Classis t. Patilioniiss Noctürnorum.
E e r N A C H T - V L I N D E R S . Tab. I. i j i
neer men haare gantfche verandering befchouwen, en dien fchoonen Vlinder Ta*. L
. in de Infeften-Verzameling behouden wil. Hier omtrent is ’t niet genoeg,
dat men de Rups dagelyks frifch voeder geeve, van die gewalfen, waar mede
zy gewoon is zich te geneeren; maar men moet dezelve ook zomwylen, des
morgens o f des avonds, met een weinig frifch water zagtkens befprengen en
verkoelen. Wanneer ze haare volkomen grootte bereikt heeft,is het noodig,
haar in een ruim Glas te zetten, wiens bodem ten minlten ter diépte van 3 ®
vingeren met aarde bedekt i s , opdat ze daar in graaven en een verblyf bereiden
konne. Wanneer ze in eene Pop veranderd is , moet die den Winter over in
-een Kelder of andere koele en vochtige plaats, waar in het echter niet vrieft,
bewaard worden. Eindelyk in ’t Voorjaar, als de warme dagen beginnen te
•komen, mag men ze weder in eene Kamer zetten, maar vooral niet in de Zon.
Voor ’t laatfte dient hier nog aangemerkt te worden, dat men het Glazen verblyf
tegen dien tyd in eene houten Doos o f ander ding moet veranderen; de-
wyl de nieuw uitkomende Vlinder by een zo glad lichaam, als het glas, niet
opklimmen, of zich vZflhouden kan; waar door bygevolg zyne Vleugelen,zo
hy in ’t glas te voorfchyn kwam, geduurende den aangroei, bedorven wor-
den, en niet weder te recht komen zouden.
GSssssssssssssssssssssssfiss® i
De groene, blaamvftaartige L in d e n -R u p s , metfchuinfe
roode èn geele zyde - jtreepen, benevens haare
verandering tot in een V l in d e r .
§• 1.
"Dyaldien de Lindeboomen zo veelvuldig beklommen en doorzocht wierden, tau II.
J J als de Ooftboomen, is ’er geen twyffel aan, o f dit in ’t hoofd gemelde
Rupfen - gedacht, dat zich alleenlyk aan de Lindeboomen ophoudt * , zou zo
bekend z yn , als veele anderen , die wy onder het getal der gemeenen, o f ten
minden niet onder de zeldzaamften, rekenen. De oorzaak, dat men deze Rupfen
voor zeldzaamer houdt, dan ze inderdaad zyn , is niet anders, dan de plaats
van
* Vermits ik deze Rups eens gevonden hebbe op eene met water omringde, en alleen aan
den oever met Eike-, Wiige-en diergelyke Boomen bezette Weide, waar op niet alleen
geen Lindeboom, maar ook geen andere, zelf tot op 6O0 treden van daar, te vinden-
was; oordeele ik, dat men, geiyk de Heer Rafel hier doet, niet-volftrekt kan vaftflellen -
dat deze Rups zich alleen op Lindeboomen onthoudt. En dewyl dezelve, toen ik.ze, ter
plaatze daar geen Linden maar wel andere Boomen omtrent waren, vond , reets kort by
de verandering was, denke ik, dat ze ook bladeren van andere boomen en gewaden nut-
Ugt. Want om te Reilen, dat ze door dezen of genen Vogel daar gebragt kan zyn; zou
ongegrond en niet waarfchyniyk weezen, dewyl ze, reets by de verandering zynde , zulk
een vyand niet onhefchadigd ontkomen zou hebben. K leemanm.
R a