262 XERK TE ZUIDBROEK.
loopende, doorsneden van hat Winschoterdiep, waar het dorp
zelfs een belangrijke kruisbuurt heeft. Daar, bij de klapbrug,
staan twee logementen, ’t Laat zieh gissen, dat na den tamelijk
vermoeijenden togt, de behoefte aan eenige rust en verkwikking
zieh gelden laat, maar die mag ons tooh niet terughouden van
een bezoek aan Zuidbroeks merkwaardige kerk. Van den weg
zien wij van het gebouw zelf niet veel. Het kerkhof is hier door
een hoogen munr afgesloten, en alleen door de stijlen van een
der ijzeren hekken kunnen wij er iets van ontwaren. Op ’t eerste
gezigt zouden wij den dikken, stompen, met klimplanten be-
groeiden toren, die aan de dorpsstraat staat, voor de kerk zelve
kunnen houden. Maar als wij het kerkhof betreden, dan zien
wij welk een uitnemend fraai bouwgewrocht wij hier voor ons
hebben, en bij nadere beschouwing maken wij kennis met een
hoogst belangrijk werk uit de 14de eeuw. Geheei afgezonderd op
den ru im en , met boomen omplanten doodenakker, op vrij grooten
afstand van den to ren , staat de groote, sierlijke kruiskerk, geheel
van baksteen, met een dubbele — in de vier gevels zelfs met
een driedubbele ■— rij ranke bogen en slanke pilasters versierd,
waartusschen van boven smalle, hooge vensters, beneden fraai ge-
metselde rozetten zijn aangebragt. Een herstelling, in 1730 ge-
schied, heeft gelukkig weinig of niet bedorven. Alleen de westgevel
heeft er eenigszins door geleden. De type dezer kerk komt herhaal-
delijk voor; ook die te Eeksta en te Winschoten, in de nabijheid,
zijn naar hetzelfde model gebouwd, maar niet zoo groot en zoo
schoon als deze, terwijl ook te Stedum een dergelijke kerk
wordt gevonden, in de jaren 1876—78 door de zorg der Rijks-
adviseurs gerestaureerd, als een merkwaardige proeve, hoe ont-
wikkeld in de 13de eeuw de baksteenbouw in deze gewesten was.
De toren mist geheel de rankheid en sierlijkheid van de kerk.
t I s 'e e n zwaar, grof gebouw, met twee puntgevels en een
huisdak daartusschen. In de dagen der drosten diende hij voor
gevangenis, en zijn grimmig voorkomen is met deze bestemming
in overeenstemming, maar de vriendelijke hand der milde natuur
heeft niet vruchteloos getracht, zijn ernstig uiterlijk wat te ver--
EERSTE EN LAATSTE INDRUK.
zachten door den digten mantel van groen, dien zij in bevallige
plooijen om zijn dak en muren hing.
Wij hebben ons voorgesteld, te Zuidbroek te overnachten,
om morgen van daar uit het tooneel van een strijd voor de-
vrijheid en van een’ strijd voor welvaart en veiligheid tebezoeken.
Meer dan een vreemdeling heeft zieh over onwelwillende ontvangst
in Groningerland beklaagd. H e n r i H a v a r d , anders vol lof
voor ons volk, kon ’t hier niet te best vinden. Inderdaad
hadden ook wij reeds meer dan eens gelegenheid, op te merken
dat toeschietelijkheid en voorkomendheid niet tot de hoofddeugden
van. de stoere mannen van het Noorden behooren. Onder de
kasteleins met name zijn wonderlijke snuiters, die het als hun
ideaal schijnen te beschouwen, zoo weinig gasten mogelijk te hebben.
Die te Zuidbroek maken geen uitzondering. Het ongastvrij
lokaal van den een’, ter regterzijde van de straat, verlaten wij
onmiddellijk. Het tweede, aan de linkerhand, verlaten wij n ie t,
omdat wij üitgehongerd en vermoeid zijn en de regen, die ons
reeds lang gezelschap h ie ld , nu bij stroomen begint neder te vallen.
En z ie, wij komen half als vijanden, wij scheiden den volgenden
morgen als de best mogelijke vrienden. Diner en logies moeten
haast met geweld worden veroverd, althans met taaije volharding
afgedrongen. Maar als die Groningers eens ontdooijen, dan zijn
er kerels bij ¿als goud.
Wij hebben in Zuidbroek uitstekend gelogeerd en wij gaan
heen met de vernieuwde ervaring, dat het niet geraden is , den
mensch — en allerminst den Groninger mensch — naar den eersten
indruk te beoordeelen. Nog steeds stroomt de regen neer. Een
graauwe, onheilspellende lucht hangt over de glimmende daken
van het dorp. Zwart is het water van het W i n s c h o t e r di ep.
Als een grijze brei is de grintweg en in de sporen blinken
lange, natte strepen. Eentoonig van kleur is het weiland opder
den somberen hemel. Modderpoelen zijn de lanen, die op de