170 E E R S T E C L A S S E & c .
T ab. hoope te erlangen. Door de goedheid van mynen waarden Vriend in Brev en
Vut. ben ik ook met den Neushoorn- Kever, die in onze Landltreek niet te vinden
was, voorzien geworden, en nu in fiaat gefield om deszelfs Hiflorie omftan-
dig te befchryven*. Schoon ’er ook eenige Liefhebbers mogten zyn, die al
Rupfen genoeg oordeelen te hebben, ben ik echter wel verzekerd, dat ze met’
veel vermaak dit foort zullen zien, ’t welk ik eerft onlangs deelachtig ben geworden.
Het heeft my veel moeite gekofl om ze te krygen, en ze is ook de
eeniglle, die ik voor Geld hebbe moeten köopen: want de Tuinvrouw, die dezelve
op de Jasmyn gevonden had, wilde ’er geen affland van doen; nadien ze
zich verbeeldde, dat dit Diertje haar veel geluk zou toebrengen, en mogelyk
wel een Alruin of Geluksvoorfpeller weezen. Ondertuflchen is deze prachtige
Rups j'uift - die Rups, waar uit de zogenaamde, en den eenvoudigen zo ver-
fchriklyke, Dooien - blinder voortkomt; en deze koop berouwt my des te mind
e r , dewyf ze na eenige dagen in eene Pop veranderde, wier Vlinder ik -den
Liefhebberen ook hoop mede te deelen f .
* Ook deze belofte heeft de Heer Rafel in het Ilde Deel vervuld, waarin' by den Hart-Kever
en den Neushoorn - Kever zeer natuurlyk afgebeeld, en omihndig befchreeven heeft.
K l e em a n 'n.
f De afbeelding en befchryving van deze prachtige Rups en haaren fchoonen ■Vlinderzul-
len in het 11 >'■- Deel .van dit Werk gevonden worden. K l e e m a n h .
NB. De oplettende Heer K l e em a n n , met zyne gewoone naanwkeuvighêid, den Hoog.'
‘ duitfehen Druk nagaande, heeft in de Befchryvinge der groots H'olfsmelk-RupJe.Tab.m.
dezer eerfte Claffe, twee a drie Drukfeilen ontdekt, en ons daar van vriendlyk kennis
cegeeven; om dus , ware ’t mogelyk, voor te komen, dat ze niet insgelyks in de Ne-
derduitfche uitgave-infloopen: doch by ongeluk is de Brief van dien beleefden Heer ons
te laat ter hand gekomen, na dat het Blad reeds afgédrukt was. De Leezer gelieve derhalve
op het Blad S de volgende verbeteringen in acht te neemen.
Blaiz. 140 Regels/ fiaat, van achteren met een paar witte met zwart omzoomde ronde vlakjes
voorzien .
Lees, boven op dezelven Haat een paar witte met zwart omzoomde ronde
vlakjes-.
Blaiz. 1-4+ Regel7 fiaat, bleek - bruine dwarsilreep;
Lres.bleek-bruine roodachtige dwarsitreep J
_ _ _ _ _ _ _ _ 15 fiaat, groenachtig -bruinen
L w , graauwachtig-bruinen
VOORF
O O Æ 5 M J C 5 T
T O T D E
T W E E D E C L A S S E
D E R
NACHT «YLIN3DEE.S;
a f
Korte befchryving der Kentekenen, waardoor inzonderheid
de V l i n d e r s dezer Clajfe van de overigen
te onder/cheiden zyn.
V
§ , I .
% eele Liefhebbers myner befchryvinge der Infe&en hebben zich
g» groodyks verwonderd over de menigte der Infe&en , die in
^ deze tweede Claffe der Nacht-Vlinders voorkomen ; en ech»
# ter kan ik betuigen, dat ik ’er nog op verre na alle de foor-
ten niet in geplaatft hebbe; ja de ondervinding heeft my geleerd , dat
ik, hoe lange het den Allerhoogften ook behaagde myn leven te rekken,
nooit in Haat zou weezen zulks ten einde te brengen. In onze
geweften, in Duitfchland alleen, zyn ’er nog wel driemaal zo veel; en
ik durve geenzins verzekeren , dat ze allen aan- my bekend zyn ; gemerkt
het enkel by geluk is, wanneer men dezelven bekomt; doordien
ze alleen by nacht vliegen, en men ze niet wel anders , dan door de
Verandering van eene by toeval gevonden Rups of Pop, deelachtig worden
kan; waar by nog komt dat ook zulks niet altoos naar wenfeh uit-
valle, gelyk my meer dan eens gebleeken is; en derhalve is \ my heden
nog niet mogelyk, om alle die genen te befchryven , welken my
reets bekend zyn. Ondertuflchen,, fchoon deze Claffe onder mvne Ver.
; ijle Deel. jfie Stuk. £ S -