
7- Noesa Pandau, eilandjes midden in de rivier, met ver
uitstekende grindbanken, waar ten alien tijde een zeer sterke
stroom staat.
8. Karangan Djöroet, een grindbank nabij de monding
der Ella Ilir, waar zoowel bij hoog als bij laag water een
zeer sterke stroom s ta a t ; bij gemiddelden waterstand is weinig
van de bank merkbaar.
Van Nangah Ella Ilir tot aan de Maleische kampoeng
Nangah Kferoewab, een afstand van 43 k.m., duurt de reis
bij gemiddelden waterstand met goed bemande roeivaartui-
gen ongeveer 12 uur en stroomafwaarts nagenoeg 4 uur.
Bandoeng’s en daoep-daoep hebben voor het afleggen van
die trajecten meer dan het dubbele van die tijden noodig.
In dit riviergedeelte komen betrekkelijk weinig lästig te
passeeren plaatsen v o o r ; roeivaartuigen hebben daar zelden
met moeilijkheden te kampen.
De vooral bij lagen waterstand voor bandoeng’s en andere
laadvaartuigen zeer hinderlijke plaatsen z ijn :
1. Karangan Kfenijoer, een grindbank bij de monding der
rivier van dien naam, welke bij laag water droog valt en
waarop bij hoog water een sterke stroom staat.
2. Karangan Kampat en Lobang Tilan, twee grindbanken,
op korten afstand van elkaar en een weinig bovenstrooms
van de monding der Khnijoer; ten alien tijde staat op die
plaatsen een sterke stroom. Alleen de eerstgenoemde valt
bij laag water geheel d ro o g ; bij de tweede heeft dit alleen
bij buitengewoon lagen waterstand plaats.
3. Groote grindbanken rondom het midden in de rivier
gelegen eilandje Möngfeboeh, längs welks oevers steeds een
zeer hevige stroom staat. De vaartuigen moeten daar veilig-
heidshalve den linker oever der Malawi volgen.
4. Karangan Pömata, een grindbank bij eene bocht stroomopwaarts
van Noesa Mfengöboeh. In de nabijheid van die
bank liggen steenen, welke bij laag water gemeden moeten
worden.
5. Karangan Pantar Pbramban, een grindbank bij de monding
der beek T a jin ; ten allen tijde is de stroom daar zeer
hevig.
6. Noesa Käroewab, met ver uitstekende grindbanken.
Bij zeer hoog water loopt tusschen de grindbanken een
hevige stroom en Ievert zelfs het passeeren met roeivaartuigen
groote moeilijkheid op.
Van Nangah Kbroewab tot aan de Maleische kampoeng
PagSr Lbbata kunnen goed bemande roeivaartuigen het tra-
ject dat 84.5 k.m. lang is, bij günstigen waterstand in 28
uur afleeeen I stroomafwaarts vordert de OO 1 reis niet meer dan
12 a 14 uur. Laadvaartuigen hebben in den regel het dub
bele van genoemde tijden noodig.
De vooral bij laag water voor laadprauwen in dit riviergedeelte
lästig te passeeren plaatsen z ijn :
1. Batoe Boejoe, bij de uitwatering der beek van dien
naam, een steenplaat omgeven door een grindbank, waarop
bij laag water een sterke stroom Staat.
2. Bij de monding der beek Kfenobah, een zeer uitge-
strekte grindbank, welke meer dan de halve rivierbreedte
beslaat en die bij laag water slechts een zeer smalle vaar-
geul vrijlaat.
3. Bij S. Kfemahang, een grindbank aan den linker oever;
op korten afstand van de beide oevers heeft zieh boven-
dien veel dood hout in de bedding vastgezet, hetgeen
vooral stroomafwaarts gaande gemeden moet worden.
4. Bij Nangah Poewan, een steenbank over de grootste
helft der breedte van de rivier, waar ten allen tijde een
stroomversnelling staat.