A A N T E E K E N I N G E N .
Eeeds vroeger is vermeld, dat de Staten van Utrecht ook de heerlijkheid
der Eemnessen aan prins Willem III opdroogen. Na ’s vorsten dood keerde
zij tot de Staten terng, die de hooge jnrisdictie aan zieh behielden ; de
ambachtsheerlijkheid werd verkocht en bleef in handen van bijzondere personen.
Gro ene v e ld wordt door v. d. Aa eene voormalige ridderhofstad ge-
noemd, die onder haar bezittei*s ook den ongelukkigen Re in i e r van 01-
d enb a rn e v e l t telde. Onder de riddermatige .huizen van Utrecht wordt
het evenwel in den T e ge n w. S t a a t niet vermeld, gelijk ook, volgens ont-
vangen mededeeling van den Heer A. W. v a n Be eck Calkoen, op het
provinciaal Archief van Utrecht geen blijken zijn gevonden, dat het ooit
een ridderhofstad is geweest. Bij de beschrijving van de Eemnessen in den
Tegenw. S t a a t wordt met geen enkel woord van Groeneveld gesproken,
en op de daarbij behoorende kaart van Eemland staat het niet, tenzij er
meß bedoeld is h e t Groene wont , waar in de nabijheid ook wel een huis
lig t, maar op eene andere plaats dan het tegenwoordige Groeneveld.’t Schijnt
aanvankelijk niet meer geweest te zijn dan een landhnis der Ha s s e l a a r s ,
die in 1735 de ambachtsheerlijkheid van Eemnes gekocht hadden, en de
meeste gronden, er thans onder gerekend hebben vermoedelijk eerst be-
hoord onder Dr a a k e n b u r g , door den Heer Huydecoper aangekocht.
Reinier van Oldenbarnevelt was Heer van Gro ene v e ld in I)elfland bij
’t Wond. Bij den tegenwoordigen bezitter der heerlijkheid, Jhr. v a n V r e denburg
in den Haag, moeten nog stukken, hem betreffende, berusten.