VI INHOTJD.
In d e n om tr e k v a n A rn h em . M a r i e n d a a l . — L ig h te n b e e k . — W a rn s b o rn . —
B a k e n b e r g ..................................................................................... . v ................ Biz. 11 3 .
Een eigenaardige moeijelijkheid. — Een eigenaardig voordeel. — De Rijn bij Arnhem. —
Bovenover en onderlangs. — Op het bergje. — Hulkestein. — Den Brink. — Rosande
en Mariendaal. — Gesehiedenis. — Hoog en laag. — Vrijheid, blijheid. — Lichten-
beek. — Bosch en water. — Warnsborn. — Lanen en akkers. — Bakenberg. — Zij-
pendal. — Naar Arnhem terng. — Aanteekeningen.
B aarn en S gestd ijk .................................................................................... . . . . Biz. 1 3 3 .
Baam’s verleden. — Een vrolijk heden. — Vermakelijk en deftig. — Het stationsgebouw. —
Villa’s in allerlei stijl. — Ond-Baarn. — Eemnesser weg. — Naar Soestdijk. — Ka-
rakter van het bosch. — Oude en nieuwe trant. — De naald.— Een dankbare hulde.—
Bewoners van Soestdijk. — Het jagtslot voorheen en thans. — Portretten en schilde-
rijen. — Verschillende merkwaardigheden. — Het park. — Amalia-oord en de serres.—
Vruchten- en plantenkassen. — Een aanval op het slot. — De buurt Soestdijk. — Een
heilig bosch. — Aanteekeningen.
I n het G o o i......................................................• ......................................................... Biz. 1 5 7 .
On.de vermaardheid. — Rijke afwisseling. — Een Amsterdamsche voorstad.N— Nardincland. —
Strijd en beroering. Oudheden. — Saxers in ’t Gooi. — Het Gooisehe bosch. —
’t Gooisehe hoofddorp. — Een kleine stad. Licht en schaduw. — Hilversumsche
indnstrie. — Ezels. — ’s Gravenlandsche weg. — Het herstellingsoord Trompenberg. — Op
den Trompenberg. — Een oude plaats der aanbidding. — De Leeuwenlaan. — Oorsprong
van ’s Graveland. — Ondergang en herstel. — Trompenburg. — De koepelzaal. — Weg
naar het Gooisehe Gat. •— Spaanderswoud en Westerveld. — Sperwershof, Boekenstein,
Schaep en Burgh. — Over Spaanderswoud. — In het bosch. —- Een eenzame weg. -=
Het oude afgodsbeeld- — Een historisch paadje. — ’t Hoogt van ’t kruis. — Nieuw-
en allernieuwst Bnssum. — Vrede en oorlog. — Jan Tabak. — Ond Bussum. — ’t
Bosch van Bredius. — Zomermiddag. — Een woest landschap. |i§D e Tafelberg. — Een
heerlijk uitzigt. — In de rotonde. — Op de rotonde. — Meenten en maten. — Bla-
ricum. — Naar Laren. — Fabriekarbeiders. — In Laren. — De oude St. Janskerk. —
Grafhenvels. — De gewenschte gesehiedenis. — Aanteekeningen.
Be b e id e Eemnessen e n h e t h u is G r o e n e v e ld ............................ , . . . Biz. 2 1 2 .
Gesehiedenis van Eemnes. — Een lang dorp. — Tnsschen Baarn en Eemnes. — Hotel
Groeneveld. — Het huis Groeneveld. — Het bosch. — Afscheid. — Aanteekeningen.
E e n p a a r u i t s t a p j e s in G r o n in g e r l a n d ..................................................... Biz. 2 2 1 .
Wat wij in Groningerland vinden. Ons plan. — Het vroegst bewoonde gedeelte. —-
Veränderungen. — Waterloo en SterreboschPipiDe Heereweg. — Verdwenen bürgten
en kloosters. — Nieuwe buitens. — Kerk en toren te Haren. — Onnen en Glimmen. —
Op • den zijweg. — Hunebed. — Noord- en Midlaren. — Zuidlarenermeer. — Een
Drenthscb dorp. — Kerk en havezathe. — Bosch van.Laarwoud. — De Pnnt. — Oos-
terbroek en Lemferingen. — Bij Eelde. -— Paterwolde. — Grooter overwinningen. —
Naar Hoogezand en Sappemeer. — De verveening. — Bloeijende vlekken. — Wegen
naar Slochteren. — Achterdiep en Langewiek. — Op Frieschen grond. — Ommelander
INHOTJD. VII
vrijheid. — Eenvoudige grafteekens. — Toren en kerk van Slochteren. — Fravlema-
borgh. — Heeren van Fraylemaborgh. — In het bosch. — Staande en omgaande heer-
lijkheden. — Naar Schildwolde. — Schildwolder toren. — In ’t Oldambt. — Klei en
veen. — Noord- en Zuidbroek. — Kerk te Zuidbroek. — Eerste en laatste indruk. —
In den regen. — Een stal van Wouwerman. — Het monument. — Wat Heiligerlee
herinnert. — Winschoten. — Winschoter bosch. — Hoe groot de Dollard vroeger was. —
Eeuwen van jammer. — ’t Herwonnen gebied. — Beerta. — Finsterwolde. — 0 osten
Midwolde. — Scheemda en Eeksta. — Terugblik. — Aanteekeningen.
a r A p e ld o o rn e n h e t L o o .............................................................................. Blz. 281.
Eenzame wegen. — Een tooverpaleis. — Een verdwenen visioen. — Een vreemde keus. —
Hoe wij naar Apeldoorn gaan. Geen overhaasting: — Putten. — Kelnerij en have-
zathe;, -*&'.• Schoonderbeek. — Naar de spreng. — Bij de spreng. — De papiermolen. —
Terug naar Putten. — In het bosch. — Op de heide. — Heide en buurschap. — Bij
den boschwachter. — Inkomsten van het klooster te Werden. -— Verschillende eige-
naars. — Maalspraken. — Naar ’t Sprielder1 osch. — Het „Solse gat”. — Deelingen
en hoeven. — De Koningseik. — Weer op de heide. — Schapen. — Wat de fantasie
droomt. -— Wat de geschiedenis verhaalt. — Wat de wetenschap leert. — Millingen. —
Uddel. — Het achterste bosch. — Een vorstelijke straatweg. — Herten. — Vergezigten
en boschpartijen. — De put bij den toi. -— Naar Hoog-Soeren. — Längs den zoom
van het bosch. — De buurschap. — Het oude bosch. — De Galgenberg. — Valken-
jagt. — De Order-mark. — Klassieke grond. — Natuur- en kunstgenot. — Oud en
nieuw Apeldoorn.— Invloed van het hof. — De voorgevel van het paleis. — Inwendige
luister, droevige vernedering. — Wat er overbleef. — Schouwburg en kunstzaal. —
Benedenverdieping. — Bovenverdieping. — ’t Glaskamertje. — Eerste rnstpunt. —
Vijver en sprengen. — ’t Jagershuis. — Geschiedenis van het Loo. — Het oude Loo.—
De hooge vijver. — De oude tuinen. — Fonteinen. — Verdwenen heerlijkheid. —
Hans en Parkie. — Moeijelijke reis. — Herinnering en hoop. — Terugblik. — Aanteekeningen.
K a n n e n b u rg b i j V a a s s e n . , ................ . ............... Blz. 3 5 3 .
Het gehucht Loo. — Verschillende wegen. — De „Rotterdämse kopermolen”. *— De kerk.—
De oude hoeve. —• De hoeve wordt kasteel. — Bewezen diensten. — De voorgevel
van het slot. — Vernieuwingen. —■ De groote zaal. — Winter- en wapenkamer. —
Verdere vertrekken. — Bihliotheek en lc a p e l^ - De Wildbaan. — Oude bosschen. —
Dobbe gelle. — Het kanaal. — Aan ’t station^ ^ ^ Een maagdelijk woud. — Levens-
teekenen. — Aanteekeningen.