T ab; b ly k , waar uit men zou konnen befluiten, dat ze zien. Ook wordt haar, het
XVX. gene zy aan ’t Zintuig des Gezichts verliezen, door een uitneemend teder gevoel
vergoed; waar van ik elders alreede gefpraoken hebbe. Om haar voed*
zei te vinden en te onderfcheiden , hebben zy ’t gezicht niet noodig; want behalve
dat ze ’er gemeenlyk niet verre van afgaan, is ’t haar gemaklyk, zodanige
bladen, waar op zy aazen, door middel van haar teder gevoel, te onderfcheiden.
Van de Reuk en Smaak, welke, even als het Gezicht, Hechts by-
zondere foorten van Gevoel zyn , zal ik thans niet fpreeken ; overmits ik niet
weeten kan, o f het by diergelyke kleine Schepzelen daar mede zo gelegen zy ,
als by ons Menfchen, o f als by grooter Dieren; maar dit weete ik zeker, dat
veele Rupfen alleen by één Kruid blyven, en liever van honger fierven, dan
eenig ander gebruiken zouden. Ondertuffchen meene ik van alle Infeélen, iyi
zekeren opzichte, te konnen beweeren, dat ze alle de 5 Zinnen hebben, in
• zo verre naamlyk, als hun teder gevoel de plaats der overige 4 zinnen vervult.
Van wat nuttigheid zou ook, by voorbeeld, het allerfcherpfte Gezicht
-den Rupferi weezen? Om'te kruipen , om té eeten, om zich in te fpinnen, o f
te begraaven, welken haare voornaamfle verrichtingen zyn , hebben zy toch
als gezegd is , geen Oogen om te zien noódig. Wilde men hier tegen inbrengen
, dat het gezicht haar van nut zou zyn , tegen haare vyanden en vervolgers,
op dat ze derzelver aannadering van verre konden ontdekken; zo is uit. haaren
traagen gang,in vergelyking van dien van veelen haarer vyanden,af te leiden,
dat het haar ten dien opzichte ook van weinig nut zou weezen ;dewyl de Rupfen
immers het aanflaande gevaar niet zo fchielyk ontwyken konnen , dat zè
van haare vervolgers niet achterhaald konden worden. Ik (preek nu alleen van
de Gedachten der Rupfen. Want wat de Roof-Infeélen , o f zodanige, die
yan andere Infeélen moeten leeven, betreft, deze, het zy buiten of in het W ater
, hebben ongetwyffeld een fcherp gezicht noodig, zo wel voor, als na hunne
verandering.
§• 3-
Maar om weder op onze Rupfen te komen, zal ik voortvaaren,. van daar
ik gebleeven ben. De hals heeft van boven 2 bleek - geele vlakken, in ieder
van welke 4 zwarte verheven punten, in ’t vierkant, liaan; onder welken we-
derzyds by zommigen nog eehigè zwarte flippen gezien worden. Van dert
hals af tot over den laatlten Ring loopt ’er een breede bleek-geele ftreep over
den rug, waar op aan beide zyden,op ieder ring, twee zwarte flippen flaan:
en ter wederzyde van ’t ly f ziet men insgelyks een diergelyken geelen ftreep ,
die echter niet zo breed is , maar ook van den hals tot aan den flaart loopt.
Tuflchen dezen en den voornoemden ruggeflreep is de fmalle groenachtige
tuffchenruimte geheel zonder flippen; maar in den onderften groenen grond
langs den buik flaan ’er des te meer, en wel in diervoege, dat ’er op ieder
Ring ten minflen drie te tellen zyn. De Buik met de flompe Pooten is geeler,
en ook met veele zwarte puntjes befprenkeld. Alle de tot hier toe genoemde
zwarte flippen o f punten zyn verheven, en met een teder wit ringetje omgeevenj
■ ken; behalve de twee groote zwarte punten naafl den hals; die op geele en tab»
hooger verhevenheden flaan, en ieder met een enkel fly f en kort hair voorzierf XVE
z yn ; waar tegen de groote punten op den tweeden en derden Ring doorgaans
2 of 3 diergelyke hairen hebben. De drie paar fpitze Yoorpooten en de Na-
fchuivers zyn zwart*.
§• 4-"
Wanneer nu de tyd der veranderinge onzer Rupfe verfcheenen i s , kruipt ze
aan den ltam eens booms, o f ook wel aan dorre paaien, balken en planken,
wat haar het naalle by is ; hier van knaagt ze eenige fpaandertjes a f, die ze
onder haar lpinzel vermengt. Hier door verkrygt baar wéefzel, dat anders
gantich wit zöu weezen,eene bynaevengelyke kolenr als het hout ofdefchors,
daar het aan zit; en t is des wegen van verre bezwaarlyk voor het verblyf van
een Inlect te erkennen. De 2 de fig. onzer Tab. vertoont ’er een af beeldzel &g*
yan. Daar is my tot hiér toe nog geène foort van Rupfen bekend, die zo lang
onveranderd in het fpinzel blyft, als de tegenwoordige. Men vindt ze den
meeften tyd, na dat ’er al drie weeken verloopen zyn, nog-als Rupfen, wanneer
men haar Spinzel opent. Toen ik deze zeldzaame Eigenfchap voor de
eerflemaal befpeurde, meende ik , dat zulks miilchien door een buitengemeen
toeval veroorzaakt wierd: maar dewyl de Rups, fchoon ze zeer' gekrompen ,
én dus veel kleiner ware, dan voor de infpinning, in’t leven bleef, en gelukkig
in eene Pop veranderde; onderzocht ik zulks met meer anderen, en ontdekte,
dat deze foort géwoonlyk zo veele weeken, als de-andere dagen, tot
haare verandering noodig heeft. De Pop, die,, in vergelyking met de Rups,
zeer klein, doch welgemaakt i s , hebbe ik in de 3 de Fig. zeer natuurlyk ont- Fig. 3,
worpen. Z y is dof - rood - bruin van koleur. Boven aan ’t Voorlyf kan men
de ligging van den Kop duidelyk zien; het Achterlyf is in diep ingekorven leden
verdeeld, en met eenige beweeging begaafd. Deze Pop blyft meer dan *
Maanden in het Spinzel beflooten; waar na de Vlinder eindelyk te voorlchyn
komt.
* w r , f°0rt VaD RuPfe” tm ’er zodanig uit, als wylen de Heer Rofel baar bier befchreeven
ze volwaflen, en met meer. in haare eerfte jeugd is: doch als ze de eerfte
. S Ï 2 ï ï Z S M » M S nog bezit , vertoont ze zicb gantfch ar®'
' S i k hf eft,d“ ^ en e der opgemelde cieraaden; maar is geel • groenachtig-gL„w"met
tedere brmnacht.ge hairen, en met een iets verdeelden zwan-bruinen kop foorzien De
waat o« deze Rupfen ter waereld komen, zyn zeer klein, helder bruinachtig-
groen van koleur; en, zó men ze door een maar iets vérgrootend glas befcbouwt ontdekt
men, dat ze vol kleine groefjes zyn; die, by eene fterkere vergroeiing rondsom t ó l
tere verheven en tamelykregelmaatige zeshoeken Verbeelden; waardoor de bovenfte od-
So'I apte r6Zer Eier.tJes PW* zeer ciereiyk en aardig'vertoont. Ik zou mogelyk de Eieren
f er ^ P/ en n°iS ,nij t 8!kend hebben, ais ik niet bygeval den 14 July 1763 Julk een Wvf.
gel yk de Hrfet W °P deze Tab- XVl! afgebeeld K gevangen , en van
innap iren ™eer dan 100 Eiere!1 verkreegen hadde; waar uit na >2 dagen de^erftgemelde
. ,gen^haddenJom ^ V°°rfChyn kWamM i