1 . burgerlijke geschillen over eene waarde van niet meer
dan 50 gulden, tusschen onderdanen van het landschap on-
derling.
2. overtredingen die ingevolge de in de residentie vigee-
rende wettelijke bepalingen behooren tot de bevoegdheid van
den politierechter, uitgezonderd dezulke die ’s Lands midde-
len en domeinen betreffende.
Voor de sub 2 bedoelde overtredingen mögen echter geene
andere of zwaardere straffen worden opgelegd dan ten arbeid-
stelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon
yoor hoogstens 3 maanden of gevangenisstraf gedurende
hoogof stens 8 dagofen.
Voorts zijn de vorst en zijne hoofden verplicht hulp te ver-
leenen tot ten uitvoerlegging van vonnissen en bevelschrif-
ten gewezen door rechtbanken en rechters van het Gouvernement.
Äan werkelijke misdrijven maakt de Maleische bevolking
van het Mölawigebied zieh hoogst zelden schuldig en de
politie-overtredingen worden door den panbmbahan eenvou-
dig niet gestraft, omdat hem, bij gemis van publieke werken
en van een gevangenis, de middelen daartoe ontbreken. Zijn
rechtspraak als politierechter is dus geheel illusoir en wat het
politiewezen betreft, heerscht in het Sintangsche rijk, niet
minder dan in de meeste overige Maleische leenstaten van
Borneo’s westkust, vrij wel anarchic. Daar het opleggen van
boeten wegens politie-overtredingen bij het politiek contract
strenoe verboden is,' onthoudt het inlandsch bestuur zieh daarvan
; wat wel veelvuldig voorkomt, is het heffen van belasting
op civiele processen, hetgeen niet bepaald verboden is en Wat
men 00k moeilijk schijnt te kunnen tegengaan.
D e Dajaksche bevolking van het MSlawigebied bestaat
uit eene groote verscheidenheid van stammen, die nog gedeeltelijk
in voorkomen, taal, zeden en gewoonten, a. a. belang-
rijke verschillen opleveren. Hunne namen, woonplaatsen en
het aantal nederzettingen van elken stam zijn in de hierachter-
staande opgave zooveel mogelijk vermeld.
Het totale aantal Mhlawi Dajaks werd in 18940p 25000
geschat, waarvan omstreeks 8000 mannen, zoodat het aantal
mannen van 15 tot 4ojarigen leeftijd op 5000 kan worden
geraamd. In verband met hetgeen reeds vroeger omtrent de
bevolkingsstatistiek van Borneo’s westkust werd medege-
deeld, mag aan de hierachter opgegeven sterktecijfers slechts
eene zeer approximatieve waarde worden toegekend ; alleen
het aantal hasilplichtige gezinnen kan als vrij juist worden
aangenomen.
Op welke wijze en wanneer de verschillende MHawistam-
men zieh in hunne tegenwoordige woonplaatsen gevestigd
hebben, is van het meerendeel onbekend. Alleen van hen,
wier vestiging van betrekkelijk recenten datum is, valt dien-
aangaande iets met vrij groote zekerheid mede te deelen.
Laatstbedoelde stammen z ijn :
i°. De stam der O eloe-Arai =? Oeloe-Ajer = Ott-Danom, die
tegenwoordig het boven-stroomgebied der Malawi bewoont.
Een deel van dien stam heeft thans zijne nederzettingen
längs de Mblawi, tusschen de mondingen der Gilang en Am-
balaurivieren. Een ander deel, geheeten Ambalau Dajaks,
bewoont het stroomgebied der Ambalaurivier en eindelijk
worden nog vestigingen der Oeloe A ra i’s aangetroffen längs
de S. Tondo, een rechter affluent van de in de Mölawi uitmon-
dende Lökawai.
De Oeloe-Araistam der Boven-Mblawi is verwant aan dien
der Ott-Danom van de Z. en O. Afdeeling van Borneo, thans
woonachtig in het gebied der Boven-Kahajan, stroomopwaarts
van Tandjoeng Mirih, en in dat der Kapoewas Moeroeng
en Boven-Barito. Zij spreken wel is waar een ander dia