Tab. ra. zy elkander; zoekende ieder in 1 byzondér eene bekwaame plaats, 'daar eem'g
• Fig.
*>g' 3-
S wS S r S Zy* r 66116 — aan een B°°m, of «echts aan e l
I rAo zy zich van onderen vafthecht, en in eene kromme geftalte
blyft hangen, 20 als de 2ic Fig. aancoont. Voorts verandert zy, eehk alle
vormiee G r v i t ^ f^ V " eeJ!ePoP- ? eze PoP heefc insgelyks vormige Gryns, als in de 3. big. te zien is ; zynde de koleur emeneee alta nhzeilcdhetr-
de twee hoornpunten bruin geel met een fmal donker-bruin randje.
? . “f" s.ls §eel 1 en van boven bruin ; ook zyn de oogpunten, van onderen
m t bruin gevat. Op de Vlèugélplaats ziet men insgelyks boven geele en
donkere verdiepingen De fpitze punten van ’t aehteflyf z^n aan. B H
eerandme<Wvbdrers 7,waar de ach.Krfte flaartpunt is geel, en wederzyds bruin
wel aan M P zlet ™en aa" deze Pop eemge goude blinkende Hippen, zo
wel aan den hals, a s hier en daar aan t hoofd:, hoewel dit niet aan allen gevonden
wordt, gelyk ook. de koleuren merkelyk verfchillen; als zynde eemge
1zelv1e z1yn Zaant Tde zehe ,1 doepr e5r 'p aaRr-a, aekne nndoeg homet tr■ent d edne rh atalsk keeenn oppa adre nh oruogg zelds l
alsmede terzyden van ’t achter-lyf nog eenige hoogzels, diePechter vlakte
§• 3-'
rc S r def e Pop komt ook. eindelyk een Vlinder te voorfchyn; dit
fchiedt, by warm weer , binnen 14 dagen ; maar als de Rups eerft in den
hI v i-Vfran|den’ -da" blyfc de PoP den gehelen Winter over hangen en
Vlinder komt in t volgende Voorjaar eerft in de waereld. Vermits’ nu
eezfgd°hehheVan7 ,Vhndef even- zo. gefchiedt,. als. ik van de voorigen
den ,S ddaatï hhyJ oonnddeerr ddee 1fc1ho Bonftein egne enp rBachtiigft evna nz ySnerm Claf lHe g aelflieeelnd- mmewk
W È Ê t wa,nt fcho?n d® onderfte zyde zyner Vlerken met geen fraaiete
en Pronkt, zo- is- echter de bovenzyde des-te prachtiger; hebbende on$
nor“fmStC wwoortdet. rPDDee em^ h FF,gke nv e’ rwtoaoanrto roan hs yd,eozoekn d Ve linder, zittende in eene rgues--
mmeeeeffttaaf1 fgflaannzti>g ddoienlke0rP, êeberhuei-nV eins . vIeDueS ealcehntIe re-nv leduegrezel livae or motnrdenertf tdeo ozry dmei dddeine
Z',varten heen ®d wederloopenden ftreep verdeeld; het bo-
■ kere zvde mer n n / r ’ v"161 kn°n e Zwarte I en de binnenfte don- * -l| H f f donkerer ftreepjes, gewaterd; Ook ziet men in 1 midden
van ieder onder vleugel een helder ftipje& De voorfte vleugel is insgelvk“ over"
lvkerv S at6dd’ mal r hieeft m dezen grond, voor aan den rand, 3 j§ | onge-
9 den vleugelloopende, zwart g e b o o rd B S
E W J . f u,phen deze. vlakjes | de grond iets helderen Voorts zyn da
Ë 2 A W VÜ-or- e" achter-vleiigelen met verfcTieiden korte enTange
E P and e7 00rf ienVDocb'n de 5 :c3 ziet men dezelve met uitgebrede
vvoóorotrmeftèeifykFftee lkvolkeuerre nb 0pVreonnflket , ene nf.czho0 v0onlfmtea aBkt nIaa rw delek er eginedleenrd daaedi bEmurebty tdbe-
mie
fig. 4.
% 5.
mie (evenmaatigheid) gefchikt is , dat het menfchelyk oog de wonderbaareTAB. IIU
fchoonheid van dezen Vlinder niet anders dan met genoegen befchouwen kan.
D e Hoofdgrond der voorfte Vleugelen is bruin-rood o f kaneel-koleurig,. en
als fluweel; maar de buitenfte rand aan alle. Vleugels olyf-koleur. Kort aan
dit omboordzel, naar den voorften hoek to e , ziet men een grooten en byna
ronden Spiegel, wiens grond naar den kant van ’t ly f, fraai geel, en naar de
buiten zyde blaauw is. Dit blaauwe, naar den uiterften hoek, o f het fpitze ,
fmal zwart geboord zynde, verheft zich naar binnen toe in ’t violet - blaauw,
en dit weder in ’t geele. In den violet - blaauwen grond ftaan 3 bleek - blaau-
we ovaal -ronde vlakjes, en in ’t midden van den Spiegel eene byna half roodbruine,
half zwarte, en grooter vlak. Verder naar ’t lyf toe grenft aan deii
geelen grond des Spiegels eene breede zwarte vlak, die aan den rand des vleugels
het breedfte is ; en digt aan den Spiegel byna ter helfte fpits toeloopt.
Daar op volgt een g e e l, en na dit een zwart hoekig vlakje| die echter beiden
wat meer van den buitenften rand des Vleugels afrtaan ; welke rand, van ’t lid
af tot op de helft, geel geboord, en overdwars zwart befpikkeld is. Eindelyk
ziet men ter zyden des Spiegels en onder den Olyf-koleurigen zoom, in den
Kaneel bruinen grond, twee blaauwachtig witte ovaale vlakjes, van welke de
naafte aan den Spiegel ’t grootfte, en buiten om wat roodachtig gezoomd is.
De beide Onder - Vleugels hebben ook een olyfverwigen, doch achter aan wat
breeder zoom; kort aan de V oor-Vleu ge ls, ftaat wederom een fchoone zwarte
ronde Spiegel, voorzien met 4 byna violet-blaauwe Vlakken; de grootfte
tegen den Vo o r-Vleu g e l, twee ronde kleiner in de midden , en een langwerpig
overdwars naar den kant van ’t lyf. Deze Spiegel zelf is naar den voorften
Vleugel met een witten breeden ring omvat, die zich naar den kant van
’t ly f in ’t olyfverwige verheft. Boven dezen Spiegel en den witten ring is
ook een gebogen zwarte vlak te zien, die onder den voorften Vleugel breed
toeloopt, en naar beneden fpits eindigt. De overige ruimte des Vleugels is
iets donkerer dan de hoofd koleur der Voor-Vleugelen, en naar de lyfzyde
met geelachtige flippen in een donkeren grond befprenkeld, waar over veele
blinkend bruine hairtjes zitten. Deze Vlinder behoort voor ’t overige tot die
foorten dezer Claflë, die uitgefchulpte o f uit- en ingekapte. Vleugels hebben.
§-.4-
Tèn opzichte van het Hoofd, L y f en overige leden dezes Vlinders , is het
eveneens gefield als met alle anderen dezer Claffe; naamlyk het Hoofd heefc
zyne bruine oogen , fprieten, en twee gekromde hairige fpitzen of baardjes
om de oogen, die voorwaarts te zamen en in de hoogte ftaan. In de 6 ic big. fig. 6
is ’er een-in zyne natuurlyke grootte te zien; doch- de Fig. vertoont die en 7*
door een Vergrootglas befchouwd. Volgens de meening van zommigen zou-
dm deze baartjes de eigenfchap-van de Neus hebben , en den Vlinder byge-
volg dienen tot ruikers; andere zeggen dit van de Sprieten o f Voelders; doch
ikhebbe’er nog zo veel be,wuftheid niet van ,dat ik-deze gevoelens kanbillyken
C 3 of