algemeen het minst in de maanden Februari, Juni, Juli en
Augustus, terwijl de maanden Januari, Maart, November
en December zieh meestal door aanhoudende en zware regens
kenmerken. De maanden, April, Mei, September en October,
waarin de meeste kans bestaat op gemiddelde waterstanden,
kunnen dus als de günstigste worden aangemerkt tot het
doen van verre reizen längs de Malawi en hare affluenten.
H y d r o g r a p h i e v a n h e t M e l a w i g e b i e d .
In de hier volgende beschrijving van de Mölawi en bare
affluenten zullen zooveel mogelijk de meest belangrijke
hydrographische bijzonderheden betreffende die voorname
middelen van gemeenschap der onderafdeeling Mfflawi in
’t licht worden gesteld.
T o t een meer geleidelijk overzicht zal eerst de Mölawi,
stroomopwaarts gaande, worden beschreven. Daarna zullen,
stroomafwaarts, de hoofdrivier volgende, de bevaarbare affluenten
worden besproken. Voor zooverre het als toelichting
op de topographische kaarten van belang kan worden ge-
acht, zullen tevens de voornaamste topographische bijzonderheden
van het stroomgebied van elk der zijrivieren worden
vermeld.
D e B e n e d e n -Mö l aw i v a n S i n t a n g t o t
N a n g a h Pi n o h 1).
Reeds bij gemiddelden waterstand is de rivier in haar be-
nedenloop bevaarbaar met stoomschepen van 7 voet diep-
gang. De stroomsnelheid bedraagt alsdan ruim 1 m. per se-
1) Afstand 96.1 k.m. = 13 g. mijl.
cunde of ongeveer 2 Duitsche mijlen per wacht. De kleine
stoomschepen, welke in den regel van Sintang naar Nangah
Pinoh stoomen en die eene vaartsnelheid van 7 ä 8 mijl heb-
ben, bezigen voor de reis stroomopwaarts ± 1 1 uur en 5
ä 6 uur voor de terugreis. Laadvaartuigen als bandoeng’s en
daoep-daoep, worden meestal stroomopwaarts geboomd en
hebben dan 3 ä 4 dagen voor het afleggen van het traject
noodig; de reis stroomafwaarts, welke in den regel drijvende
wordt volbracht, kan door die handelsvaartuigen in i f ä 2
dagen worden gedaan. Goed bemande roeivaartuigen kunnen
de reis van Sintang naar Nangah Pinoh bij gemiddelden
waterstand in 2 2 uur volbrengen en de terugreis in circa
12 uur.
Reeds na een paar weken droogte wordt het echter
voor kleine stoomvaartuigen ondoenlijk om naar Nangah
Pinoh te gaan, want bij lagen waterstand vallen zelfs midden
in de rivier uitgestrekte zandbanken droog, zooals die
te Ködferas - een weinig stroomafwaarts van kampoeng
Gandis — en de zoogenaamde Pasir Barito bij Nangah Pinoh.
Na zeer langdurige droogte, welke veelal eens in de drie
jaar gedurende de maanden Juli, Augustus en September
voorkomt, is de rivier in haar benedenloop nog slechts bevaarbaar
met roeivaartuigen van bijv. 1 voet diepgang. Zelfs
de 250 m. breede monding valt dan, op een smalle en on-
diepe geul na, grootendeels droog en het door de Mfelawi
afgevoerde water ontlast zieh dan over een dam van zandbanken
als een val in de Kapoewas.
T e Ködferas en te Batoe Lintang zijn nabij den linker oever
steenen in de bedding, die reeds bij gemiddelden waterstand
zichtbaar worden. Bij die steenen is de stroom ten allen tijde
sterker dan elders en bij hoog water ontstaan op die plaatsen
draaikolken, die door de vaartuigen op ruimen afstand moe-
ten worden gehouden. Ook te Nangah Sfengkadjau en te