komen zijn in de zonderlinge illusie, dat er een levend wezen
daar beneden was, en wij waren er niet ver meer van af, tot
antwoord te wachten: „ 232 voet.” Hoe natuurlijk klinkt zijn
lach, hoe juist zingt hij mede, hoe menschelijk is zijn stem !
Maar als zijn meester met denhamer tegen den houten wand
van de schutting boven den mond des afgrond b e u k t, dan schalt
en schatert, dan rommelt en dondert het daar binnen, alsof een
koor van heische geesteil er in afgrijselijke kreten losbrak. En
een pijnlijk, benaauwend gevoel grijpt ons aan , als wij neerzien
in dien engen k o k e r, met zijn loodregte muren, met zijn gru-
welijke duisternis, als wij het glimmend lichtje volgen, dat in
zijn langzaam dalen den nacht in de diepte in een flaauwe sche-
mering verändert, om eindelijk, eindelijk, te blinken en te worden
uitgebluscht in het w ate r, als in het hart der aarde. Allerlei
afschuwelijke gedachten rijzen als spooksels op voor den geest.
Onwillekeurig klemt de hand zieh vaster aan het beschüttend
h o u t, of gij treedt huiverend te ru g , om den blik af te wenden
van dien verschrikkelijken put , uit wiens donkere diepte allerlei
wilde visioenen schijnen op te stijgen, om het brein te verwarren en
tot dwaasheden te verlokken. Laat ons de echo nog maar eens
vriendelijk toespreken, om weer tot ons zelven te komen. En
dan naar buiten, onder den helderen herael, in den vrolijken
zonneschijn, in ’t vrije veld, in Gods heerlijke schepping!
Bij den toi wordt. het terrein meer open dan in het „voorste
bosch” , dat wij tot dus ver door kwamen. In het „achterste
bosch” is het meer een afwisseling van veld en h o u t, en wij kun-
nen dit verschillend karakter 00k duidelijk genoeg opmerken,
wanneer wij den grintweg inslaan, die naar de buurschap Hoog-
Soeren loopt. Dan hebben wij ter linkerhand hooge, wilde
stammen, van ons gescheiden door een stuk heide, met een paar
schilderachtige schaapskooijen, ter regter een’ golvenden grond,
met akkers en boschjes van hakhout en dennen. Hier en daar
ligt een huisje in het dal tusschen de zacht glooijende heuvels.
Van verre rijzen en dalen de strenge lijnen der hoogten in het
verschiet, wier diep en donker blaauw zoo krachtig afsteekt bij
den rijk geschakeerden voorgrond. Toch heeft dit landschap bij
den aanleg van den grintweg verloren. Hoe veel schooner was
het n o g , toen het breede zandspoor hier slingerde tusschen de
zware stammen der eiken en onder ’t gewelf hunner krachtige
takken. Hoe romantisch was toen dat stille heideveld, aan alle
kanten ingesloten door het statig hout. Hoe wonnen die verweerde
planken en die bemoste rieten daken der schaapskooijen in poezij,
toen zij, onder de forsche bladerkroonen half verborgen, als ver-
verloren waren in de geheimzinnige schaduwen van het magtige
bosch. Hoe treffend was toen het uitzigt op de glooijende heuvels,
de vrolijke groene velden, de blaauwe bergen, aan den
zoom van het woud!
Maar wij willen niet ondankbaar zijn, en niet de wereld be-
schouwen als uitsluitend ten behoeve van wandelaars bestemd.
Wie niet gewoon i s , of rap genueg ter b een , 0111 zieh door eigen
voeten te laten dragen — een groot gemis in streken als deze!
die kan nu in zijn gemakkelijk rijtuig de trotsche boschpartijen
van Hoog-Soeren bezoeken. Waarom hun dat te misgunnen?
Er blijft toch buitendien zooveel schoons en heerlijks voor hen
verborgen! Ook willen wij ons verblijden om de wille der be-
woners van de afgelegen buurschap, voor wie deze grintweg een
weldaad is. En het vele, wat nog te zien en te genieten is over-
gebleven, zullen wij dankbaar opmerken. Laat ons bij deze bogt
in den weg ons een oogenblik neerzetten op het schrale gras-
pleintje. Welk een panorama breidt zieh voor ons uit. Hoe frisch
is het hakhout längs die hellingen nevens ons, hoe schittert het
witte boekweitveld en de geele rogge en de groene klaver op de
akkers, die de zijden der heuvels bedekken. H o e ; vriendelijk
liggen daar die huisjes, met hun bruine daken, beneden ons in
het hout. En hoe prächtig is hier de groote heide. Daar blinkt,
krachtig verlieht door de zon, het Mi l l i n g s c h e z a n d , daar
wijken achter elkaär verschiffende plannen, p u rp e r, donker blaauw,