NAAE CEO Y. 67
verdwenen wallen loopt. Het spreekt van de meer dichterlijke
zijde der menschelijke n a tu u r, van nog andere dan materiele be-
hoeften, maar niet in norsche tegenstelling met de onmiskenbare
eischen van den nieuweren tijd. Sinds de Heer C. F. Wesselman
in 1780 de heerlijkheid uit den min of meer verwarden boedel
van graaf Arberg kocht, kwam er een nieuw geslacht van be-
zitters en de stormen braken lo s , die de maatsc.happij van tal-
looze verouderde en onhoudbare overblijfsels uit lang vervlogen
dagen zuiverden. En de gebroeders Wesselman, zijn kleinzonen,
die tbans het kasteel bezitten en bewonen, hebben niet de tra-
ditien bewaard van den ongenaakbaren baroen, die in eenzame
grootheid zieh opsloot in zijn huis, noch van den lateren adel,
die in de hoofdsteden en badplaatsen van Europa de renten van
zijn landen verspilde, terwijl de boeren zuchtten onder den druk
en de grijpende drost of baljuw het verlaten stamslot bewoonde.
De jonkheerskroon boven hun wapen belet hen evenmin, het
leven van hun tijd meeteleven, als de grijze muren van hunnen
alouden bürgt dien verhinderen, een geriefelijke en aantrekke-
lijke woning voor kinderen dezer eeuw te zijn.
Op ons programma van heden Staat nog het bezoek aan een
ander merkwaardig kasteel, het slot C r o y , welks naam er in
dien vorni vrij wat meer aristocratisch uitziet, dan wanneer de
spelling in overeenstemming was met de uitspraak, die nooit anders
dan als K r o o i wordt gehoord. Zullen wij ons doel kunnen be-
reiken ? De afstand van een goed half uur is geen bezwaar. Door
den fijnen stofregen behoeven wij ons niet te laten afschrikken,
en wij blijven hopen op een doorbrekend zonnetje. Vrees om
veel om te loopen of zelfs mis te loopen, — niet denkbeeidig,
omdat het door bosschen en längs binnenwegen gaat! — kan
ons niet tegenhouden, want Jhr. A. G. Wesselman van Helmond
is bereid ons te geleiden. Maar .omtrent den toestand der wegen
dürft niemand ons veel goeds te voorspellen. Van ,/inspannen”