V O O R R E D E V A N D E N
O O R D E E L v a n d e n He e r J O H A N N
G O T T L O B K R Ü G E R ,
Frof inde Medicynen op de Fredriks-Unwerflteit, over de Hiflo-
ris der lnjecten. Uit Halle den 24 .April 1746.
I k twyffele, o f ’er wel eenige Uitvinding zo nut en aangenaam zy , als
die , welke zich bezig houdt met zaaken, die de Natuur van zelve
voortbrengt, en die onze zinnen ontwaar worden. Men kan een opge-
blaazen Geleerden die vreugde gunnen, dat hyzich, met niets beduidende
woorden en ydele harsfenichimmen van onmogelyke verbeteringen der
Waereld, vermaake. Een Natuurkundige zal hem deswegen niet benyden.
Want hy begeert niet alles wat mogelyk is te weeten; aangezien hy zo
veele wezenlyke dingen in de Waereld vindt, dat hy geduurende zyn
gantfche leven daarin niet uitgeleerd konne worden, en ééne wezenlyke
Zaak altoos veel beter is, dan duizend anderen, die enkel mogelyk zyn*
Z o wel de Natuur-Leere als de natuurlyke Hiflorie vertoont onsdagelyks
louter zodanige zaaken, die wezenlyk in de Waereld zyn. De eene openbaart
ons de eeuwige en onveranderlyke Wetten, die de Natuur gewoon
is op te volgen, en de ander fielt ons de Konflwerktuigen voor oogen,
waardoor dezelven toegefleld zyn. Hoe roemryk is bygevolg de bezigheid
dier genen, welke zich yverig daarop toeleggen , om de natuurlyke
Lichaamen onder zekere geflachten en foortente brengen, en de kentekens
te onderzoeken, waardoor het eene van ’t ander te onderfcheiden is. Doch
zulks kan nooit beter gefchieden, dan wanneer iemand eene gelyke bekwaamheid
in de Schilderkonfte en in de kenniflederNatuurebezitte. De
Schryver van dit Werk bezit deze Eigenfohappen ,en men moet beketinerr,
dat zyne Tekeningen naar ’t Leven gemaakt zyn. Derhalve twyffele ik
geenzins, o f zy zullen eene algemeene goedkeuring verwerven. Want ze
zyn zo gefield, dat een enkele opflag van ’t oog op de Plaat iemand, die
zich op de natuurlyke Hiflorie der Jnfeclen wil toeleggen, tot eene aanleiding
kan dienen, waardoor hy bekwaam wordt om van de menigvuldigheid
der Dieren en van de Wysheid des Scheppers een meer dan gemeen
begrip te vormen: het welk eene der edelfte bezigheden is, die van de
Menfchen kan ondernomen worden, enz.
G ES
C H R Y V E R.
- ^ ^ A S S S S S S S S S S S S S S S I ts» * a *= >. a & jt a & .■ ft
GEDA CHT EN van den Heer D r. en
H ofr aa d T R E U ,
over de Natuurlyke Hiflorie der InfeSl'en.
IT e t is zeer gemaldyk te bewyzen, dat inzonderheid dat gedeelte der
Natuur-Leere', ’t welk de kennis der Gewaffen en Dieren ten on-
derwerpe heeft, eerfl op een zekeren grond gevefligd is geworden, toen
men de Ontdekkingen derzelven met Afbeeldingen begon te verklaaren.
Hoe onvolmaakt deze ook in ’t begin geweefl zyn , vermits men zich
meeflal van de Houtfneede bediende, kofl men echter menigmaalgemak-
lyker en met minder twyffel daardoor, dan door de Befchryvingen, over
de zo veelvuldig onderfcheiden geflachten en foorten van dezelven, oor-
deelen. En hoe meer die konfl naderhand door ’t graveeren in Koper
toegenomen z y , met ook de kleinfle deelen zelfs duidelyk te maaken, des
te meer is deze kennis beveiligd geworden; nadien een enkele opflag van
’ t oog , in ’t befchouweu der afbeeldingen, een veel zekerer en beflen-
diger indruk aan ’t verfland en ’t geheugen kan geeven, dan de aller-
naauwkeurigfle befchryving. Vermits nu ook de Konfl een middel gevon-
den heeft, om deze dingen zelfs met hunne natuurlyke koleuren (welker
oneindige verwiflelingen en vermengingen veeltyds onbefchryflyk , en
échter tot eene volkomen kennis niet te ontbeeren zyn) na te bootzen,'
en voor een geringen prys bekend te maaken; is daaruit ligt na te gaan,
dat de voordeelen onzer tyden groot; en wy ook gevolglyk verplicht zyn
den genen, dien men zulks te danken heeft, hoog te fchatten. Doch
fchoon men nu de levendige Afbeeldingen alleen als genoeg voldoende
konde aanmerken , om een volkomen begrip , van ’t gene ons voorge-
fleld wordt, te vormen; zyn echter de daar by gevoegde Befchry vingen
van dezelven niet voor overbodig te houden: zy dienen veel meer om te
wegen te brengen , dat een naauwkeurig Nafpoorder des te meer overtuigd
worde, van de echtheid en juiflheid der Afbeeldingen.
De Heer Schryver dezer Natuurlyke Hiflorie der Infeélen heeft een
wydloopig deel uit het Ryk der Natuure verkooren, om het met groote
moeite en opmerkzaamheid dezer wyze niet alleen duidelyk te befchry-
ven, maar. ook zo af te beelden, dat alles, wat in de oogen valt, overeen