De naam B a a r n is van onzekeren oorsprong. Jhr. J. J. de G e e r , B ij d r a-
g en t o t de g e s c h i e d e n i s der ondheden in de provincie Utrecht,
blz. 348, gist, dat het af komstig kan zijn van het Angelsaxische b e a r o ,
h e i l i g bosch.
De schatting van Baarn op vijf gravers is te vinden bij Dod t van
Fl e n sb u r g , Ar c h i e f enz. II I, blz. 67. — De klagt der Baarnscheburgers
omtrent het verlies van hun veenen en de oproeren deswegens, in de Bij-
v o e g s e l s tot Ho r t e n s ia s : Opkoîn s t e n o n d e r g a n g v a nNa a r d e n ,
blz. 245.
De gift van de kerkglazen is te vinden bij Dodt van F l e n s b u r g ,
n i , blz. 169 en 292.
Bijzonderheden betreffende de schenking van het domein Soestdijk aan
Z. K. H. den prins van Oranje, betreffende de maatrogelen, dientengevolge
genomen, de ontvangst van HH. KK. HH. op het slot, en eenige gebeur-
tenissen daar voorgevallen, zijn verzameld in een curieus gelithografeerd
boekjè, met gouden letters en zijden omslag, door Jhr. H. J. Caan in 1841
uitgegeven, verrijkt met twee afbeeldingen van de gedenknaald en de af-
beeldingen van het paleis vôôr en na 1815, benevens een uitvoerig kaartje.
Af beeldingen van het jagthuis in de vorige eeuw, van voren (zonder de
stallen) en van achteren, zijn te vinden in ’t Ve rh e e r l i j k t Nede r land,
Deel IX No. 298, 294. Die van Specht, van 1698, waarvan Smids spreekt,-
is mij onbekend. De geschiedenis van den verkoop van het buitengoed den
En l t , benevens de catalogus der tuinsieraden en planten is gegeven door
J. G. Frederiks, in de Di e t s ch e Wa rande 1875 , N. Ree'ks, Deel I , afl. 3,
blz. 246 e. v. Op een kaart : Corn. JELoll. et, Dow. Ultr. Fab., bij Covens en
Mortier, vind ik den Eul t als »B i ck er” aangewezen.
Omtrent het korstondig verblijf van koning Lodewijk op Soestdijk in
Mei 1808, zijn aardige bijzonderheden te vinden in een curieus boekje: La
c our de Ho l l a n d e sous l e r ègne de Loui s Bonap a r t e , par un
a u d i t e u r (op ’t exemplaar aan het Rotterd. Leeskabinet behoorende en
af komstig van Mr. A. Bogaers, als A. Garnier aangewezen.)
De Neue P r e u s s i s c h e Kr e u z z e i t u n g van Woensdag 11 September
1878 leverde in hare »Be i l a g e ” een vrij ,uitvoerig en zeer verdienste-
lijk artikel over het paleis en park vân Soestdijk.
Over den aanval der Patriotten op Soestdijk las ik de Utrechtsche couranten
van 30 Julij, 3 en 6 Augustus 1787 nog eens na.
Het voomemen bestaat, tusschen de beide groote plantkassen in het park
nog een derde te plaatsen. Ik mögt die evenwel nog evenmin als bestaande
aanmerken, als de beide ontworpen fonteinen op het voorplein. Gelegenheid
tot bezigtigen van het, overigens — tot veler spijt! — voor het publiek
gesloten paleis en park, ontvingen wij door bemiddeling van den heer Graaf
van Limburg Stirum, wiens groote welwillendheid ons tevens zijn hoogge-
waardeerd geleide schonk.