein zijn geveld.
Al is het slot ook nog volkomen bewoonbaar en stevig genoeg in
zijn muren en bindten, om ’t menig jaar te kunnen uithouden,
de omtrek is te veel van zijn uitnemendst sieraad beroofd, dan
dat de aloude bürgt nog een aantrekkelijke woonplaats zou zijn
voor een adellijk geslacht, niet door familie-overleveringen en
herinneringen er aan verbonden. En nog meer zal het lijden, als
ook de aangekondigde verkoop van het houtgewas in het park
doorgaat. Daar, in het omrasterde park, als d e Wi l d b a a n be-
k e n d , kunnen wij nu nog de wel verwaarloosde en siecht onder-
houdene, maar toch nog altijd schoone overblijfselen van ’t voor-
malige lustplantsoen opmerken. Menig fiere stam is reeds gestorven,
maar frisch en krachtig rijst er nog steeds menig eerwaardige eik
en menig forsche b e u k , menig breedgetakte plataan en menig
lommerrijke kastanje uit den ruig begroeiden grond. De vijvers
zijn bijna digt gewassen, maar met wat smaak en wat kosten
zou van ,/de wildbaan” , gelijk zij thans nog i s , een heerlijk plekje
zijn te maken. Reeds jaren läng werd echter door de bezoekers
van den Kannenburg met leedwezen opgemerkt, dat de hand zoo
weinig aan de schoone bezitting gehouden werd. Wat groeijen
wilde, groeide; wat vallen wilde, viel; sinds lang was de herten-
kamp zonder h e rte n , het voorplein zonder bloemen; en vond de
landschapschilder in de groote, wilde bosschen, wat hem ieder
oogenblik in verrukking b ra g t, dwaalde de vriend eener woeste,
indrukwekkende natuur met eerbied onder de hooge en digte
loofgewelven dier eenzame wouden rond, in de onmiddellijke
nabijheid van het kasteel zou het oog gaarne wat minder teekenen
hebbeh gezien van wat de moedeloosheid van een ten ondergang
neigend edel geslacht scheen te zijn, en wat minder voorboden
van de aanstaande verdwijning van een der merkwaardige bürgten ,
die ons vaderland nog heeft aan te wijzen.