
in hären benedenloop kenmerkt, die tot de moeilijke bevaar-
baarheid dier rivier bijdragen.
Het Pinohgebied is nog grootendeels met oerwoud be-
zet, dat een goede bron van inkomsten aan de boschpro-
ducten-inzamelaars oplevert, alhoewel ook hier de meest
waardevolle producten, als goede götah en rotan-söga, lang-
zamerhand zeer schaarsch beginnen te worden. De geacci- O O
denteerde terreinen, längs en in de nabijheid van den hoofd-
stroom en zijn affluenten, leveren een geschikte gelegenheid
op tot het aanleggen van groote en goede ladang’s, die niet
aan overstroomingen blootgesteld zijn. In verband hiermede
heeft de bevolking van het Pinohgebied over ’t algemeen
weinig met mislukking der padi-oogsten te kampen. Heeft
dit echter door eene zeer siechte weersgesteldheid plaats,
dan is die ramp nog veel grooter dan in de meer toegan-
kelijke streken van het Mfflawigebied en elders, omdat het
opvoeren van rijst van Nangah Pinoh uiterst kostbaar is,
door de vele moeilijkheden aan het transport te water Verbünden,
terwijl aanvoer over land van beduidende hoeveel-
heden längs siechte paden en over hooge bergpassen niet
minder bezwarend is.
De Pinoh, zoomede de meeste harer affluenten zijn goud-
houdend en vooral bij de Maleische kampoeng Karangan
Poeroen maakt de bevolking bij laag water veel werk van
het goudwasschen. De opbrengst heeft echter niet zeer veel
te beteekenen en het goud schijnt nog bovendien veel zilver
te bevatten, zoodat de wasscherij niet bijzonder loonend is.
D e hiervoren genoemde S. Bfflimbing ontlast zieh een
weinig stroomafwaarts van Nangah Pinoh in de Malawi. Zij
vindt hären oorsprong op de zuidelijke hellingen Van den
piekvormigen Saran, die zieh met zeer steile en nog geheel
met woud bezette flanken verheft ten oosten van de Ma-
tansche grensketen, waarmede de Saran ter hoogte van den
zeer markanten Bt. Bferangin samenhangt. Het stroomgebied
der BSlimbing wordt bijna geheel door een met hoog g e boomte
begroeid laaggebergte ingenomen. De aldaar geves-
tigde bevolking heeft hare nederzettingen en bouwvelden
grootendeels längs of op körten afstand van de hoofdrivier
en hare enkele bevaarbare zijrivieren. De BSlimbing is alleen
in hären benedenloop met vrij groote vaartuigen bevaarbaar,
want in de bedding van den midden- en bovenloop komen
zoovele gevaren voor, dat daar alleen met zeer kleine sampan’s
van den waterweg kan worden gebruik gemaakt.
De smalle terreinstrook, ten oosten en ten noorden be-
grensd door de Beneden-MSlawi, ten westen door de heuvel-
keten, welke aldaar de waterscheiding van het Mßlawigebied
uitmaakt en ten zuiden door de het Beneden-BSlimbinggebied
ten noorden begrenzende heuvelketen wordt ingenomen door
de zeer läge heuvelreeksen, die zieh van af de westelijke
waterscheiding tot op körten afstand van den linker oever
der Malawi uitstrekken. Eenige weinig beduidende en ge-
deeltelijk met sampan’s bevaarbare rivieren, als de Könindjal
en de Dohan, die op de westelijke heuvels ontspringen en
die zieh door zeer enge mondingen in de Mölawi ontlasten,
besproeien dit nog grootendeels met een dicht woud bezet
terrein. Een paar voetpaden voeren van den linker oever
der Mfelawi naar de nederzettingen der Könindjal- en Ran-
doe Dajaks, die zieh zeer verspreid in deze over ’t algemeen
weinig vruchtbare landstreek metterwoon hebben ge-
vestigd. Bij zeer hoogen waterstand in de MSlawi loopt niet
zelden de aan die rivier grenzende vlakke terreinstrook g e heel
onder.
De hoofdplaats Nangah Pinoh,- aan de samenvloeiing der
Mfelawi en Pinoh, bestaat uit eene vrij uitgestrekte Maleische
kampoeng längs beide oevers der Malawi en op den linker
oever een Chineesche wijk van de ook elders gebruikelijke