
echter niets meer overgebleven en 00k het aanzien der
vorsten is belangrijk verminderd. SHimbau teert nu uit-
sluitend op zijn kolenindustrie, waarvan de vorstenfamilie
de grootste voordeelen geniet en daar het Gouvernement
bijna de eenige afnemer van de kolen is, brengt het per-
soonlijk belang van den vorst van Sfilimbau mede om met
het Gouvernement steeds op zeer goeden voet te leven,
waartoe hij dan 00k al het mogelijke in het werk stelt!
Het hoogste gezag, 00k in godsdienstzaken, berust in
handen van den Panämbahan, die echter, volgens het contract,
omtrent alle belangrijke bestuurszaken in overleg
moet treden met den besturenden ambtenaar. A lle crimi-
neele zaken en burgerlijke geschillen boven de 50 gulden
worden door den Landraad te Sintang berecht. D e be-
slissing in burgerlijke geschillen beneden de 50 gulden,
zoomede de berechting van alle politiezaken, is aan den
vorst overgelaten.
D e straffen, welke door hem als politierechter kunnen
worden opgelegd, zijn:
1. ten arbeidstelling aan de openbare werken voor den
kost zonder loon, voor den tijd van hoogstens 3 maanden -,
2. gevangenisstraf, voor hoogstens 8 dagen.
Die straffen hebben echter tot nu toe in SHimbau zoo
goed als geene toepassing gevonden en zijn daar boven-
dien zeer impopulair. Onbekendheid met de bepalingen
betreffende rechtspleging, het gemis aan openbare werken
om de veroordeelden te werk te kunnen stellen en aan
eene gevangenis, zoomede het gering persoonlijk voordeel,
dat de vorst uit de door hem als politierechter opgelegde
straffen kan trekken, kunnen als even zoovele oorzaken
worden aangemerkt, waarom de vorsten van Sölimbaux)
i) Dit geldt 00k voor alle andere landschappen van Borneo’s Westkust, met
uitzondering van de drie zuidelijke, Sempang, Soekadana en Matan, waar, zoolang
zieh, sedert de inwerkingtreding van het nieuwe Voor-
schrift omtrent het Rechtswezen in de Residentie Wester-
afdeeling van Borneo, van alle rechtspraak hebben ont-
houden. Het mag echter niet zeer onwaarschijnlijk worden
genoemd, dat de v66r de inwerkingtreding van dat Voor-
schrift op de meeste overtredingen en misdrijven gestelde
boeten nog wel eens, buiten voorkennis van het Bestuur,
zullen worden toegepast.
Volgens de adat is de vorst gehouden omtrent alle
zaken de negöri betreffende, met de negSribewoners (vrije
bevolking) in overleg te treden. De beraadslagingen met
de bevolking worden namens den vorst door een eersten-
mantri of mangkoe geleid, als hoedanig thans de troons-
opvolger fungeert. De hoofden der kampoeng’s worden
door de bevolking gekozen en door den vorst aangesteld.
De vorst wordt beschouwd als eigenaar der binnen de
gienzen van het landschap gelegen steenkolenvelden; het
delven van kolen is echter aan een ieder vergund, tegen
betaling van een cijns aan den vorst van f 0,20 per
pikol kolen. Behalve op de opbrengst van deze kolen-
belasting, welke tot 1896 op f \?>oo ’s ja a rs kon worden
ge ra amd1) en op die van eenige weinig beduidende in-
komsten in den vorm van sbrah, poepoe of dagang
lakoe a) heeft de vorst nog recht op persoonlijken arbeid
nog geen Landraad in de afdeeling Soekadana gevestigd is, het Maleisch bestuur
de tot_j3p het tijdstip van ,ge jnvoering van het Voorschrift op het Rechtswezen,
uitgeoefende rechtsmacht over alle tot de inheemsche bevolking behoorende perso-
nen — behalve de Gouvernements onderdanen — is blijven behouden, met dien
verstände, dat geen martelende of verminkende straffen, w.o. ook rottingslagen,
mögen worden toegepast, welke door meer menschelijke: straffen moeten worden
vervangen, terwijl verder bepalingen zijn gemaakt omtrent de toepassing der dood-
straf en op die van het bannissement.
1) Daai ter Borneo s Westkust thans niet meer zooals tot voor eenige jaren 3
stoomschepen der Gouvernements Marine in vast Station zijn, moet de opbrengst
van den kolencijns zeer beduidend verminderd zijn; zie de kolenindustriebldz. 175.
2) Onder „sSrah wordt verstaan, het inruilen van zout tegen rijst of padi;