(Volgen de beleeningen en de geslachten Isendorn, Stepvaedt en IJlft gen.
Dornyck.)
Johan Corselius van Ulft gonaemt Darnyck H'eor tot Indornick Laeck-
hnsen etc. als erve syner moeder vruwe Johanna Maria van Stepraet be-
leent den 4 April 1679.
Idem laet approberen bet maechgescheit tnsschen hem, syn broeders en
sustera opgericht den 10 Hovemb. 1685 en draecht dit leen op aen Syn
Hoocheyt Willem Hendrick Prince van Orangien, Hassou etc. Erfstadthol-
der etc. die daermede beleent is door synen balder en volmr Matthius Sluy-
ter den 28 January 1686.
Omtrent het verblijf van koning Lodewijk op het Loo zÿn aardige bij-
zonderheden bewaard in: La cour de Ho l l a nd e sous l e r ègnedeL. B.,
par un audi t eur . Belangrijke inlichtingen, in den tekst gebruikt, ontving
ik van versehillende bevoegde personen. Aan de vriendelijke tusschenkomst
van den heer architect W. N e e 1 m e i j e r te Apeldoorn dank ik de inzage
van het fraape plaatwerk van Rome in de Hooghe en aan den Heer Ch.
Ro c h u s s e n alhier de kennismaking met de Admi r a ndor um Quadru-
pl em S p e c t a c u lum de l e c tum, pi c tum e t ae r i i n e i s ium per
J ohannem van Call, beiden een aantal afbeeldingen van de tuinen be-
vattende. Bet groote prachtwerk in folio, dat bestaan rnoet,~ is mÿ niet in
banden gekomen.
De kunstzaal op ’t Loo is beschreven en afgebeeld in Ei g e n Haard,
Jaargang 1876, blz. 286 vgg.
Het zeldzame boek, waarin de geschiedenis van Hans en Pa rki e , door
J. P. L. L. Ho ue l beschreven is, ( H i s t . Hat. de deux e l e f a n t s ,
ma l e e t f eme l l e , du Museum de P a r i s , v enus de Ho l lande en
F r a n c e , en l’an VI. Paris, An XII, 1803) is te vinden in de rijke bi-
bliotheek der Ro t t e rd ams c h e di ergaarde . Dr. S n e l l en van Vo l -
l e n h o v e n nam haar over in het j aarbo ek j e van ’t K. Z.G en. Hat.
Ar t. Ma g. 1864. Witkamp gaf een overzigt van de geschiedenis der stadhou-
derlijke diergaarden als aanhangsel van S e h l e g e l ’s genoemd werk.
Een goede bruikbare Gid s door Ape ldo o rn en z. is uitgegevcn te
Deventer bij t e r Gunne .
DE K A N N E N B U R G BIJ V A A S S E N .
Is het natuurlijk, dat de vreemdeling bij een kort verblijf
in A p e l d o o r n den tijd, die hem rest na de bezigtiging van h e t
Lo o, tot een bezoek aan de S oe r e n sc he bossehen besteedt, als
hem een vertoef van enkele dagen vergund is, zal hij niet ver-
zuimen,'ook zijn schreden te rigten naar het oude, welbewaarde
kasteel, dat nog altijd in de onmiddellijke nabijheid van het
dorp Va a s s e n , door statig houtgewas omringd, met den ernst
eener eerwaardige adellijke huizinge prijlct. Zeker heeft de omtrek
veel van zijn schoon verloren, sinds het uitgestrekte bosch met
zijn zware eiken is uitgeroeid, maar de grijze bürgt, zelf heeft
toch uit- en inwendig belangrijks genoeg behouden, om tot een
uitstapje derwaarts nit te lokken. Ook is er nog wel zóóveel van
het park en van de lanen gespaard, dat niet enkel de begeerte
om een middeleeuwsch kasteel te gaan bezoeken, de keus tot
een wandeling naár den K a n n e n b u r g behoeft te bepalen. De
ligging van het slot is nog altijd fraai te noemen, vooral als
wij den vorigen rijkdom van prächtig hout niet in rekening bren-
gen en het tegenwoordige niet door de vergelijking met hetgeen
geweest is benadeelen, terwijl de weg naar Vaassen geenszins
van bekoorlijkheid en liefelijkheid is verstoken.
IV. 24