de verwarring, die na hertog Kar e l s dood in 1538 outstond, in rekening,
de bezitting van een’ Gelderschen edelman zal hij wel niet gewelddadig heb-
ben aangetast en voor zieh zelven gehouden, allerminst van een’ edelman,
wiens schoonzoon, Se ge r van Arnhem, tot een’ der uitvoerders van zijns
meesters jongsten wil was benoemd. Den Kannen bn rg bezat hij destijds
nog niet. Misschien bleef Di rk van Keppe l er wonen na den verkoop aan
den hertog; misschien had hertog Kare l er eon’ slotvoogd, want de koop
valt juist in den tijd, toen hij zijn onderdanen, verbitterd over’t verbreiten
van de overeenkomst met keizer Kar e l en het verbond met Fr an k rijk,
met geweld wilde bedwingen, en do Keppe l s , die van Y e 1* w o 1 d e althans»
waren Bourgondiseh gezind. Eerst in 1543, na de onderwerping van W i 11 e m
van Gul ik en daarmede van Maar t en zelven, werd hij met den Kan-
nenbnr g beleend »bij transport van Sege r van Arnhem”, met wien hij
dns op goeden voet blijkt te zijn geweest.
Het huis Oo s t e rhui z en, waar in de §f§jj eenw de R. C. ingezetenen
vergaderden, komt voor op de kaarten in den T e ge n w. S t a a t en bij
S l i c h t e n h o r s t . Op ’t arehief te Arnhem is er niets van bekend. Als ’t
»een voormalig klooster” wordt genoemd. schijnt het verward te worden met
dat van S te Mari e van Na z a r e th bij Oene. Misschien is het, hetzelfde
als 0 o s t e rh o f f , volgens mededeelingvan Jhr. v a n Riemsdi jk aldus om-
schreven: »Huys, hoff en Bomgaert den Oosterhoff genaemt als hetselve in
den ambte van Epe Karspel Yaessen tnsschen drie weijen daer omgaende ende
het velt gelegen ende bepaelt is nevens het gepoot van opgaende bomen
daerbij op de gemeente en aenschot staende, oöck het Haenderveen bi ende
tegenover het huys Oosterhoff leggende aen de eene ende aen de andere sijde
naesfc aen de Dor (?) hofstede staende met sijn aenschot ende gerechticheit
i t em. . . . . van vrij ende allodiael goet door Jan van Herichem tot den
Oosterhoff aen de Ed. mog. Heeren Staeten. . . . opgedragen ende vorder te
leen ontfangen tot een leen ten Zutphenschen rechten met een paar hantschoenen
van 28 St. te verheergewaden.”
De beleeningen beginnen met 1688, ten behoeve van het geslaeht van
He r i ch em en later van het geslaeht van Isendoorn.
Ook omtrent den Oo s t e rh o f f sehijnt op den Kannenburg niets bekend.
Misschien kunnen deskundigen in loco beslissen, of 0 o s t e r h of f en Oo s t e r hu
i z e n al of niet'identisch zijn.
Ook omtrent het oude huis Ra a i , nabij''de Gr i f t , is op ’t arehief niets
te vinden.