vaderlijke goederen. De C o r t e n b a c h s , wier stamhuis in het
land van Valkenburg bij Yoerendaal lag, waren Heeren van
Helmond door het huwelijk van J a n v a n C o r t e n b a c h met
jonkvrouw C a t h a r i n a , de eenige dochter nit het eerste huwelijk
van J a n B a r t h o u t gezegd B e r l a e r , die in 1436 was
overleden. De kinderen uit diens'tweede huwelijk, van de erfenis
buitengesloten, namen den naam v a n H e l i n o n t aan, maar
bleven het wapen van Barthout voeren.
Het schitterende schoorsteenstuk met zijn levendige kleu ren ,
dat zoo fier van hoogen adel en zoo luid van adeltrots getuigt,
werd in de dagen van g e l i j k h e i d en b r o e d e r s c h a p , —-
met o n n a t u u r ü j k e r n s t i g bedreigd. Fransche troepen hadden
Helmond bezet; het kasteel was vol Soldaten van de Bepubliek
en een burger-generaal had er zijn hoofdkwartier. Gelukkig vond
het fraaije sieraad der eerwaardige zaal, op de bede van het
zoontje des toenmaligen eigenaars, genade in de oogen van den
bevelhebber, die het onder zijn bijzondere bescherming nam, en
bij den aftogt zijner manschappen ongeschonden achterliet. ’t Is hier
°°k zoo goed op zijn plaats, in het ruime vertrek, dat toegang geeft
tot den toren, waarin het belangrijke a r c h i e f wordt-bewaard.
Wij kunnen maar een’ vlugtigen blik werpen op de schatten
in de groote glazen kast, wel g eordend||maa r toch nog weinig
bekend en gebruikt. Tot iets wat naar een onderzoek gelijkt ,
ontbreekt natuurlijk ten eenemale de tijd. Maar als wij de talrijke
perkamenten eharters doorloopen, ten-deele nog voorzien van hun
zegels, en waarvan het oudste dat wij vinden, het jaartal 1314
d raag t, — als wij de rijen van cijnsboeken volgen, waarin wij de
mkomsten der Helmondsche Heeren uit twintig omliggende dorpen
vinden opgeteekend, — als wij de stapels familiepapieren en andere
documenten overzien, dan vermoeden wij, dat hier voor
geschiedenis, topografie, genealogie, regtskennis, plaatselijke bij-
zonderheden en gewoonten nog vrij.wat bijdragen zullen zijn te
vinden, en dan kunnen wij den wensch niet onderdrukken, dat
een deskundige althans tijd en gelegenheid mögt vinden om het
archief van Helmond naar den eisch te inventariseren.
De groote zaal aan de andere zijde der vestibule draagt een
ander karakter. Zij vertegenwoordigt meer het gezellige leven
van den tegenwoordigen tijd , dan het verledene van den bürgt
en zijne oude bezitters, maar ook haar meubelen en versieringen
zijn in overeenstemming met den aard der deftige, ouderwetsche
huizinge, en groote waarde ontleent zij aan de schilderijen, die
de wanden bedekken. Er zijn zeer fraaije portretten van onbe-
kende meesters, er zijn stukken van Wouwerman, van Berchem
en anderen van hooge Verdiensten, er is een hoogst belangrijke
en zeer oude schilderij op h out, met rijk uitgesneden rand, d e
a a n k o n d i g i n g v an d e n E n g e l a a n Ma r i a , die om uit-
voerige en fijne bewerking opmerkelijk is. Aan deze zaal grenst
de toren, waarin eertijds de kapel vaighet slot was, thans een
vriendelijk vertrek, dat eenige kunstschatten van porselein en
andere kostbaarheden bewaart. Ook in de beide zijvleugels zijn
zalen, ten deele met groote schoorsteeiimantels, op rood en zwart
marineren zuilen rustend. Naar de oude afbeeldingen te oordeelen,
ontvingen eertijds deze vertrekken hun licht bijna uitsluitend van
het binnenplein, terwijl in de buitenmuren alleen kleine openingen
als kijk- en schietgaten waren te vinden. De hoofdtrappen naar
de bovenverdieping zijn aan beide kanten van de poort aange-
bragt. De kamers, die wij daar vinden, zijn thans ongebruikt.
Enkelen treffen wij er aan , die in , kostbaar plafondwerk, of in
fraai jbewerkt eikenhouten beschpt , van vroegeren luister getuigen.
Boven de kapel had de pastijbakker zijn heiligdom. Zijn oven is
nog te zien. Beneden, onder de zalen van den achterkant, was
de brouwerij en is nog de ruime keuken, wier kunstig gemet-
selde kruisgewelven op eene zware, vierkante zuil in het midden
rüsten. Daar is ook de diepe p u t, buiten verband met de g ra c h t,
die als van ouds de slotbewoners van helder water voorziet. Ook
ontbreekt in de uitgestrekte kelders de gevangenis n iet, want
de Heeren van Helmond bezaten ook het hooge regtsgebied,
smds het in 1388 aan den toenmaligen Heer was verpand. Vrolijk
en opwekkend was het verblijf voor de overtreders op het slot
te Helmond niet. ’t Is een afgelegen gewelf, dat alleen door een