Fransch generaal op het Loo zijn’ intrek had genomen, liep
hun leven gevaar. De wakkere citoyen, voor tafelweelde niet on-
gevoelig, had reeds menig zeldzaam dier uit de verzameling weg-
geschoten en scheen niet ongeneigd, om zieh ook eens van
den smaak van een olifantengebraad te vergewissen. Een bevel
van P i c h e g r u , die de beslissing van het. lot der zeldzame en
kostbare dieren aan zieh behield, bewaarde hen voor_een’ zoo
ontijdigen dood. Straks verscheen een volksvertegenwoordiger,
met last om alle vèrvoerbare merkwaardigheden in ontvangst te
nemen en naar Parijs over te brengen. Met name waren H a n s
en P a r k i e daarbij genoemd.
Maar ’t bevel omtrent deze beide reuzen was gemakkelijker
te geven dan uit te voeren. Naauwelijks was H a n s in zijn hok
gesloten, of hij verbrak dien ongewonen kerker. Eerst vier maan-
den daarna was een sterker hok gereed ; twaalf dagen lang was
het voorzigtige dier niet te bewegen er in te gaan. Een kind ver-
schalkte zijn waakzaamheid en bedroog zijn vertrouwen , - door
vruchten achter zijn voorpooten te strooijen. Nu zou de togt
beginnen. Twee spannen, elk van zestien paarden, trokken de
zware wagens, waarop de hokken stonden. Bij het uitiijden van
h et hek brak de wagen van Han s . Er bleef niets anders over
dan tijdelijke invrijheidstelling, en naar de cornac verhaalde,
de gescheiden echtgenooten schreiden tränen van blijdschap bij
de hereeniging. ’t Was reeds 26 Sept. 1797, toen eindelijk het
vervoer kon worden beproefd. Sterker waren de wagens, tot
honderd was het getal der paarden gestegen en nu ging ’t zonder
verder ongeval tot Deventer. Te scheep kwamen zij in Rotterdam
en voorts, over Dordrecht, in Bergen op Zoom, na een’
gevaarlijken overtogt van het H o l l a n d s c h Di ep. Deels over
land, deels längs waterwegen, bereikten zij eindelijk, na een
reis van vele weken, het M u s e u m v o o r n a t u u r l i j k e h i s t
o r i e in de magtige hoofdstad. En als ’t. ook voor een olifan-
tenhart streelend is, aangegaapt, bewonderd, bezongen te worden,
dan vonden Ha n s en P a r k i e ruime vergoeding voor de onge-
makken der reize en voor het kalme leven onder de hooge boomen
H E R I N N E K I N G E N H O O P . 3 4 7
van het prinselijk Loo, dat voortaan voor hen tot het verledene
behoorde.
Zij zijn in Parijs gestorven. Evenmin als deze „zegeteekenen
der overwinning” j keerden de andere merkwaardigheden, die eens
het lustslot versierden, derwaarts terug. Vooral betreurde men
het verlies van een kostbaar verguld kanon, een geschenk van
een’ keizer van Ch i n a , en een zeldzaam schoone gebeeldhouwde
houten vaas. ,Ook de vorstelijke balling, die op dit paleis zijner
vaderen zieh zoo gaarne had teruggetrokken, om rust te vinden
onder de stormen van zijn’ tijd, waartegen hij niet was
opgewassen, zag zijn heerlijk Loo niet weder. Jaren van ver-
nedering volgden. Maar de betere dagen kwamen ook en de
krachtige gemalinne van den zwakken prins mögt haar laatste
levensdagen hier doorbrengen. Op een bank in het park sliep zij
in , den 91'™ Junij 1820. Van den ouden luister, die eens ka-
steel en tuinen sierde, bleef niet veel meer over, maar met
nieuwe schoonheden verrijkte de liefde van N e e r l a n d s konin-
gen het erfgoed van hun doorluchtig voorgeslacht. Welig wast
er het hout, vriendelijk vloeijen er de beeken, in rijken over-
vloed bloeijen er de bloemen, frisch zijn er de uitgestrekte gras-
perken, helder blinken er de vijvers in het park. Schatten van
smaak en kunst vullen de zalen en vertrekken van het paleis.
Stemmen uit het verledene spreken e r, de zegen van het tegen-
woordige verblijdt er oog en hart van wie volk en koningshuis,
zoo naauw vereenigd, lief heeft. En zoo vinde t nog langen tijd
het geslacht, dat na ons komt, st'eeds rijker aan herinneringen,
die verheffen en goeddoen!
Wij hebben een merkwaardige landstreek, althans ten deele,
leeren kennen. Tot de vroegst. bewoonde gedeelten van ons vader