DER D A G -V L I N B E R S . Tab. ïï. 77
aanleiding fchynt gegeeven te hebben, door de Eieren, als gezegd is, niet by Tab. i i .
elkander, maar hier en daar verftrooid te leggen-.
§• 2'
Als deze Rups nog jong is, is ze bleek Oranje-geel, en wordt by toeneemenden
wasdorft, en na ge woonlyke vervelling, geduurig helderer - geel. Deze
Vervellingen zyn aan dezelve, dewyl de huid tamelyk dun en teder i s , niet
wel waar te neemen. In de i . Fig. der tweede Tab. dezer Tweede G a ffe , ziet Fig. i.
men de Rups in haare volkomen grootte, koleur en geftalte, zynde iets minder
dan anderhalven duim lang, en van de volgende gefchapenheid. Het Hoofd,
dat gelyk by alle dezer Ga ffe , rond, en, ten aanzien van ’t ïy f , klem is , is
helder bleek - groen, en het dikke van achteren fpits toeloopende ly f met 16
Pooten (als het gewoonlyk getal) heeft eene volkomen geele Pruimen koleur*.
Van het hoofd af loopt ’er over den hals en rug tot aan het einde een heldere
fmalle ftreep, die van zommigen de Polsader genoemd wordt; dewyl men ’er
eene dergelyke beweeging in befpeurt, als in de Polsaderen, inzonderheid by °
die genen, welken glad en zonder hairen zyn. Voorts is de hals van vooren
roodachtrg Oranje - geel, maar valt naar het ly f toe in ’t helder - geele. De
eerfte en tweede Ring heeft eenige roode, als ook op ieder zyde een bruin
vlakje, en op de andere Ringen ziet men op de zyden drie o f vier zulke vlakjes
of flippen, waar van de onderflen iets bleeker zyn; doch het laatfte fpitze
en wat roodachtiger-geele lid, heeft ’er geene. Voor ’t overige is nog aan te
merken , dat deze Rups in ’t kruipen niet alleen langzaam, maar ook vreesachtig
is; gelyk ze dan gemeenlyk, van de eene plaats naar de andere willende
kruipen, begint te Adderen en van de eene zyde naar de andere te wankelen;
houdende in diervoege het ly f en devoorffe pooten zo lang beevendeomhoog,
tot dar ze de voeten wéder op eene andere plaats vaft gezet heeft**.
Wanneer dan eindelyk de tyd nadert, dat ook dezeRups veranderen moet,
onthoudt ze zich een dag of twee van alle fpyze, en zuivert zich van alle inwendige
vuiligheid; dat niet alleen alle Kupien, maar ook alle Infecten doen,
die de verandering onderworpen zyn. Daar op zoekt z e , gelyk alle anderen,
eene
♦ Vermits de Heer Röfel deze Rups van haare eerfte |eugd af alleenlyk als geel koteurfgbefcbreeven
heeft; moet ze hem in haare, hoewel niet zeldzaame, ongemeen fchoone groene koleur
nooit te vooren gekomen zyn ;-waar tegen ik ze alleen geel gevonden hebbe , als ze niet verre van
haare verandering was, waar by ik dan befpeurde, dat haare groene koleur in ’t bleek Pruimen-geel
veranderde. K l e e m a n n.
* * Deze foort van Rupfen overtrekt haaren voorgenomen weg, voor dat ze zich van de eene plaats
naar de andere begeeft, met eenig fpinzel van tedere draaden, gelyk van de voorgemelde Ken.»
kei-Rups gezegd is , In de Aanmerking op bladz. 72. Kl e sm a k n .
K 3