
BEKNOPTE GESLACHTSLIJST
DER
v o r s te n fam ilie v a n D J O N G K O N G .
Samengesteld naar inlichtingen van de leden
dier vorstenfamilie.
meend wordt, heeft dan ook de Regeering zieh een 5tal
jaren geleden niet kunnen vereenigen met een voorstel
van den Resident, om bij overlijden van de toenmalige
(1895) titularissen, de beide landschappen uit de rij der
zelfbesturende leenstaten te doen vervallen; naar het
schijnt, op grond der overweging, dat Zij niet te kort
wenschte te doen aan den eerbied, die ook Harentwege
aan de gesloten overeenkomsten moet worden betoond.
De geslachtslijst die aan het slot van dit hoofdstuk is
geplaatst, wijst de afstamming van de vorstenfamilie van
Djongkong aan. Omtrent den troonsopvolger Aban g Alam
en diens jongere broeders valt alleen te vermelden dat
zij, evenals de overige hoogst onbeduidende leden van hun
geslacht, in vrij armoedige omstandigheden verkeeren. In-
komsten van de bevolking, dan wel een schadeloosstelling
van het Gouvernement genieten zij niet, zoodat zij door
landbouw, vischvangst en wat handeldrijven in hun leveris-
onderhoud moeten voorzien.
A ls leden van het regentschap fungeerden in 1895
Raden Soema, Aban g A li en A b an g Kijoeng. De twee
eerstgenoemden zijn zeer oude lieden, die persoonlijk hunne
ladang’s bewerken. A b an g Kijoeng, die eerst sedert eenige
jaren na het overlijden van den aanvankelijk aangewezen
titularis als zoodanig optrad, schijnt in betere geldelijke
omstandigheden te verkeeren.
Invloed op de bevolking schijnt het regentschap weinig
uit te oefenen en in gewone omstandigheden bemerkt men
er zelfs weinig van dat het b e s taa t; alleen bij aanrakingen
met het Europeesch bestuur treedt het op den voorgrond.
Volgens eene in 1894 gehouden telling bedraagt de
sterkte der uitsluitend Maleische bevolking van het land-
schap Djongkong niet meer dan 411 zielen, waarvan 142
mannen, 141 vrouwen en 128 kinderen.