
van de Dajaks. Ook hij geniet geen schadeloosstelling
van het Gouvernement.
Panömbahan Hadji Moeda A g o n g Pakoe Nögara, re-
geerend vorst van Sblimbau sedert 23 October 1878,
heeft thans den leeftijd van 63 jaar bereikt. Hij is oogen-
schijnlijk zeer godvruchtig en een achtenswaardig man;
daarbij voorkomend en voor Europeanen behulpzaam en
gastvrij. Het opnemerspersoneel genoot van hem steeds
een goed onthaal en zeer veel hulp. Bij de negbribevol-
king heeft hij veel aanzien; hij neemt de ritueele voor-
schriften van den Islam getrouw in acht en ijvert er voor,
dat dit ook door zijne Maleische onderdanen geschiedt.
De Dajaks, die zijn gezag erkennen, leggen hem echter
groote fiscaliteit en ook willekeur ten laste en noemen dit
de hoofdreden, waarom het grootste deel hunner stamge-
nooten naar elders is verhuisd.
D e oudste wettige zoon van den panfembahan, Hadji
Mohammad Osman, is sedert 1890 tot troonsopvolger be-
noemd en voert als zoodanig den titel van Raden Adipati
Anom Nfegara; hij zal thans den leeftijd van 35 jaar
hebben bereikt. De overige kinderen van den vorst (16
wettige en 3 onechte kinderen) zijn nog betrekkelijk jong
en treden niet op den voorgrond. Een neef van hem,
Pangeran Hadji genaamd, vroeger rijksgroote, werd om-
streeks het jaar 1890 als mangkoe ontslagen en leeft
thans stil te Shlimbau; diens vroegeren, grooten en nadee-
ligen invloed op de bestuurszaken schijnt hij geheel verloren
te hebben.
Een niet onbelangrijke persoonlijkheid der vorstenfamilie
„poepoe” is de opbrengst aan den vorst van producten zonder eenige vergoedingj
„dagang lakoe” bestaat in het verkoopen aan de Dajaks van bij hen gewilde arti-
kelen, als ijzer, koperwerk, enz. tegen zeer hooge prijzen; het koopen tot een zeker
bedrag is dan voor de Dajaks verplichtend.
ngeran Hadji Mohammad Abas, f
(12® vorst) g. m.
ig loemoet, dochter van Abang Barita,
27 Maart 1855 een contract met Reg.
n. Prins; krijgt in 1876 v/h Gouvt.
en titel van PanSmbahan Hadji
ammad Abas Soerija NSgara. Doet
in 1878 afstand.
anSmbahan Hadji Moeda Agong
hoe 'Negara volgt zijn vader den
23en October 1878 op.
(bevestigd 3 Januari 1879).
erend vorst van SSlimbau (13e vorst)
luit in 1882 vigeerend contract.
Hadji Mohammad Osman
¡edert 1890 aangewezen opvolger
onder den titel
van
Raden Adipati Anoem NSgara.