DER D ÏÏ G - V L r N D E R S. Tab. TL 8i
■ gedeelte, door ’t Vergrootglas te zien, afgebeeld. Van een gedeelte der boven- T ab II.
fte zyde zynde V ederen, hoewel hier en daar eene enkele is blyven zitten, afge-
■ fchraapt; op dat men in de Figuur zou konnen zien, niet alleen hoe ieder fteel
van ’c Vedertje zyn gaatje hebbe, daar ’t in paft, maar ook hoe ze in deze
gaatjes zitten. Als men het Vederftof van deze Vleugelen fchoon afveegt
zyn ze omtrent zo doorzichtig als de Vleugels der Muggen,
Het overige, dat van dezen Vlinder nog noodig is te weeten, kan met weinig
woorden gezegd worden. Hy is omtrent even zo langzaam in ’t vliegen,
als de Rups, waaruit hy voortkwam, in ’t kruipen geweeft is; echter maakt h y ,
in de lucht vliegende, hoewel hy zelden hoog vliegt, eene fchoone vertooning.
Zyn voedzel zoekt hy met zynen Zuiger uit de Bloemen,en fterft eindelyknog
in t zelfde j«iar zyner geboorte; na dat hy alvorens alle vermogen in *t werk
gefteld heeft, om zyn gedacht behoorlyker wyze voort te planten. Ik mag’er
voor ’t overige nog byvoegen , dat deze Vlinder inzonderheid de Zwaluwen-
fiaart genoemd wordt, ( o f liever Page du Roi) ten onderfcheide van den voo-
ngen, dien men ook den Zegel-Vlinder noemt,
§• 9-
De Liefhebbers hebben hier nog in acht te neemen, dat deze Rups zeer teder,
en omtrent het voedzel wel in acht te neemen z y , en inzonderheid niet
veel verontruft moet worden.
rm ,»■ sa a a s . * ^ m . & .■* «. o
De fchadelyke gezellige Oranje-geele R ups, met de zwarte
ftreepen over den rug en op de zyden , benevens
haare verandering tot in een V l in d e r .
S- i.
T 'Y e z e Rups, van welke wy thans handelen zullen, heeft zich, eenige TaarenTab III.
geleeden, by den Landman niet alleen tamelyk bekend, maar ook we-
geus de lehade, die z y aan de Boomen toebragt, zeer gehaat gemaakt; ver-
mits alle Ooftboomen en genoegzaam de Boflchen die tyds geheel kaal afge-
vreeten wierden, en zo gehavend waren, als of een koude Winterfche Noor-
dewind opgefteeken was, en al hun cieraad geweldiger wyze nêdergeworpen
nadde. Men neeme hier in aanmerking,' dat men van zodanige Rupfen die
groote fchade doen, v y f o f zesderleie foorten; te weeten 2 a 3 van de Dag-
Vhnders dezer tweede ClalTe, en drie foorten van Nacht - Vlinders der tweede
i ü k h dat de S ° edertieren Schepper de lichaamen dezer Schepze,
e ’ 1 e tu ’ ï* len