
een 3tal variëteiten, welke zeer in waarde verschillen. De
meest kostbare bëlanga wordt gerekend eene waarde te ver-
tegenwoordigen van omstreeks 6000 dollars.
Tadjau matjan, heeft eene helderroode kleur en 6 staande
ooren. De versiering bestaat uit 2 à 3 draken, die elkaar vol-
gen of waarvan de koppen naar elkander toegekeerd zijn ; in
het laatste geval hebben de draken eene vrucht in hunne bek-
ken, hetgeen alleen op de kostbaarste potten aangetroffen
wordt. Twee goede potten van deze soort worden wel inge-
ruild tegen 1 bëlanga van inférieure kwaliteit. Een goede
tadjau matjan — men onderscheidt nog 3 à 4 soorten —
wordt gemeenlijk op eene waarde van 800 dollars geschat.
Bangsi, met 2 draken versierd en eene waarde vertegen-
woordigende van 300 dollars.
Mëraman, met 4 kleine draken versierd.
Loemoes, versierd met 3 draken, die soms geschubd zijn.
D e waarde van een loemoes werd mij opgegeven 200 dollars
te zijn ; 2 stuks met ongeschubde draken worden in den regel
in waarde gelijk gesteld aan één met geschubde draken (loemoes
sisik) en 00k wel aan 1 mëraman.
De tëmpajan’s met bloemen of bladeren-versiering of 00k
wel met krullen, in den vorm van vischschubben beschilderd,
dragen naar de daaraan in het Mëlawigebied toegekende
waarde achtereenvolgend de namen van :
W a t baharoe (soerat baharoe) uitwendig beschilderd met
bloemen o f bladeren. Evenals vele oude beschilderde etens-
borden in Europa, worden de tëmpajan’s van die soort als zeer
zeldzame antiquiteiten aangemerkt; men heeft zelfs exem-
plaren, welke op niet minder dan 2000 dollars worden g e schat.
Onder deze soort zijn er bruinachtig van kleur en met
donkerroode vlekken beschilderd, waarop de kleuren zoo
kunstig zijn aangebracht, dat de geschilderde vlekken zieh als
verhevenheden voordoen. De overige tëmpajan’s van deze
hoofdsoort heeten sisik-mentilin, bërahan, die tevens versierd
zijn met 2 à 3 draken, welke elkaar volgen, en rëmoenjan.
De rëmoenjan’s vertegenwoordigen eene waarde van ± 70
dollars ; 4 stuks daarvan stelt men gelijk aan 1 bërahan en
aan 2 tëmpajan’s van de laatste soort wordt de waarde van 1
sisik-mëntilin toegekend.
Sommige hoofden in het Ambalaugebied hebben al hun
rijkdom in tëmpajan’s belegd. Zoo had b.v. de thans verbannen
Raden Dëmang Béhé van Nh Mëntoemoei tot zelfs voor
eene waarde van 20000 dollars aan tëmpajan’s in zijn bezit ;
alle kostbare exemplaren van zijn broze collectie waren echter
begraven. In het Ambalaugebied wordt zelfs een Dajak, die
van 600 tot 1000 dollars aan tëmpajan’s in eigendom heeft
volstrekt niet als welgesteld aangemerkt.
Zooais 00k bekend is, werden na afloop van den Raden-
Pakoeopstand bijna alle kostbare tëmpajan’s der Oeloe-Arai’s
ingeleverd, als pand voor de op te brengen oorlogsschatting
van 27500 dollars; reeds weinige weken na de oplegging van
die boete, was een bedragvan 2000 dollars in tëmpajan’s vol-
daan. Aankoop van zeer kostbare tëmpajan’s geschiedt in den
regel niet met geld ; men ruilt ze in tegen potten van mindere
waarde, stofgoud, padi, boschproducten, vee, enz. en het zijn
vooral de Chineesche en Maleische handelaren en de Maleische
hoofden, die in deze als tusschenpersonen optreden en met
dien ruilhandel grove winsten weten te behalen.
Niet-kenners. van tëmpajan’s durven zieh echter niet aan
den handel daarin wagen, want de Dajaks zijn van de kleinste
bijzonderheden, wat vorm, afmeting, ooren, kleur van het
verglaassel, uitwendige versiering, enz. betreft volkomen op
de hoogte en weten de waardevolle potten met een 00g-
opslag te onderscheiden van de meer gewone, zoomede van
de voor oningewijden op de meest bedriegelijkewijzein China
nagemaakte potten. Ook van den stamboom der zeer kost