een der nieuwste schepen van de vloot, de veel besproken
K o n i n g d e r N e d e r l a n d e n , met zijn drietal stoomschoorstee-
nen en daar achter de welligt zeer n u ttig e , maar zeker hoogst
onbehagelijke drijvende batterijen. In de Ma r i t im e b i n n e n -
h a v e n , naast de landswerf, die wij van de brug over den ingang
er van kunnen overzien, liggen weer andere schepen, ge-
heel getuigd of grootendeels onttakeld, en heel de omtrek is
vervuld van officieren en adelborsten, van matrozen en mari-
n ie rs , van ambtenaars en schildwachten, ’t Is hier vrolijk en
levendig, niet het minst, als de uren slaan, waarop de 700
werklieden der werf de poort uitstroomen, en de sjouwers en
takelaars, aan pakhuizen en schepen arbeidend, zieh spoeden
naar h u is, op schoft- of rusttijd. ’t Is vrolijk en levendig vooral,
als een eskader vertrekt, of na volbragten togt de haven bin-
nenstoomt, en onder de belangstellenden op de kade de schoone
helft des menschdoms rijkelijk is vertegenwoordigd. Hoe meer
schepen, des te meer drukte ook in de ontelbare localen —■ overal
verspreid —- maar vooral in den omtrek der binnenhaven meer
dan overvloedig — die op de horretjes voor de ramen een paar
gekruiste Engelsche en Amerikaansche vlaggen vertoonens waar
Janmaat voor zijn vertrek de genietingen van den vasten wal
bij voorkeur pleegt te zoeken en bij zijn aankomst zieh haast,
de ontberingen en vermoeijenissen der zee te vergeten en van
de zuur verdiende penningen zieh te ontdoen. De Ko o p v a a r -
d e r s b i n n e n h a v e n , die met een spoorwegbassin en door
een’ zijtak met het Station in verband staat en tevens het einde
van het N. H. Kanaal is, hebben wij reeds gezien. Daarheerscht
betrekkelijk weinig levendigheid. Ook het voor de koopvaardij-
schepen bestemde gedeelte van het N i e u w e Di e p , met zijn
pakhuizen en magazijnen van de stoombootmaatschappijen J a v a
en N e d e r l a n d , is ons niet onbekend m e er, maar altijd trekt het
opwekkende gezigt ook van deze breede kade ons aan, terwijl
wij nu ook een oog hebben voor het L o o d s k a n t o o r , eene
inrigting op deze kusten en in deze zeegaten van overwegend
belang. En als wij nu nog een bezoek hebben gebragt aan den
HET N I E U W E D I E P .